Onderwijsland is zo vlak voor het Haags zomerreces weer in rep en roer. Er is discussie over het leenstelsel en de vervanging van de ov-kaart is uitgesteld. Studentenorganisaties ISO en LSVb zitten dicht bij het vuur. We belden ze met de vraag: komt dat leenstelsel er nu wel of niet? 

Het langverwachte rapport van het SCP zou duidelijkheid brengen. Dat was de verwachting. De gevolgen van het leenstelsel moesten in dit onderzoek duidelijk worden, waarna GroenLinks en D66 konden besluiten of ze de regering nu wel of niet aan een meerderheid in de Eerste Kamer zouden helpen om het plan in te voeren. Het rapport ligt nu precies een week op de Haagse bureaus maar de glazen bol blijft troebel. ‘Ik vind dat het rapport een beetje naar de mond van de minister is toegeschreven’, zegt ISO-voorzitter Thijs van Reekum. ‘Gevolg is dat alle partijen het rapport op hun eigen manier uitleggen en dat lijkt de tegenstellingen alleen maar te versterken.’ Cruciaal bij de invoering van een leenstelsel is de rol van GroenLinks en D66, die kritisch maar in beginsel niet onwelwillend tegenover de plannen staan. ‘Die partijen hebben altijd geroepen dat ze het sociaal leenstelsel in zijn huidige vorm niet zullen steunen en ik denk dat het rapport ze sterkt in die gedachte’, zegt LSVb-voorzitter Kai Heijneman. ‘Beide partijen krijgen veel steun van studenten dus ik verwacht dat ze ook na dit rapport tegen leenstelsel zullen stemmen – wij gaan ze daar in ieder geval wel aan houden.’ De LSVb zet nog steeds vol in op het afschieten van het leenstelselplan. ‘En ik verwacht dat dat gaat lukken.’ Het ISO kiest voor een andere aanpak. Van Reekum: ‘Als dit plan in deze vorm naar de Eerste Kamer gaat, weet je nooit wat er gebeurt. Wie weet worden er links en rechts wat dingen uitgeruild en komt het er alsnog door. Dat risico lopen wij liever niet. Het ISO vindt dat je constructief moet werken en altijd aan tafel moet blijven zitten. Als dat plan er toch moet komen, dan maken we er liever een kwalitatief goede maatregel van. Ook uit het SCP-rapport blijkt de noodzaak van een ov-kaart en een uitgebreidere aanvullende beurs – dat zijn onze speerpunten, daar zetten wij op in.’ Het nieuws van gisteren dat Bussemaker pas aan het eind van het jaar een besluit zal neemt over de vervanging van de ov-kaart verandert daar voor beide partijen weinig aan. ‘Een alternatief lijkt ons niet nodig, want er is helemaal geen draagvlak voor de afschaffing van de ov-kaart’, zegt Heijneman. Het ISO is het daarmee eens. ‘Er is voor ons geen goed alternatief voor de ov-kaart, dus daar hoeft dan ook niet naar gezocht te worden’, zegt Van Reekum. / Tim van Ham