Maar liefst 420.000 mensen keken gisteravond naar de eerste aflevering van De Wereld Leert Door (DWLD). In deze spin-off van De Wereld Draait Door krijgt een wetenschapper twaalf minuten de tijd om uit te leggen wat voor onderzoek hij doet en waarom dat belangrijk is. Een aantal Nijmeegse onderzoekers staat op de shortlist voor het programma.

Een van hen is Teun Bousema, een malariaonderzoeker. Hij is voorgedragen door de Radboud Universiteit. ‘Het is nu aan de redactie van DWLD om te bepalen of ik aan de beurt kom. Ik ga intussen als de wiedeweerga mediatraining regelen.’ Bousema was vorige week samen met Merel van Goch, psycholinguïst, bij de eerste opnames van De Wereld Leert Door. Hij zat er met gemengde gevoelens. ‘Die twaalf minuten worden in één take opgenomen. Je kunt het niet overdoen. DWLD kan je dus twelve minutes of fame opleveren, maar ook twaalf minuten slechte tv die je je leven lang achtervolgen.’ Dat realiseert van Goch zich ook. ‘Dat het in één take moet, dat maakt het doodeng. Maar tegelijkertijd is het ook een voordeel: de redactie gaat achteraf niet in je tekst zitten knippen.’ Feestje Ook Van Goch is door de Radboud Universiteit voorgedragen bij de redactie van DWLD. ‘Ik zou het geweldig vinden als ik word uitgenodigd. Dit programma is een prachtige kans om Nederland te laten zien hoe breed de wetenschap is. En om iets te vertellen over mijn vakgebied en over mijn onderzoek. Als ik op feestjes zeg dat ik onderzoek hoe kinderen leren lezen, krijg ik vaak de opmerking dat dat redelijk vanzelf gaat in groep drie. Maar in werkelijkheid zit daar een heel complex proces achter. Dit programma is een goed medium om dat eens uit te leggen.’ Bousema: ‘DWLD heeft een ongekend bereik en als wetenschapper heb je de maatschappelijke taak om uit te leggen wat je met gemeenschapsgeld doet. Het gaat dan niet alleen om economisch nut: interesse voor de wereld om ons heen is een essentieel aspect van onze cultuur.’ Uitleggen okee, maar is een kort, strak geregisseerd programma als DWLD wel het geschikte medium? Van Goch: ‘Niet voor alle onderwerpen. Ik kan me voorstellen dat je bijvoorbeeld literatuuronderzoek in dit format niet goed uit kunt leggen. Het is nou eenmaal lastig om dat flitsend in beeld te brengen. Wat dat betreft heb ik geluk: ik ben net onderzoek aan het doen op basisscholen. Hopelijk kan ik dat binnenkort gaan filmen. Dan heb ik beeld, voor als ik daadwerkelijk word uitgenodigd.’ Bousema: ‘Het format leent zich ook niet voor echte nuance. Je moet niet compleet proberen te zijn, wel correct.’ / Lydia van Aert en Bregje Cobussen