Komt het stadseiland als sportieve hotspot in gevaar door nieuwbouw?
Vrijwel elke sportieve Nijmegenaar maakt weleens een rondje over stadseiland Veur-Lent. Nu de gemeente daar extra huizen wil gaan bouwen, rijst de vraag: komt het eiland als sportieve hotspot niet in gevaar? Op verzoek van Vox buigen een planoloog en een fysioloog zich over die vraag.
Veur-Lent mag dan pas ruim vijf jaar oud zijn, Nijmegen heeft haar stadseiland in het hart gesloten. Onder studenten en jongeren is Veur-Lent populair voor barbecues en openluchtfeestjes, terwijl de stranden bij zomerse temperaturen vol liggen met zonaanbidders.
Maar het eiland is niet alleen een plek om te ontspannen. Helemaal sinds corona lijkt heel Nijmegen op zondagmiddag uit te lopen voor een wandeling over het eiland. Trainingsclubjes doen hun oefeningen op de trappen van de Lentse Warande, terwijl er bijna elke minuut wel een hardloper of skeeleraar voorbijraast over de dijk.
Bebouwen
Dat is allemaal mooi en aardig, maar ondertussen heeft de gemeente Nijmegen plannen om een deel van het eiland te bebouwen. Zo’n honderd huizen moeten er komen op Veur-Lent, met name rondom Fort Knodsenburg, waar nu het iconische Gezicht van Nijmegen staat, het ‘Romeinse masker’. Aan de Lentse zijde, in de Hoge Bongerd, worden nog eens 250 huizen gebouwd, is het idee.
Maar de gemeenteraad ligt dwars. Coalitiepartijen GroenLinks en D66 zijn voor de plannen, maar de oppositie tegen. Even leek het erop dat Paul Eigenhuijsen (VoorNijmegen.NU) een referendum wist af te dwingen over de plannen voor het eiland, maar hij kreeg daar niet genoeg steun voor. Wel wordt er een stadspeiling georganiseerd, zo meldt De Gelderlander, zodat een representatieve groep inwoners zich kan uitspreken over verschillende scenario’s.
Schoolvoorbeeld
‘Mijn eerste gedachte was: laat het eiland zoals het is’, reageert Dick Thijssen, hoogleraar Cardiovasculaire fysiologie in Nijmegen en Liverpool. ‘Veur-Lent is hét schoolvoorbeeld van een plek die mensen in beweging krijgt. Wandelend, fietsend, rennend. Je hebt de bruggen, dus je moet ook nog eens omhoog en omlaag. De auto kun je er alleen op afstand kwijt; je moet ook nog eens een stukje lopen om op het eiland te komen.’
‘Bouwen of niet is een moreel dilemma’
‘Daar ben ik het helemaal mee eens’, aldus hoogleraar Planologie Erwin van der Krabben. ‘Maar tegelijkertijd is het een moreel dilemma. De gemeente heeft altijd gerekend op de verkoop van de grond aan projectontwikkelaars. Dat zou zo’n twaalf miljoen euro opleveren. Als je zegt: we gaan niet bouwen, dan moet dat geld ergens anders vandaan komen.’
Thijssen en Van der Krabben kennen elkaar. Samen met collega-fysiologen en -planologen kregen ze financiering van ZonMw voor onderzoek naar de interactie tussen ruimtelijke ordening enerzijds en beweging en gezondheid anderzijds. Oftewel: hoe richt je een stad zo in dat bewoners meer gaan bewegen en sporten?
Gezonde stad
Hoewel hun expertises op het eerste oog weinig gemeen hebben, hebben de planologen en fysiologen elkaar nodig, leggen Van der Krabben en Thijssen uit. Overheden worden bij het bedenken van ruimtelijke plannen, zoals het aanleggen van een nieuwe wijk, door nieuwe wetgeving verplicht het idee van een gezonde leefomgeving daarin mee te nemen.
En bij fysiologen is de laatste jaren steeds meer het besef doorgedrongen dat niet alleen intensief sporten, maar elke vorm van beweging bijdraagt aan de gezondheid. Als met slimme aanpassingen in de stadsplanning mensen net wat vaker de fiets pakken, of ze worden uitgenodigd een blokje om te gaan, kan dat echt een verschil maken.
Dat geldt zeker voor de aanleg van Veur-Lent. Volgens Van der Krabben moet er dus een economische afweging gemaakt worden tussen wel of niet verder bebouwen. ‘De gewetensvraag die ik stel is: zou je die twaalf miljoen niet slimmer kunnen gebruiken dan het tegenhouden van deze woningen? Met dat geld kun je heel veel projecten opzetten die ook weer bijdragen aan het in beweging krijgen van de bevolking. Juist ook in de gebieden waar dat nodig is, zoals achterstandswijken.’
Grasveldje
Daar kan Thijssen zich in vinden. De opgave is wat hem betreft – als er voor bebouwing wordt gekozen – dat het eiland niet aan aantrekkingskracht verliest. ‘Het eiland is nu letterlijk en figuurlijk een podium voor sport en bewegen’, zegt hij. ‘Het is heel belangrijk om dat te behouden, want zien bewegen doet bewegen. Ik denk dat het eiland die functie kan behouden. Zeker omdat het over een relatief klein gedeelte van het eiland gaat.’
‘Je kunt er ook zo tegenaan kijken’, beaamt Van der Krabben. ‘Het gebied waar we het over hebben is niet meer dan een grasveldje. De noodzaak voor open ruimte is groot, maar dat komt niet in het gedrang door honderd woningen.’
‘Je moet nog wel veilig met de kinderwagen over het eiland kunnen lopen’
Met het geld dat vrijkomt denkt Van der Krabben eerder aan het aanleggen van recreatieve routes, waar bijvoorbeeld ook de Ooijpolder bij betrokken kan worden. ‘Het zit ‘m ook in de kleine dingen, zoals het aanleggen van de trap bij de Hezelpoort, waardoor mensen uit Nijmegen-West gemakkelijker met hun fiets de Snelbinder op kunnen en dus eerder op het eiland zijn.’
Wel is het essentieel om het eiland autoluw te houden, vindt Thijssen. ‘Je wilt het eiland rustig houden, met genoeg ruimte. Je moet er nog wel veilig met de kinderwagen kunnen rondlopen.’
Toekomstvisie
De stadspeiling die de gemeente nu voorbereidt moet voor 1 oktober gereed zijn. Het gemeentebestuur kan ondertussen verdergaan met het voorbereiden van de bouwplannen, al moeten die eerst nog verder worden uitgewerkt. In de zomer van 2022 zou er een toekomstvisie op het eiland moeten liggen.
Student schreef op 12 april 2021 om 23:59
Zelf snap ik niet dat Nijmegen niet meer de lucht in gaat. Natuurlijk is het mooi dat het Erasmusgebouw hoog boven de stad uittorent en wellicht komen daar studentenwoningen, maar waarom zouden starters geen appartement willen in de hoogte in plaats van de verkamerde panden waar ze nu noodgedwongen zitten? In hoogbouw kun je daarnaast letterlijk verschillende lagen van de samenleving samenbrengen in een wijk. sociale huur en duurdere appartementen door elkaar. Hoogbouw scheelt daarnaast ook in de vierkante meters die je nodig hebt, dan kan Veur-Lent gewoon bespaard blijven. Ik zou in ieder geval wel een bescheiden appartementje op 80 meter hoogte willen direct na mijn studie.