Kroniek van een onaangekondigde dood

18 sep 2020

Ze promoveerden allebei aan de Radboud Universiteit en werkten samen aan een historisch boek. Bart Verheijen (34) vanaf Bali en Wilfried Uitterhoeve (75) vanuit Nijmegen. Vanwege corona keerde Verheijen noodgedwongen terug naar Nederland, Uitterhoeve overleed helaas aan het virus. Op zoek naar woonruimte kwam Verheijen uiteindelijk terecht in het huis van de man met wie hij een boek schreef.

Op een akoestische gitaar tokkelt historicus Bart Verheijen voor zijn zoontje van acht maanden dat op een kleedje met babyspeeltjes zit. De gitaar en de speeltjes zijn het enige wat in deze woonkamer niet aan de vorige bewoner herinnert. Het meubilair, de boeken, de cd’s, de elektrische piano en de historische platen aan de muur; alles in deze benedenwoning in Nijmegen-Oost staat en hangt nog op dezelfde plek sinds Wilfried Uitterhoeve op vakantie naar Frankrijk ging.

De man met wie Verheijen aan een boek werkte, wilde er na een paar drukke maanden even tussenuit, maar hij bleek besmet te zijn met het coronavirus en overleed uiteindelijk in een Frans ziekenhuis. ‘We zijn blij dat we hier terechtkunnen, maar tegelijkertijd is het ook verdrietig om elke dag in zijn huis rond te lopen.’

Wervelstorm

Zonder corona had Verheijen nu gewoon nog op Bali gezeten. In 2017, vlak na zijn promotie aan de Radboud Universiteit, vertrok hij naar Myanmar waar zijn vrouw al anderhalf jaar werkzaam was. Na een jaar kon zij aan de slag op Bali en pakte hij weer zijn spullen. ‘Het is een geweldig eiland. We hadden daar echt een bestaan opgebouwd. Veel contacten ook, ik speelde in een bluesband. Aan het begin van ieder jaar bekeken we of we langer zouden blijven.’

Op eigen initiatief verdiepte Verheijen zich in de Nederlandse koloniale geschiedenis. ‘Ik doceerde aan de universiteit van Bali en sprak met studenten om op ideeën voor een onderzoek te komen. Toen deed ik een aanvraag voor een beurs en die werd gehonoreerd.’
Afgelopen januari werd hij vader. Als tweede naam voor hun zoontje kozen ze voor een Indonesische naam. Het idee was om nog zeker een jaar te blijven. ‘Ook omdat we niet met zo’n kleintje wilden gaan vliegen.’

‘We zijn halsoverkop met slechts twee koffers vertrokken’

Zijn ouders en schoonouders kwamen meteen over, want ze zouden hun kleinzoon anders voorlopig niet zien. ‘Mijn moeder moest daarvoor haar vliegangst overwinnen. Dat is achteraf gezien allemaal niet nodig geweest.’

In maart veranderde alles. Corona deed zijn intrede. Het jonge gezin kwam in een wervelstorm terecht. Ze hadden gepland om naar Singapore te gaan om hun visum te verlengen, maar uitgerekend Singapore gooide als eerste de grenzen dicht. Meteen daarna volgde een mail van de ambassadeur die alle Nederlanders in Indonesië met klem opriep terug te keren naar Nederland. ‘We zijn halsoverkop met slechts twee koffers vertrokken, de rest van al onze spullen hebben we daar achtergelaten. We dachten dat we binnen een paar maanden weer terug zouden keren.’

Het was het begin van een periode zonder spullen, zonder huis en met veel stress. Ondertussen lag de Nijmeegse Uitterhoeve aan de beademing in een ziekenhuis in Frankrijk en ontving Verheijen elke dag een mail met een update over zijn situatie.

Zelfde promotor

Verheijen leerde Uitterhoeve kennen aan het begin van zijn promotieonderzoek aan de Radboud Universiteit, in 2011. Uitterhoeve nam contact met hem op toen hij hoorde dat Verheijen zou promoveren op de partijstrijd en natievorming van Nederland onder Napoleon. Zelf promoveerde Uitterhoeve na zijn pensioen in 2009 op Cornelis Kraijenhoff, een medicus, natuurkundige, waterstaatkundige, topograaf en minister in de napoleontische tijd. Ze hadden dezelfde promotor, Remieg Aerts, en een gezamenlijke interesse: de Frans-Bataafse tijd.

