Kloof tussen hoog- en laagopgeleid blijft groot

19 okt 2015

Wordt de maatschappelijke kloof tussen hoogopgeleide en laagopgeleide Nederlanders steeds groter? Over het algemeen niet, maar op sommige vlakken wel, zeggen Nijmeegse sociologen. ‘In de houding ten opzichte van abortus is er bijna geen verschil meer, maar ten opzichte van immigranten wél.’

Hilda uit Oranje groeide uit tot symbool van het burgerprotest tegen nieuwe asielzoekers. Foto: NOS still
Hilda uit Oranje groeide uit tot symbool van het burgerprotest tegen nieuwe asielzoekers. Foto: still uit NOS-video

Dat jij dit artikel leest betekent dat de kans groot is dat jij hoogopgeleid bent. Je leest immers op de website van universiteitsblad Vox. Klopt het dan toevallig ook dat jouw ouders hoogopgeleid zijn? En dat je weinig vrienden hebt die laagopgeleid zijn? De kans dat je daar twee keer ‘ja’ op moet zeggen, is behoorlijk groot.

Toch is de kloof tussen hoog- en laagopgeleiden in onze samenleving niet toegenomen in de afgelopen dertig jaar. Dat is de conclusie van het boek Opleiding als sociale scheidslijn, dat onder redactie staat van de Nijmeegse sociologen Marloes de Lange, Jochem Tolsma en Maarten Wolbers. In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, neemt het belang van het opleidingsniveau voor maatschappelijke kansen niet toe, schrijven de auteurs.

Maar het neemt ook niet af: er zijn nog altijd veel verschillen tussen het gedrag en de attitudes van hoog- en laagopgeleiden. Hoogopgeleiden zijn gezonder, hebben vaker werk, doen vaker vrijwilligerswerk. Een van de verschillen die nu duidelijk zichtbaar wordt is de houding ten opzichte van etnische minderheden. ‘Hoogopgeleiden staan over het algemeen positiever tegenover de komst van migranten’, zegt Wolbers. ‘Binnen laagopgeleide lagen van de bevolking komt er meer frustratie boven. Die negatievere houding was er altijd al wel, maar komt nu duidelijker naar de oppervlakte.’

Buitenlandse bemoeienis
Wie alleen maar op de Radboud Universiteit rondloopt, merkt weinig van de onvrede van ‘het volk’. Hoe anders was dat in het dorpje Oranje, waar staatssecretaris Dijkhoff werd belaagd door boze burgers. ‘De afkeer van vreemdelingen was daar overigens niet de belangrijkste factor van de woede’, relativeert Tolsma. ‘Veel belangrijker was het gevoel dat de burgers niet werden betrokken in het proces van de toewijzing van nog eens zevenhonderd asielzoekers.’ Dit gevoel van een grotere afstand tussen burgers en politici is sterker aanwezig bij laagopgeleiden. Zij staan sceptischer tegenover buitenlandse bemoeienis uit ‘Brussel’ en stemmen vaker op een populistische partij als de PVV.

Toch zijn er ook thema’s waar hoog- en laagopgeleiden ideologisch naar elkaar toe gegroeid zijn. Dit zijn meer traditionele thema’s, zoals de houding tegenover abortus en man-vrouwverschillen in de samenleving. ‘Opleidingsniveau speelt daarin geen beduidende rol meer’, aldus Tolsma.

Bussemaker
Het boek, waar Tolsma en Wolbers de afgelopen jaren aan hebben gewerkt, is inmiddels overhandigd aan minister Bussemaker. Maar wat kan zij met dit sociologische werk? ‘Kinderen van laagopgeleiden moeten ook een hoge opleiding kunnen bereiken en op de maatschappelijke ladder kunnen klimmen’, zegt Wolbers. ‘Maar door het minder belangrijk maken van een objectief instrument als de Citotoets aan het einde van het basisonderwijs maak je dit voor hen moeilijker. Het advies voor de keuze voor een opleiding in het voortgezet onderwijs van de basisschooldocent wordt zonder Citotoets belangrijker, waardoor kinderen van hoogopgeleide ouders vaker het voordeel van de twijfel zullen krijgen.’

Nog zo’n maatregel, waar veel over gediscussieerd is: het leenstelsel. Tolsma: ‘We weten dat laagopgeleiden een grotere aversie hebben tegen lenen. De gunstige voorwaarden van de lening ten spijt: het kan voor kinderen van laagopgeleiden een barrière zijn om te gaan studeren.’ / Mathijs Noij

Opleiding als sociale scheidslijn. Een nieuw perspectief op een oude kloof is hier te bestellen.

0 reacties

  1. Zoon van Hilda schreef op 19 oktober 2015 om 11:15

  2. Ikke ! schreef op 19 oktober 2015 om 15:45

    Ik geloof dat ik tot een uitzonderingsgroep behoor. Ik moest twee keer nee beantwoorden.
    Mijn ouders zijn laagopgeleid en de meeste mensen van mijn familie ook.

    Mijn vriendenkring bestaat uit mensen die hoogopgeleid en laagopgeleid zijn. Lekker divers…

    Zelf zit ik momenteel op de universiteit. Ik heb al een hbo bachelor afgerond…

    Wat ik merk bij beide groepen dat ze ook totaal niet voor elkaar open staan! En niet eens proberen elkaar te begrijpen.

    Ik voel mij vooral vaak er tussen staan. En heb niet echt een groep aan wij ik mij per se kan conformeren.

    Maar waar ik heel blij mee ben is een zeer diverse vriendenkring en familie met allemaal verschillende functies die gewoon met elkaar omgaan.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!