Leon Wecke neemt geheim mee in zijn graf

16 jun 2015

Vox-redacteur Paul van den Broek herinnert zich Leon Wecke als een tegendraadse, goedlachse man. Nooit was zijn deur gesloten, en altijd kreeg je weer een nieuwe stapel papier mee om over te publiceren. Zijn pensioen noemde hij een vorm van kapitaalvernietiging, om zo lang mogelijk uit de weg te gaan. Hij doceerde tot aan zijn graf.  

Foto: archief Cicam
Leon Wecke (1932 – 2015) / Foto: archief CICAM

Er ging in de twintig jaar dat ik hier rondloop zelden een maand voorbij zonder een ontmoeting met Leon Wecke. Op straat, in de kantine, even langslopen op zijn kamer: Wecke nam altijd tijd voor een praatje, en je ging nooit weg zonder weer een nieuw boekje, een stapel papier of iets anders dat hij graag met de wereld wilde delen. Want ook daarom was ik welkom: Wecke had een goed oog voor de media en wilde graag met zijn bijna altijd tegendraadse opvattingen een of ander debat voeden. Hij toonde zich in die gesprekken een man van de terugkerende grappen, over de stapel van achthonderd sigarendoosjes bijvoorbeeld die jarenlang zijn kamer heeft gesierd, en zeker na het rookverbod altijd met een schalks lachje even zijn aandacht kreeg. Hij wist ook wel dat die stapel een keer zijn dood zou worden, maar goddank hebben zelfs die duizenden sigaren een mooie ouderdom niet in de weg gestaan. Hij werd er 83 mee, de laatste jaren overigens zonder die stapel doosjes, omdat na een eerder hartfalen een jaar of vijf terug zijn cardioloog én zijn vrouw een rookstop eisten. “Maar af en toe steek ik er nog eentje op hoor”, vertrouwde hij Vox toe in 2012. Wecke was geen man die zich dingen liet zeggen.

Foto: Dick van Aalst
Foto: Dick van Aalst

Europese Hof
Recalcitrant toonde hij zich zeker bij het bereiken van zijn pensioengerechtigde leeftijd in 1997. Daar kon geen sprake van zijn, doceren en schrijven was zijn lust en zijn leven en daar beloofde hij tot aan zijn graf mee door te gaan. Hij heeft dus woord gehouden, weten we nu: tot twee weken terug gaf hij nog college, totdat nieuwe ademhalingsproblemen er echt een einde aan maakten. Voor Wecke was doorgaan met werken niet alleen een persoonlijke keuze, maar ook een zaak van principes. Hij dreigde met een zaak bij het Europese Hof om zijn pensioen aan te klagen, in zijn ogen een vorm van leeftijdsdiscriminatie. Tot die zaak is het nooit gekomen, de dreiging was al voldoende om aan het werk te kunnen blijven. Dat de universiteit hem zijn werkkamer gunde was mogelijk ook gelegen in opportunisme: weg krijgen zou toch niet lukken en een titanische opruimklus bleef bespaard. Tot het einde toe schiep hij zijn werkruimte tot een monumentje van ogenschijnlijke wanorde, met stapels en stapels papier waarin ook Wecke waarschijnlijk niet meer de weg wist te vinden.

De mooiste herinneringen bewaar ik aan de theorie van Wecke als zou de geheime dienst een oogje hebben gehad op het werk van zijn afdeling, een gerucht dat sterker werd na een inbraak in het weekend op een werkkamer. Wie zat daarachter? En had het iets te maken met het even daarvoor door het Studiecentrum uitgebrachte boekje over het ‘geheim achter de bom’. Dat ging over de voor Nederlandse begrippen uiterst militante actiegroep RaRa, die midden jaren tachtig het land wist op te schrikken met een reeks bomaanslagen. Het boekje van Wecke deed vermoeden dat hij over bronnen beschikte bínnen RaRa, tot grote interesse uiteraard van een gefrustreerd justitieapparaat, dat de mensen achter die aanslagen nooit heeft weten te traceren. Hadden we aan de universiteit een Kuifje met speurzin en geheimen waar niemand weet van had? Wecke bleef er altijd geheimzinnig over, want een goed journalist (want ook dát bloed stroomde door zijn aderen) geeft nu eenmaal zijn bronnen niet prijs.

Foto: Freek Boedeltje
Foto: Freek Boedeltje

Steen in vijver
De journalist in Wecke verzaakte zelden, hij was voor het Soeterbeeck Programma de beste columnist die je kon wensen om een licht te schijnen over alweer een actuele kwestie. Of het nu over wolven ging, of over Libië of het vluchtelingenprobleem: altijd was er een even scherpe als humoristische tekst paraat die in de hal van het Erasmusgebouw door hemzelf op die zo mooie bromtoon werd voorgedragen. Maar hij wilde natuurlijk meer dan af en toe een steen in de vijver van de actualiteit gooien. Hij zocht en kreeg invloed dankzij colleges in het Clingendael Instituut en de Defensie Academie, tevens een bevestiging dat zijn hoofdwerk – over het vijandbeeld – hout sneed. Het is hem alleen niet gelukt om al dat losse werk te smeden tot een proefschrift, en ook dát streven werd een doorlopende grap. Ik vroeg hem de laatste jaren steevast hoever hij met dat proefschrift was gevorderd, en even steevast volgde het antwoord dat eraan werd gewerkt. “Het enige dat nog ontbreekt is een goede nietmachine”, zei hij me ooit, waarna ik hem op zijn 80ste verjaardag zo’n machientje cadeau deed. “Nu nog een promotor”, zo nam hij het geschenk in ontvangst, gevolgd door een belofte: “Ergens in 2013” zou die promotie een feit zijn. Quod non.

“Nu stoppen zou kapitaalvernietiging zijn”, zei Wecke toen hem een pensioen dreigde. We zijn achttien jaar verder, gelukkig een heleboel kapitaal rijker, en het is hem vergeven dat hij het geheim over RaRa en zijn belofte over het promoveren heeft meegenomen in zijn graf. En zo hoort het ook. Het tegendeel zou te voorspelbaar zijn geweest, en voorspelbaarheid hoort in de wereld van Wecke niet thuis. Ook met zijn overlijden wist hij toch weer te verrassen. / Paul van den Broek

3 reacties

  1. Henk Donkers schreef op 18 juni 2015 om 14:34

  2. Peter schreef op 4 juli 2015 om 01:50

    Het overlijden van Leon Wecke stemt mij triest. En het schokt mij mede, omdat zijn heengaan mij pas zo’n 3 weken na zijn dood bereikte.. Jarenlang heb ik met veel belangstelling zijn artikelen in De Vrijdenker gelezen. Scherp, analytisch en met de nodige humor wist hij de zaken m.b.t. mondiale conflicten te duiden. Verfrissend, tussen al die eenzijdige propaganda die over ons in de burgerlijke media wordt uitgestrooid.
    Ik zal Leon Wecke missen.

  3. Jaap Kries schreef op 14 oktober 2020 om 16:04

    Mij staan vooral zijn kleurrijke colleges bij. Vooral dat ene college, waarin hij een pistool trok en een keer in de lucht schoot. Sommigen renden het zaaltje uit, anderen bleven met stomheid geslagen zitten. Het was in de eighties, dus we waren nog niet gewend aan terrorisme. Hij wilde zo geloof ik de noodzaak van de geloofwaardigheid van de MAD theorie aantonen, als ik me het goed herinner. Het maakte in ieder geval veel indruk.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!