Liefdesbrieven (2): Herman Gorter
Een liefdesbrief schrijven aan je Valentijn, hoe doe je dat? Vox plaatst deze week iedere dag een liefdesbrief ter inspiratie. Vandaag: een fragment uit een brief aan Jenne uit juni 1911, geschreven door Herman Gorter. ‘Wie schrijft er nog zo?’, aldus docent Algemene Cultuurwetenschappen Mathijs Sanders.

Lieveling!
Wat is er toch tusschen mij en een wezenlijk groot dichter een geweldige afstand. Ik ben niet sterk genoeg, geliefde. Ik laat mij te gauw meesleepen, neerdrukken, weer omhoog brengen. Ik mis die vastheid en zekerheid waardoor men als een rots blijft te midden van al de wisseling van het kleine daagsche. Zelfs in het groote kan ik niet altijd even vast staan.
[…]
Vergeef mij daarom geliefde als ik vaak zwak ben en niet vast en hoog genoeg denk en spreek en doe. Denk altijd hij is niet meer dan een klein dichter met aspiraties naar en instinctief voelen van het groote en vaste waarvoor zijn eigen krachten niet genoeg zijn maar waaraan hij soms even raakt.
Mathijs Sanders, docent Algemene Cultuurwetenschappen: ‘Herman Gorter (1864-1927) is onze grootste liefdesdichter. Vanaf 1901 schreef hij honderden hartstochtelijke liefdesbrieven aan twee van zijn oud-bijlesleerlingen klassieke talen, Ada Prins en Jenne Clinge Doorenbosch. Zij waren respectievelijk vijftien en zesentwintig jaar jonger dan de getrouwde dichter. Dit is een fragment uit een brief aan Jenne uit juni 1911. De brieven aan Ada en Jenne verschenen onlangs onder de titel Geheime geliefden. De prachtige uitgave van die brieven vormt een soort spoedcursus liefdesbrieven schrijven. De poëzie, de liefde en het socialisme gaan er een hecht verbond aan. Wie schrijft ze nog zo?’
Nog niet voldoende inspiratie opgedaan om jouw Valentijn in katzwijm te laten vallen? Morgen organiseert het Soeterbeeck Programma een cursus liefdesbrieven schrijven. Op de liefde!