Wilfried Uitterhoeve. Foto: Stef Verstraaten

‘We spraken natuurlijk over mijn onderzoek’, zegt Verheijen. ‘Ik heb veel gehad aan zijn kennis over die tijd. Hij was een uitstekende historicus en schrijver. Een warme, hartelijke man. Vrij serieus, maar hij maakte ook veel grappen.’

Uitterhoeve vertrok begin maart naar een vakantiehuisje in de buurt van Avignon. Een dag voor de reis was hij niet lekker, maar net als bij de rest van Nederland gingen er nog geen alarmbellen af: hij dacht niet meteen aan corona. Uitterhoeve ging op weg, ook al voelde hij zich echt niet goed. Normaal gesproken zouden hij en de vriend met wie hij naar Frankrijk vertrok afwisselend achter het stuur zitten. Nu merkte hij al snel dat hij dit niet aankon en nam die vriend de hele rit op zich.

In Frankrijk verslechterde de situatie en na anderhalve week moest hij naar het ziekenhuis. Na een test kwam hij snel aan de beademing te liggen en dat bleef zo 32 dagen lang. De ene dag leek het beter te gaan, de andere dag slechter. Iedereen in zijn omgeving hield hoop, maar eigenlijk ging het gewoon heel slecht. Op de dag dat hij uit coma zou worden gehaald, bleek bij een scan dat het virus zijn longen zwaar had aangetast. Het was het onverwachte einde van een 75-jarige man die eigenlijk in prima conditie verkeerde, op wat ouderdomskwaaltjes na.

‘Het kwam als een schok’, zegt Verheijen. ‘Ik heb in de weken dat hij in het ziekenhuis lag altijd gedacht dat hij er wel uit zou komen. Ik wist dat het heel ernstig was, maar doordat hij zolang aan de beademing lag, dacht ik dat het hem zou lukken. Het was een grote, sterke man.’

Duizendpoot

Verheijens goede vriend Pol van de Wiel (34), promovendus rechtsfilosofie in Nijmegen, kent Uitterhoeve nog beter, al sinds zijn kindertijd. Hij vindt het mooi dat Verheijen nu in het huis van Uitterhoeve woont. ‘Gek ook wel, het is een vreemd soort toeval, maar heel mooi dat het kan.’

Van de Wiels vader was directeur bij de Nijmeegse uitgeverij SUN en Uitterhoeve werkte daar jarenlang als redacteur. Hij kwam vaak bij ze over de vloer, onder meer bij het groepseten twee keer per week. ‘Wilfried zag ik als een nabije oom. Hij was echt een raadsman voor me. Ik heb veel geleerd van hem over vertalen, taalkwesties, mythologie, muziek en kunst.’

Van de Wiel noemt de carrière van Uitterhoeve, die in Nijmegen rechten studeerde, een ‘meanderend pad’. ‘Als hem iets interesseerde, ging hij erachteraan. Hij was een duizendpoot die zijn eigen passies volgde.’

Na een korte tijd op een advocatenkantoor in Rotterdam, kwam Uitterhoeve voor uitgeverij SUN terug naar Nijmegen en doceerde tussendoor ook nog rechten in Eindhoven. Hij ging vervroegd met pensioen om zelf te gaan schrijven, en wel historische boeken. Van de Wiel: ‘Er zijn wel meer mensen die zulke voornemens hebben, maar hij is echt aan de slag gegaan en heeft heel wat boeken op zijn naam staan. Hij werkte snel, had weinig geduld.’

Naast boeken over de nationale geschiedenis, zoals 1813 – Haagse Bluf (bij de presentatie ervan hield Verheijen een praatje) en het vorig jaar verschenen De zaak Oldenbarnevelt, publiceerde hij ook boeken over de Nijmeegse geschiedenis, waaronder Nijmegen binnen en buiten de singels en De nieuwe historische atlas van Nijmegen.

Van de Wiel gaat Verheijen nu helpen met het voltooien van het historische boek. ‘Het voelt goed om dat met Bart af te kunnen ronden, al kan het nog wel even duren voor het echt af is.’

