Het Liedjescollectief – een muzikale samenwerking tussen verschillende zangers en bands met een achtergrond op de universiteit – bestaat twee jaar. Om dat te vieren organiseren ze vrijdag 11 mei het Liedjesfestival in Brebl.

De zon weerkaatst in de vier zonnebrillen van de heren aan tafel. In de schaduw een paar meter verderop staat cultuurhuis Brebl, te midden van de andere fabrieksgebouwen op het Honigcomplex. Daar in de Brebl gaat het aanstaande vrijdag allemaal gebeuren. Dan organiseert het Liedjescollectief ter gelegenheid van zijn tweejarig bestaan zijn grootste evenement tot nu toe: het Liedjesfestival. Twee podia en acht acts, waaronder de muzikanten van het collectief zelf. Bonus: You Should Get to Know Us presenteert zijn nieuwste EP Usual Casanovas.

‘Spannend. We hopen op meer dan honderd man publiek’, zegt Sander Bisselink (24), student filosofie en bekend als zanger Überhaupt en als campusdichter. Naast en tegenover hem zitten Roy Loos (29, alumnus wiskunde) en Merlijn Olthof (25, promovendus Orthopedagogie) van de band You Should Get to Know Us en Niek van Hilten (25, alumnus moleculaire levenswetenschappen), alias Niekse. Allen zijn ze onderdeel van het Liedjescollectief, een muzikaal samenwerkingsverband van vijf artiesten.

Het Liedjescollectief

De basis voor het Liedjescollectief werd zo’n zes jaar geleden gelegd. Loos, Olthof en Van Hilten maakten toen deel uit van de muziekcommissie van Cultuur op de Campus. In 2016 waren ze nog steeds bevriend. Olthof: ‘We vroegen ons af wat een liedje precies is. Roy was destijds werkloos, dus hij had genoeg tijd om daarover na te denken’, lacht hij. Loos: ‘We hebben toen inderdaad nagedacht en kwamen tot de conclusie dat een liedje vooral dicht bij jezelf moet liggen en niet is geschreven met het oog op succes. Goed zingen of fantastisch een instrument bespelen is daarvoor niet per se nodig.’

Loos, Olthof en Van Hilten waren in 2016 net serieus begonnen met hun eigen muziek en wilden elkaar helpen. Van Hilten: ‘We wilden iets betekenen voor elkaar, voor Nijmegen en voor andere artiesten. Elkaar versterken door evenementen te organiseren, optredens te regelen en te helpen met opnames. Met die insteek begon het collectief.’ Al snel voegden de bevriende bands Zonder Grond en Galleons zich bij het collectief, een tijd later sloot ook Bisselink aan. Bisselink: ‘Zie het collectief als een soort label: we zijn een instantie achter de muziek die optredens regelt en een online winkel beheert.’

Een jongensdroom

Toen de kern van het Liedjescollectief eenmaal bij elkaar was, benaderden ze andere artiesten om hier te komen spelen. Ze verzorgden de hele productie, waarbij ze veel hadden aan hun ervaring bij Cultuur op de Campus en Red Shoe Sessions. Ook buitenlandse artiesten werden gevraagd. Dat begon voor Loos meteen met een jongensdroom. ‘Ik was vroeger ontzettend fan van de Britse band Nine Black Alps met zanger Sam Forrest. Toen ik er achter kwam dat Forrest solomuziek maakte, heb ik hem uitgenodigd om hier te komen spelen. En hij kwam nog ook! Hij logeerde een weekend lang bij mij op mijn studentenkamer en sindsdien houden we contact en touren we zelfs met hem.’

‘Hij logeerde een weekend lang bij mij op mijn studentenkamer!’

De komende jaren hoopt het Liedjescollectief wat meer bandjesavonden te organiseren. Dat is nodig, want volgens de leden is het gat tussen de grotere en kleinere muziekpodia in Nijmegen erg groot. Bisselink: ‘We zijn geen beginners meer, maar ook niet professioneel. Dan is het erg lastig om een groter podium te regelen. Door samen te werken krijgen we toch veel voor elkaar.’

De mannen hebben geen van allen de motivatie om zich commercieel te ontwikkelen. Olthof: ‘We willen altijd muziek blijven maken, maar niet als baan. Het gaat er vooral om dat reis- en productiekosten gedekt zijn. Zo gaat de entree van het Liedjesfestival volledig naar de buitenlandse artiesten die hier voor niks komen spelen. Over het festival gesproken: Sander, zou jij bij ons een aantal nummers op de mondharmonica willen spelen?’

Het Liedjesfestival in Brebl begint vrijdag 11 mei om 19.00 uur. Tickets kosten 8 euro.