De moderne student houdt meer van video dan van geschreven tekst. Aan de rechtenfaculteit zien ze dat als een kans en zetten ze vol in op het maken van kennisclips als collegevoorbereiding. ‘Uiteindelijk blijft er daardoor meer tijd over voor kleinschalig en interactief onderwijs.’

Schrijf als docent een tekst voor als voorbereiding op een college, en een aanzienlijk deel van de studenten leest het niet. Vraag dezelfde groep om een korte kennisclip te bekijken, en veel meer studenten zullen daar gehoor aan geven. ‘Dat heeft onderzoek heel duidelijk aangetoond’, zegt Niek Tönissen, coördinator van de kennisclips aan de rechtenfaculteit.

‘De mogelijkheden zijn eindeloos’

‘De huidige generatie is heel erg gewend om gebruik te maken van video’s en tutorials. Wij spelen daar op in, in de hoop ons onderwijs te verbeteren.’ De kennisclips zijn rond de zes minuten lang (‘daarna begint de aandacht af te nemen’), met uitschieters naar tien minuten.

De videootjes bespreken één thema, vaak een bepaald arrest. De filmpjes zijn veel meer dan een docent voor een wit scherm. ‘Het is mijn taak om ervoor te zorgen dat het er aantrekkelijk uitziet. Ik kan bewegende grafieken en tekeningen toevoegen, geluidsfragmenten, filmpjes – de mogelijkheden zijn eindeloos.’

Interactie
Uit de evaluaties blijkt dat studenten uitsluitend positief reageren op deze onderwijsvernieuwing. De filmpjes, nu alleen nog op Blackboard te zien, zijn in totaal zo’n 25.000 keer bekeken. Ook de gefilmde docenten hebben er plezier in. ‘Ik heb mezelf aangemeld toen de pilot startte’, zegt promovenda Kim Geurts, (zie de foto boven, en het filmpje onder). ‘In het begin was het even wennen – vooral omdat je de hele tijd in de camera moet kijken en je in een verder kale studio staat. Maar het is leuk om te doen en omdat je alles in één of twee takes opneemt, kost het relatief weinig tijd.’

De filmpjes worden vooral  aangeraden als collegevoorbereiding. Tönissen: ‘Het idee is dat als meer studenten zich goed voorbereiden, je tijdens de hoorcolleges eerder de diepte in kunt en uiteindelijk meer tijd over hebt voor kleinschalige en interactieve werkcolleges. En daar is iedereen bij gebaat.’