Flaptekst

Het boek gaat over de Belgische Revolutie in 1830, die leidde tot de onafhankelijkheid van België. Koning Willem I en zijn zoon Prins van Oranje, de latere koning Willem II, schreven elkaar brieven over hoe ze moesten handelen tegen de revolutionairen. Daarbij kregen ze drie keer flinke ruzie, vertelt Verheijen. ‘Het idee is om het verhaal van de revolutie te vertellen aan de hand van deze correspondentie en daarbij ook alle brieven te vertalen.’

In de kamer staan nog de meubels van Wilfried Uitterhoeve. Foto: Erik van ’t Hullenaar

Dit idee kwam van Uitterhoeve, zoals dat vaker het geval was. Het eerste wat hij deed was een flaptekst voor het boek schrijven. ‘Dat deed hij zo bij al zijn boeken. Hij vond dat leuk om te doen. Wilfried was heel sterk op het gebied van structuur en het bedenken van een goede insteek. Hij formuleerde ook heel zorgvuldig. Hij corrigeerde me toen ik op de ene plek schreef over ‘de erfprins’ en op een andere plek over ‘de Prins van Oranje’. Daar zit een verschil in en daar moet je consequent in zijn, zei hij. Daar heb ik veel aan gehad.’

Ze hadden het werk evenredig verdeeld. Ze mailden elkaar en als Verheijen in Nederland was, spraken ze af. De bedoeling was dat Uitterhoeve deze zomer naar Bali zou komen om het af te maken. ‘We maakten de grap dat we voor de foto op de achterkant verkleed zouden gaan als Willem I en Willem II. Het is echt heel jammer dat we het niet samen hebben kunnen afmaken.’

Rust

Verheijen loopt naar een van de boekenkasten toe en pakt het laatste werk van Houellebecq eruit. ‘Dit heb ik hier pas gelezen. Net als De pest van Camus. Ik heb ook een keer een cd van hem opgezet.’

Tussen het overlijden van Uitterhoeve en het moment dat Verheijen zijn woning betrok, zit tweeëneenhalve maand. Verheijen verbleef met zijn vrouw en zoon eerst bij zijn ouders en schoonouders, vervolgens konden ze terecht in een huis in Amsterdam. Op een dag ging hij op en neer naar Nijmegen om afscheid te nemen van Uitterhoeve. Zijn urn was naar Nederland gebracht.

‘Het is echt heel jammer dat we het boek niet samen hebben kunnen afmaken’

‘Toen vertelde ik aan een goede vriendin van hem die hierboven woont, over mijn situatie. Later kwam de vraag of we het misschien wilden huren. Ik had daar helemaal niet aan gedacht. Het kwam heel goed uit, want we konden niet lang meer in dat huis in Amsterdam blijven.’ Ze kunnen voorlopig in Nijmegen blijven en dat geeft veel rust. ‘Het lijkt net alsof we hier gelijk op in zijn gesprongen. Dat maakt het raar. Maar we zijn heel blij dat we deze plek nu hebben.’

Aantekeningen

Verheijen heeft nog lang gedacht dat hij met zijn gezin zou terugkeren naar Bali, maar inmiddels hebben ze de huur van het huis op het eiland opgezegd. De huisraad wordt momenteel verscheept, wat zo’n twee maanden in beslag neemt. Er zitten veel waardevolle spullen bij, zoals twee elektrische gitaren die hij speciaal door een gitaarbouwer uit Myanmar en een uit Bali heeft laten maken.

‘Voor veel vrienden en kennissen is het enige verschil met de tijd voor Covid dat ze nu thuis moeten werken. Dat is voor ons wel anders. Het heeft ons leven op z’n kop gezet. Het is een hele verdrietige tijd. Ik kan helemaal niks met mensen die niet geloven dat het virus bestaat. Maar ook mensen die zeggen dat het allemaal niet zo erg is, kan ik echt niet begrijpen.’

Voor het boek is geen deadline, hij moet het tussen de bedrijven door schrijven, maar hij wil het heel graag voltooien. ‘Ik heb pas losse aantekeningen van Wilfried gevonden. Die zijn voor een buitenstaander niet te begrijpen, ik kan ze een beetje ontcijferen. We hadden ook nog een meningsverschil over de lengte van citaten in de tekst. Ik ben voor korte citaten, hij was voor lange. Daar moet ik nog een besluit over nemen. Ik kan dat niet aan iemand anders overlaten. Dat is wel pittig, als je alleen overblijft.’

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!