Vmbo’ers levens leren redden op school
Taskforce QRS, bestaand uit geneeskundestudenten, geeft reanimatieles op middelbare scholen. Uiteindelijk doel: iedere scholier leren reanimeren. Vox keek mee op middelbare school SSgN.
Een onmiskenbaar, doodnormaal schoollokaal met oranje zeil als vloerbedekking en houten stoelen in een kring. Anders dan normaal zijn de menselijke poppen op de vloer: zo’n acht stuks, op ware grootte. Het is er nog rustig en drie instructeurs spreken snel hun les even door. Dan komen al giechelend en grappend ruim twintig vmbo 4-scholieren de zaal in. Met de joligheid is het snel gedaan: vanmorgen leert de groep iets cruciaals. Reanimeren. Levens redden.
Taskforce QRS Nijmegen geeft reanimatielessen aan scholieren. Hoewel de stichting pas in 2014 opgericht werd, schoolt ze nu al zo’n duizend leerlingen per jaar. Lesgegeven wordt op het SSgN, een school in Boxmeer en binnenkort ook op het Stedelijk Gymnasium. Maar, vertellen bestuursleden Hilde Grens (21) en Xyrian ten Napel (20), ze breiden snel uit. Hilde: ‘Uiteindelijk doel is iedere scholier een les te geven. In Nijmegen, maar ook in de omgeving. Mook en Wijchen, bijvoorbeeld.’
Het elfkoppige Taskforce-bestuur wordt gevormd door geneeskundestudenten van de Radboud Universiteit. Zij putten uit een poule van instructeurs die van dezelfde opleiding komen. Gelijksoortige organisaties bestaan al in Maastricht, Utrecht en Leiden. Xyrian: ‘Streven is er in iedere universiteitsstad een op te starten.’ De Nijmeegse afdeling geeft af en toe ook avondcursussen voor volwassenen, maar ze richt zich voornamelijk op de scholier. ‘Zo is ons bereik het grootst. Want na de middelbare school waaieren leerlingen uit: ze komen overal terecht.’
Stayin’ Alive
Tegelijkertijd vormen scholieren een flinke uitdaging: iedere klas is anders. Vandaag blijken de leerlingen betrekkelijk enthousiast. Het door de instructeurs uitgelegde protocol — in het kort: Let op gevaar, controleer bewustzijn, bel 112, controleer ademhaling, start met dertig borstcompressies en beadem tweemaal — pikken ze snel op. Om en om oefenen de scholieren op de poppen. Als het toepasselijke Stayin’ Alive opgezet wordt, is het tijd compressies te proberen. Dertig keer, met een ritme van honderd per minuut; overeenkomstig met het nummer van de Bee Gees.
Scholier Jorn (15) lacht wat ongemakkelijk om de mond-op-mondbeademing, maar hij ziet het belang van de cursus wel in. ‘Ik heb mijn vader eens een reanimatie zien doen, dus ik ken het al een beetje. Ik ben blij met deze les, want het kan levensreddend zijn.’ Gymnastiekdocent Piet Burgers sluit zich daarbij aan. Hij moet zijn lesuren vandaag afstaan, maar dat doet hij graag. ‘Mijn leerlingen leren niet alleen hoe ze moeten handelen bij calamiteiten, mogelijk opent deze les deuren voor hen. Momenteel kiezen ze een vervolgstudie, misschien brengt dit hen op een idee.’
Evander Sno
Maar wat leer je nu helemaal in een paar uurtjes? Hilde: ‘Het is mooi meegenomen, maar ze hoeven niet perfect te kunnen reanimeren. We willen hen wat zekerheid geven: het is van belang dat ze weten wat hen te doen staat bij een ongeval. Ondersteunen misschien, de hulpdiensten waarschuwen.’
De leerlingen zijn inmiddels toe aan het laatste deel van de les: een scenario spelen. ‘Hé, kennen jullie Sno nog, die speler van RKC? We staan op het sportveld, en er zakt opeens een voetballer in elkaar. Wat doen jullie? Sneller beslissen, er ligt hier iemand dood te gaan!’ Onwennig zijn ze niet meer: razendsnel wisselen ze elkaar af bij het geven van compressies. Volgende week volgt de tweede en laatste les. Dan leren ze werken met een AED — ‘Die strijkijzers uit series.’ / Linda van der Pol