Leidt appen nu wel of niet tot minder spelfouten?
Donderdag verscheen een kritische factcheck in de Volkskrant over het onderzoek van Radboud-taalonderzoeker Lieke Verheijen, naar taalgebruik op WhatsApp. ‘Te stellig’, oordeelde de krant over het persbericht dat de universiteit naar de media stuurde. Hoe zit het nu precies? En hengelde de universiteit te veel naar media-aandacht?
De dag nadat het persbericht over haar promotie verscheen, wilde promovenda Lieke Verheijen eigenlijk een tentamen nakijken. Maar dat ging niet door: zowat alle nationale media (en enkele internationale) hingen aan de lijn. Al die aandacht viel ook journalisten van de Volkskrant op. In de rubriek ‘Klopt dit wel?’ checkte de krant de claim uit Verheijens onderzoek dat appen zou leiden tot minder spelfouten.
In de factcheck komt Verheijens promotor aan het woord, die stelt dat de conclusie van het persbericht van de universiteit en sommige media wellicht te stellig is. ‘Op de vraag of appen goed voor je is, kun je volgens mij geen positief antwoord geven. Ik beschouw dit als een aanzet tot vervolgonderzoek.’
Veel meer dan spelling
Hengelde de persafdeling van de Radboud Universiteit misschien iets te opzichtig naar media-aandacht? Nee, vindt Verheijen zelf. ‘Het persbericht was juist goed en genuanceerd’, stelt ze aan de telefoon. ‘Het probleem is eerder dat sommige media alleen op mijn onderzoeksresultaten over spelling focusten. Dan krijg je een eenzijdig verhaal.’
In haar promotieonderzoek bestudeerde Verheijen de manier waarop WhatsApp-taal afwijkt van Standaardnederlands, en hoe regelmatig whatsappen en andere sociale mediagebruiken de schrijfvaardigheid beïnvloedt. ‘Maar daarbij heb ik op veel meer factoren van schrijfkwaliteit gelet dan alleen spelling’, legt Verheijen uit. ‘En dat staat ook duidelijk in het persbericht. Het is jammer dat al die andere aspecten bij veel media onderbelicht bleven. Al snap ik ook dat spelling voor de leek een makkelijk te snappen begrip is.’
‘Onze taak is het genereren van media-aandacht, maar we blijven bij de feiten’
Spelling speelde enkel een rol in een aanvullende analyse die Verheijen deed. Ze deed een experiment met vijfhonderd proefpersonen, die na een kwartier appen minder spelfouten maakten in een schrijfopdracht. ‘Daaruit kun je concluderen dat appen kán leiden tot minder spelfouten. Maar vervolgonderzoek is nodig’, zegt Verheijen.
Ook persvoorlichter Jurjen Simmelink staat nog achter het persbericht. ‘Onze taak is het genereren van media-aandacht, maar dat betekent niet dat we niet bij de feiten blijven. We stemmen alles af met de wetenschappers: als die niet akkoord zijn, gaat ook het persbericht er niet uit.’ Sterker: één van de taken van een persvoorlichter is juist om onderzoeksnieuws begrijpelijk én gedegen over het voetlicht te brengen. Simmelink: ‘Dat betekent bijvoorbeeld dat een bericht geen causaal verband mag suggereren waar er sprake is van correlatie. Het is belangrijk zoiets genuanceerd in het persbericht te vermelden.’
Knippen en plakken
Ondanks dat haar onderzoek soms wat ongenuanceerd in de media terechtkwam, is Verheijen blij met de aandacht. En: sommige media schreven wel degelijk goede, genuanceerde stukken. Verheijen: ‘Maar de meeste daarvan moeten nog verschijnen. Daarin merk je ook: het duurt een week om een degelijk stuk te schrijven, in plaats van te knippen en plakken uit het persbericht.’
Het bontst maakte een landelijke nieuwssite het, die als allereerste met het nieuws naar buiten kwam. Verheijen: ‘Die hadden gewoon alles uit het persbericht gekopieerd, en daar één eerste zin aan toegevoegd. In die zin stond ook nog eens een grammaticale fout. Bij een nieuwsbericht over schrijfvaardigheid, ook dat nog.’