Kinderen drinken minder energiedrank, als een klasgenoot het goede voorbeeld geeft
Dat water gezonder is dan ranja, hoef je niemand uit te leggen. Maar als je gewend bent elke dag een flesje zoete drank mee naar school te nemen, is dat niet zo makkelijk te veranderen. Voorbeeldgedrag van rolmodellen kan helpen, laat nieuw promotieonderzoek zien.
Het was een van de opvallendste momenten tijdens het EK voetbal deze zomer. Tijdens een persconferentie schoof Cristiano Ronaldo een gesponsord flesje Coca-cola aan de kant en verving die pontificaal door een flesje water. ‘Drink water!’, riep de Portugese sterspeler de pers toe, tot ongenoegen van de organisatie. Prompt volgden andere voetballers zijn voorbeeld, zoals Manuel Locatelli en Paul Pogba.
Ronaldo’s actie is een perfect voorbeeld van de positieve invloed die peer influencers kunnen hebben op het drinkgedrag van de mensen om hen heen, zegt Crystal Smit. Komende donderdag promoveert de psycholoog op dit onderwerp aan de Radboud Universiteit.
Peer influencers bepalen de norm
Peer influencers, legt ze uit, zijn mensen die een voorbeeldrol hebben binnen een groep leeftijdsgenoten. In schoolklassen, de groep waarbinnen zij zelf onderzoek deed, zijn dat bijvoorbeeld degenen die door klasgenoten als leiders gezien worden, of naar wie anderen toe gaan voor advies. Dat hoeven niet automatisch ook de populairste kinderen uit de klas te zijn, benadrukt ze.
Smit wilde uitzoeken of deze rolmodellen hun klasgenoten ertoe kunnen aanzetten om meer water te drinken, en suikerhoudende dranken zoals energiedrank te laten staan. ‘Peer influencers bepalen de norm in een klas. Zij kunnen bijvoorbeeld beïnvloeden welke kleding een trend is, maar ook wat voor eten of drinken normaal is.’
Geen sportdrank na de gym
Smit ging met deze jongeren om tafel zitten – zo’n vijf à zes per klas, aangewezen door de rest van de klas – en ging in gesprek met ze over het drinken van water. De peer influencers moesten zelf nadenken over waarom water drinken voor hen belangrijk is, en deelden deze ideeën met elkaar. ‘Het idee was dat dit hen intrinsiek zou motiveren om zelf meer water te drinken. Dat werkt het beste bij gedragsverandering.’
Uiteindelijk was het aan de kinderen zelf om te bedenken hoe ze hun klasgenoten zouden kunnen meenemen, met hier en daar wat sturing. Smit: ‘Je kunt ook het goede voorbeeld geven, suggereerde ik soms, bijvoorbeeld door na het gymmen geen sportdrank, maar water te drinken.’
Kwart glas
Die aanpak bleek te werken. In de dertien klassen die de psychologe onderzocht, dronken kinderen na de inzet van peer influencers minder zoete dranken en juist meer water – ongeveer een kwart glas per dag. In klassen waar de rolmodellen geen training kregen veranderde het drinkgedrag niet. Een kwart glas klinkt misschien niet veel, zegt Smit, maar over een periode van jaren kan dat zo een paar kilo lichaamsgewicht schelen.
‘Via peer influcers speel je in op wat de norm is in een groep’
Is het niet omslachtig om jongeren in te zetten om gezond gedrag te bevorderen? ‘Uit de literatuur is bekend dat kinderen elkaar extreem beïnvloeden’, werpt Smit tegen. ‘Daar gebruik van maken kan effectiever zijn dan conventionele voorlichtingscampagnes. Een poster of tv-spotje valt soms alleen de eerste keer op. Maar belangrijker nog is dat deze twee de invloed die de sociale omgeving heeft op gedrag niet meenemen. Via peer influcers daarentegen speel je in op wat de norm is in een groep over water drinken. En dat is juist belangrijk bij jongeren onder de 16, want dat is de leeftijd waarop je goed gedrag aanleert.’
Over de mogelijke ethische haken en ogen van de studie – worden jongeren hier niet geïndoctrineerd? – is nagedacht, zegt Smit. ‘Vooral met kinderen is het belangrijk om voorzichtig te zijn. Deelname aan de studie was ook vrijwillig: kinderen moesten toestemming geven en mochten op elk moment stoppen. De peer influencers werden ook vrijgelaten in hun keuzes.’
Smit, die inmiddels als postdoc-onderzoeker werkt in Rotterdam, hoopt dat haar training in de toekomst officieel erkend wordt. ‘Het zou mooi zijn als deze methode ook voor andere positieve doelen ingezet gaat worden, bijvoorbeeld voor het eten van gezonder tussendoortjes.’
2 liter per dag schreef op 23 september 2021 om 09:23
Op elk moment mogen stoppen is vrij zinloos wanneer het gaat om het meten van onbewuste beïnvloeding. Het is niet zo alsof ze na de derde keer dat ze een glas water pakken zullen denken “wow, die studie heeft nu wel héél veel effect, misschien moet ik eens stoppen”.
Het is een goed doel, maar ik heb nog m’n twijfels over de ethische kant ervan.