weektip

In het lab: de kassen achter het Huygens

28 aug 2012

Wat bezielt een wetenschapper? Jaren ploeteren op iets waar anderen de schouders voor ophalen. Martine Zuidweg gaat op zoek naar het bloed, zweet en tranen in de laboratoria van de universiteit. Ze zit met een schrift op schoot op een krukje. Maartje Groot (27), promovenda bij moleculaire ecologie, oogt als een rustig mens. Dat moet ook wel want ze brengt de groei van meer dan achthonderd planten, duifkruid om precies te zijn, in kaart. ‘Ik meet bij elke plant de lengte en de breedte van het grootste blad en ik tel het aantal bladeren’, zegt ze monter. Ze zit moederziel alleen in een van de enorme kassen van het Institute of Water and Wetland Research, een paar honderd meter achter het Huygensgebouw. Achter haar staan nog een paar honderd plantjes in rode plastic potjes te wachten. De planten krijgen later een hormoonbehandeling – met jasmonzuur, het hormoon dat planten ook aanmaken als ze worden aangevallen door rupsen. ‘We hebben al geconstateerd dat de methylgroepen op het DNA daardoor veranderen. We gaan kijken of toekomstige generaties planten iets van die verandering overnemen.’ Ze wil met haar onderzoek epigenetische variatie bij planten laten zien, niet te verwarren met genetische variatie. Bij epigenetica verandert niet het DNA, maar wel de manier waarop genen hun stempel drukken op de plant. En bepalen daarmee hoe planten reageren op hun omgeving. Spannend, vindt ze, want het is een nog onontgonnen terrein. Ze zit liever in de kas dan dat ze door velden struint. Terwijl ze dat laatste wel voor ogen had toen ze biologie aan de VU ging studeren. In de gids stond biologie beschreven als de ‘studie van het Leven’. ‘En dat is ook echt wat je leert. Alles komt aan bod, van microbiologie tot dierfysiologie en biochemie.’ Maar in de kas heb je als onderzoeker meer invloed op de omstandigheden – het weer, de lichtsterkte, de vochtigheidsgraad. Ze is niet met vakantie geweest. Het water geven had ze misschien nog wel kunnen uitbesteden. Maar: ‘Straks gebeurt er iets met de planten, gaan ze bijvoorbeeld opeens allemaal bloeien, dan wil ik er wel bij zijn.’ Vorig jaar, toen ze net was begonnen met haar onderzoek, is ze in de weekeinden nog wel eens vanuit Amsterdam op en neer geweest om haar duifkruid water te geven. In Wageningen heeft ze gelijksoortig werk gedaan: blaadjes opmeten. Wat een karwei. En de blaadjes leken praktisch allemaal hetzelfde. Stel dat er helemaal niets zou uitkomen. Maar in Wageningen heeft ze ervaren hoe geduld wordt beloond. ‘Als je de data later in de computer invoert, blijken er toch betekenisvolle verschillen tussen groepen. Uiteindelijk – als je de data hebt en daar komt iets moois uit – dan is het ’t allemaal waard geweest.’ / Martine Zuidweg, foto Dick van Aalst

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!