Wim van den Doel, voorman van de Nederlandse letterendecanen, ondersteunt het voorstel van Nijmegen voor een landelijke wervingscampagne. De studies in Leiden (waar Van den Doel zelf decaan is) staan er veel beter op dan die in Nijmegen.

Het beeld ligt genuanceerd en is nog moeilijk te duiden. Aldus reageert de Leidse letterendecaan Wim van den Doel op de mineurstemming over de instroom van de letterenstudies in Nijmegen. Van den Doel, voorzitter van het overleg van letterendecanen in Nederland, ziet genoeg studies waar de instroom juist groeit. Hij wijst op de verdubbelde instroom van Europese Talen en Culturen in Groningen en op de positieve cijfers in zijn eigen faculteit.

De Leidse letterenfaculteit telt 300 vooraanmeldingen meer dan vorig jaar. In Nijmegen staat de teller op min 124, met nu 347 studenten voor de tien bacherorstudies. Met name Engelse Taal en Cultuur, Geschiedenis en Kunstgeschiedenis krimpen fors. Ook Nederlands doet het slecht: deze studie halveert (van 36 naar 18 dit jaar). Die beroerde situatie doet zich volgens Van den Doel voor bij alle opleidingen Nederlands.

Islam is hip
Om het beeld over de alfastudies te nuanceren, noemt Van den Doel de positieve scores bij Midden-Oostenstudies. ‘Overal in Nederland groeit de belangstelling hiervoor’, zegt hij. Dit is ook in Nijmegen zichtbaar, zij het niet binnen de letterenfaculteit. Dit vakgebied werd in 2009 als volwaardige studie opgeheven en leeft sindsdien in afgeslankte vorm voort als onderdeel van religiewetenschappen. De groei van deze studie – van 8 naar 15 vooraanmeldingen – zal volgens de faculteit (Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen) zeker samenhangen met de oplevende belangstelling voor de islam.

Van den Doel noemt de door zijn Nijmeegse collega Margot van Mulken bepleite landelijke wervingscampagne ‘altijd te overwegen’. Het staat inmiddels op de agenda van het zogeheten Disciplineoverleg Letteren en Geesteswetenschappen. ‘Het is goed onze mooie en nuttige opleidingen extra onder de aandacht van scholieren te brengen.’ / Paul van den Broek