Last van haatmails of intimiderende telefoontjes? Dit doet de universiteit om te helpen
Ook Radboud-wetenschappers krijgen te maken met haatmail, intimiderende brieven of zelfs bedreigende telefoontjes. Het merendeel van de wetenschappers is positief over de manier waarop de Radboud Universiteit daarmee omgaat, maar er is ook kritiek. ‘Ik heb me vaak alleen gevoeld.’
‘Ik kom je huis in de fik steken’, of ‘ik zou haar wel doen’. Ook Radboud-wetenschappers ontkomen door hun dagelijks werk niet aan scheldkanonnades op social media, seksistische opmerkingen of denigrerende mails. Zo’n 43 procent van de Nederlandse wetenschappers krijgt hiermee te maken, bleek deze week uit onderzoek van het online medium ScienceGuide.
De vereniging van Universiteiten (VSNU) brengt komende september een ‘handreiking’ uit om geïntimideerde of bedreigde wetenschappers te helpen. Die wordt praktisch: wat kan de universiteit doen, en wat kunnen wetenschappers zélf doen, om zich beter te weren tegen haat of intimidatie van buitenaf?
Vox sprak in deel één van dit tweeluik over intimidatie met zeven Radboud-wetenschappers over hun ervaringen met (online) haat, intimidatie of bedreigingen. In deel twee: wat dóet de universiteit eigenlijk al om haar wetenschappers te helpen? En doet ze wel genoeg?
Timing
Martijn de Koning verbaast zich over de timing van de actie van de VSNU. ‘Ik vraag me af: waarom nu, na al die tijd?’ Deels is het wellicht een reactie op de praktijken van Vizier op Links, denkt hij. Vizier op Links is een extreemrechts platform dat stickers plakt op deuren van diverse politici en wetenschappers, onder het mom hen in de gaten te houden. Zo kreeg migratie- en integratie-onderzoeker Nadia Bouras van de universiteit Leiden een sticker. ‘Zonder meer intimiderend’, zegt De Koning, ‘maar dit soort praktijken zijn niet nieuw.’
De woordvoerder van de VSNU zegt dat intimidatie en bedreigingen van wetenschappers meer aan de orde van de dag is, al houdt de VSNU geen cijfers bij. Hij noemt de situatie in België (waar viroloog Marc van Ranst met de dood werd bedreigd door een rechtsextremistische militair), de bedreigingen aan OMT-leden en de stickeractie van Vizier op Links. ‘Ook experts op het gebied van islam- en genderstudies hebben hier veel mee te maken’, aldus de VSNU.
‘Intimidaties staan haaks op waar we als wetenschappers voor staan’, zegt de woordvoerder. ‘Het delen van onze kennis en deelnemen aan het publieke discours hoort namelijk bij de wetenschappelijke taak, wetenschappers moeten hun bevindingen kunnen delen in het publieke domein.’ De VSNU vermoedt dat de ‘bekende’ bedreigingen zoals die van Vizier op Links, slechts het topje van de ijsberg zijn. ‘We willen voorkomen dat een onderzoeker denkt: ik houd maar mijn mond. Ik ga niet naar dat tv-programma, of deel dit maar niet op social media.’ Uit het ScienceGuide-onderzoek blijkt dat de vereniging daarvoor al te laat is. Zelfs wetenschappers die niet met intimidatie te maken krijgen, denken wel twee keer na voordat ze in de media verschijnen.
‘De universiteit gaf een seintje aan de beveiligers’
Dát de VSNU met een plan komt, vinden de wetenschappers die Vox sprak, te prijzen. De Koning noemt het een uitstekend idee. ‘Als ze daarbij wél de focus leggen op vrouwen, en mensen van kleur.’ De berichten aan vrouwen en mensen van kleur hebben vaak een seksistische of racistisch tendens, aldus De Koning. ‘Dat komt er nog eens bovenop’. Dat bevestigt ook het ScienceGuide-onderzoek. Zo blijkt dat vrouwen veel vaker dan mannen te maken krijgen met diskwalificaties op basis van hun gender.
Steun uitspreken
De meeste Radboud-wetenschappers zijn bovendien positief over de manier waarop de universiteit hen te hulp sprong na intimidatie. Ira Helsloot kreeg bedreigende reacties toen hij zich uitsprak tegen coronamaatregelen. De rector magnificus en de decaan benaderden hem zelf en spraken hun steun uit, zegt hij. ‘Als je bazen dat zeggen, betekent dat wel wat’, aldus Helsloot. ‘Ik vind het plan van de VSNU dan ook minder belangrijk dan de vanzelfsprekendheid waarmee de steun moet worden uitgesproken.’
De Koning kreeg weleens een handgeschreven brief in ‘verdomd netjes handschrift’. ‘Die heb ik gemeld bij de universiteit, maar een echt een dreigement kon ik er niet uit halen. De universiteit gaf hierna een seintje aan de beveiligers.’
Hij vond de reactie van de universiteit toen hij een paar jaar terug wel echt werd bedreigd, ‘adequaat’. ‘De mensen van wetenschapscommunicatie checken altijd of alles goed met je is, en bellen maanden later weer terug. Dat vind ik netjes. Ik herinner me ook nog een gesprek over het doen van aangifte. Als het tot een aangifte komt, moet de universiteit dat doen, vond ik. Dat is ook symbolisch, zij moet in de bres springen voor haar medewerkers. Daar was de universiteit het mee eens.’
