Liefde zonder grenzen: voor deze stelletjes is nationaliteit geen punt

23 mrt 2023 ,

Liefde is wel bestand tegen een paar cultuurverschillen, bewijzen deze Duits-Nederlandse stellen. Hoe ervaren zij hun relatie? 'Ik identificeer Joke eigenlijk helemaal niet als Duits.'

Politicologiestudent Joke Reuvers (25) is Duits, Christiaan Roest (32) Nederlands. Ze hebben nu anderhalf jaar een relatie en leerden elkaar vloeiend hun talen.

Christiaan en Joke ontmoetten elkaar op het terras van restaurant Bhalu in de Nijmeegse binnenstad. Joke: ‘Ik bestelde in gebroken Nederlands een cappuccino. Christiaan antwoordde in heel slecht Duits dat we ook wel Duits konden praten.’ Er sprong een vonk over en de twee kregen een relatie. ‘Vanaf dat moment oefenden we elkaars taal. We deden om en om een dagje Duits en een dagje Nederlands.’

Anderhalf jaar verder spreken beiden vloeiend Duits én Nederlands. Hun verschillende nationaliteiten zijn geen punt. Hoogstens biedt het ‘net een beetje meer uitdaging’, aldus Christiaan. ‘Maar dat past wel bij me.’ Hij ziet vooral voordelen. ‘Ik vind de natuur in Duitsland erg mooi. Ook is kerst met Jokes familie heel gezellig.’

‘Nederlanders likken hun mes af’

Joke: ‘Ik vind het vooral leuk om een Nederlander te daten. Ik zeg dat ook altijd als ik het met andere mensen over onze relatie heb.’ Zijn er dan helemaal geen culturele verschillen? O, jawel. ‘Wat ik écht gek vind, is dat ik allemaal felicitaties ontvang op Christiaans verjaardag’, zegt Joke. Nog absurder: ‘Nederlanders likken hun mes af. Als ik iemand dat zie doen, durf ik te wedden dat het een Nederlander is.’

Maar het beeld van de directe Hollander valt reuze mee, vindt Joke. ‘Eigenlijk ben ik de directe in onze relatie. Christiaan had een keer een nieuwe broek gekocht en toen zei ik: “Nou, die is lelijk.” Daar moest hij tien minuten van bijkomen.’ Christiaan: ‘Ik vind dat we geen van beiden voldoen aan het stereotype van de Nederlander of Duitser. Ik identificeer Joke eigenlijk helemaal niet als Duits.’

Susanne (links) en Sarah. Foto: Duncan de Fey

Sarah Wössner (28) komt uit Duitsland en studeert Biology. Susanne Könings (32, alumna kunstmatige intelligentie) komt uit Nederland. De twee ontmoetten elkaar online en zijn zo’n drie maanden samen.

Sarah woont negen jaar in Nederland en heeft ook al eerder met Nederlanders gedatet. Lachend geeft ze toe dat ze dus al wat ervaring heeft opgedaan met het buurvolk. Vooral het gebruik van wasknijpers heeft indruk gemaakt. ‘Nederlanders gebruiken die voor allerlei andere dingen dan de was, daar begrijp ik helemaal niets van.’

Volgens Susanne is Sarah verder behoorlijk vernederlandst. Sarah: ‘Maar Susanne is dan weer geen stereotiepe Nederlander. Ze is niet zo direct als sommige anderen. Zij denkt net als Duitsers wat meer na over hoe iets kan overkomen, voordat ze het zegt.’ Dit is Susannes eerste relatie met iemand uit Duitsland, dus benoemen wat Sarah nu typisch Duits maakt, vindt ze lastig.

‘Geef mij maar stevig brood’

Om daar wat fingerspitzengefühl voor te krijgen, leert ze momenteel de taal. Zo kan ze ook makkelijker kletsen met de schoonfamilie. Susanne: ‘En dan kan ik eindelijk alle Instagramgrapjes begrijpen die ik door Sarah voorgeschoteld krijg.’

De twee ervaren geen onoverbrugbare culturele verschillen, maar Susannes fietsgedrag is opmerkelijk, vindt Sarah. ‘Het maakt niet uit of het ’s ochtends nog donker is, of dat iets heel ver weg is: ze wil altijd óveral met de fiets naartoe.’ Deze typisch Nederlandse eigenschap weet Susanne te compenseren met iets Duits. ‘Ik vind die slappe Nederlandse boterhammen uit de supermarkt niks. Geef mij maar stevig brood.’ Sarah knikt goedkeurend: ‘Kijk, als ik dat hoor, dan gaat mijn hartje sneller kloppen.’

Henning Meredig (docent moderne talen en culturen) en Lianne La Faille. Foto: Duncan de Fey

De Duitse Henning Merendig (docent moderne talen) en de Nederlandse Lianne La Faille (administratief ondersteuner) hebben elkaar ondanks enkele cultuurverschillen helemaal gevonden.

De Nederlandse Lianne houdt van de Duitse structuur van haar vriend, en andersom heeft Henning geen enkel probleem met de Nederlandse directheid. Sterker nog: het mag van hem af en toe wel een beetje directer. Zoals wanneer Nederlanders een werkafspraak hebben. Dan beginnen ze eerst over het weer of over files op de weg, is Hennings ervaring. ‘Ze willen elkaar leren kennen, voor ze het zakelijke gesprek starten. Dat is toch helemaal niet efficiënt? Je hebt maar een uur!’

Die Duitse zakelijkheid vertaalt zich soms ook naar de thuissituatie. ‘Lianne benadrukte vroeger tijdens het eten, net als andere Nederlanders, steeds opnieuw hoe lekker het is.’ Lianne kijkt hem eerst verbaasd aan, maar schiet in de lach als Henning een demonstratie geeft: ‘”Hmm … lekker hoor die soep. Óverheerlijk. Wát een lekkere soep.” Wij zeggen dat één keer en dan is het genoeg.’

‘Als Nederlanders het woord “gratis” zien, is het snel goed’

Duitsers kunnen dus wat botter overkomen, concludeert Henning. ‘Opmerkelijk genoeg is dat in het buitenland juist andersom. Wij Duitsers zijn dan wat afwachtender, en vragen het netjes als we iets niet weten. Nederlanders zijn soms wat onbehouwen.’ Lianne beaamt dat schuldbewust. ‘Nederlanders hoor je van ruime afstand aankomen!’

Ook zijn wij wat naïever, vindt ze. ‘Als ik een voordeelactie zie in de winkel, dan word ik meteen enthousiast.’ Henning: ‘Ik leg vervolgens uit dat de supermarkt nog steeds winst maakt. Maar dat maakt haar niet uit – als het maar een goede deal is. Plat gezegd: als Nederlanders het woord “gratis” zien, is het snel goed.’

Leuk dat je Vox leest! Wil je op de hoogte blijven van al het universiteitsnieuws?

Bedankt voor het toevoegen van de vox-app!

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!