Universitair docent Saskia Glas, die in een twitterstorm en op GeenStijl terecht kwam nadat ze een paper schreef over homoseksualiteit in Arabische landen, vindt dat de universiteit ‘supergoed’ reageerde. ‘Omdat we onze press release uitgaven via de communicatieafdeling, hadden zij meteen door wat er aan de hand was. En rector magnificus Han van Krieken belde de volgende dag: “We staan achter je, kunnen we je helpen?”’
‘Ik heb me in het verleden soms erg alleen gevoeld’
Een anonieme vrouwelijke onderzoeker aan de rechtenfaculteit benaderde na vervelende mails zélf haar decaan. ‘Ik heb laten weten waar ik tegenaan liep. Ik zocht geen persoonlijke hulp, ik wilde enkel het signaal neerleggen.’
Niet veel later kwam het VSNU-bericht naar buiten. Die timing vond de onderzoeker fijn. ‘Want ik schaamde me ook enigszins dat ik het me zo aantrok.’ De mensen die beledigende of denigrerende mails sturen, komen aan je naam, vindt de onderzoeker. ‘Als wetenschapper is dat toch het enige dat je hebt. Op je integriteit ben je kwetsbaar.’
Trainingen
Het is goed dat de universiteit door middel van het VSNU-plan nu opkomt voor haar mensen, zegt een anonieme mannelijke hoogleraar aan de managementfaculteit. Wel laat hij weten zich in het verleden soms ‘erg alleen’ te hebben gevoeld. ‘Ik heb nooit aangifte hoeven doen’, zegt hij. ‘Maar op sommige momenten dacht ik: dit komt wel erg dichtbij. Mensen zouden gaan opzoeken waar ik woon, bijvoorbeeld.’
Op de vraag of hij ooit heeft overwogen dit te melden zegt hij: ‘Bij wie? De afdeling persvoorlichting en wetenschapscommunicatie was nog niet geëquipeerd je te helpen tegen intimidaties en bedreigingen. Ik zou het goed vinden als de universiteit daadwerkelijke bescherming biedt’, zegt hij. Verder zou de instelling trainingen en voorlichting kunnen geven in omgaan met intimidatie, zegt de hoogleraar. ‘Dat ontbreekt, zover ik weet.’
Social media-aanpak
Bij alle onderzoekers die Vox sprak kwamen de meeste hatelijke of intimiderende berichten wanneer zij zélf besloten hun onderzoek te promoten. Zij lieten zich interviewen in kranten of in talkshows, of plaatsten berichten over hun onderzoek op LinkedIn en Twitter.
Het willen verspreiden van onderzoek hoort er nu eenmaal bij, zegt de anonieme mannelijke hoogleraar. ‘Een tijd lang was de teneur: je moet in de media proberen te komen. De universiteit vindt het heel prettig om onderzoek naar buiten te brengen. Aan media-aandacht zijn zelfs rankings en prijzen gekoppeld. Maar je moet óók nadenken over wat de gevolgen zijn van je eigen communicatie. Je moet als wetenschapper echt een dikke huid ontwikkelen. We hebben lang geen aandacht gehad voor die andere kant van de medaille.’
‘Je moet óók nadenken over de gevolgen van je eigen communicatie’
De anonieme vrouwelijke onderzoeker aan de rechtenfaculteit die Vox sprak, denkt dat de universiteit op bijvoorbeeld social media meer zou kunnen doen. ‘Je kunt als wetenschapper zelf mensen blokkeren en rapporteren. Maar de universiteit kan op social media ook aangeven: “ho eens even, zo gaan we niet met onze mensen om”.’
‘Communicatiemedewerkers bij rechtspraak.nl, houden bijvoorbeeld actief bij wat mensen twitteren over uitspraken van rechters’, zegt de wetenschapper. ‘Want daar lusten de honden ook geen brood van.’ Hier kan de universiteit volgens haar een voorbeeld aan nemen. De verantwoordelijke communicatiemedewerkers reageren op nare berichten met bijvoorbeeld informatie over uitspraken. ‘Dat vind ik een krachtige manier van werken.’
Reactie universiteit
‘Als onderzoeker moet je je vrij voelen om je wetenschappelijke bevindingen te delen met de wereld’, zegt universiteitswoordvoerder Martijn Gerritsen. ‘Daar wil de universiteit ook aan bijdragen, we hebben er een gedeelde verantwoordelijkheid voor.’
Gerritsen laat weten dat de universiteit al bezig was met het opstellen van een document – ‘een A4’tje’ – met handreikingen hoe om te gaan met intimidatie. Daarin staat bijvoorbeeld wat je als wetenschapper preventief kunt doen, wanneer je met een thema naar buiten gaat dat stof kan doen opwaaien. ‘Wetenschappers kunnen kijken wat er over hen op internet te vinden is, en of ze bepaalde privézaken kunnen afschermen’, zegt Gerritsen. Toen het bericht van de VSNU naar buiten kwam, heeft Gerritsen het documentje gedeeld met de vereniging. De universiteit wacht nu het plan van de VSNU af.
Het social media-team grijpt niet altijd in als een onderzoeker op social media onder vuur komt te liggen. ‘De vraag is altijd wat verstandig is om te doen’, zegt Gerritsen. ‘De ervaring leert ons dat reageren soms alleen maar olie op het vuur gooit.’ Hij raadt wetenschappers die nare of intimiderende berichten ontvangen aan naar leidinggevenden of collega’s te stappen. ‘Ook hebben ze altijd de optie met de communicatieafdeling te bellen. Dan kunnen wij samen kijken wat te doen.’