Liefdesbrieven (4): Vladimir Nabokov
Een liefdesbrief schrijven aan je Valentijn, hoe doe je dat? Vox plaatst deze week iedere dag een liefdesbrief ter inspiratie. Vandaag op Valentijnsdag als laatste aflevering de keuze van Wout Waanders: fragmenten uit een brief aan Vera uit juni 1923, geschreven door Vladimir Nabokov.
Ik zal er niet omheen draaien: het overkomt me zo zelden dat mensen mij, tsja, begrijpen, zo zelden dat ik de allereerste momenten van onze ontmoeting dacht dat het een grap was, zo’n streek die bij gemaskerde bals uithalen. […] Er zijn dingen waar je moeilijk over kunt spreken – je veegt het wonderlijke stuifmuil eraf door ze met woorden aan te raken. […] Ja, ik heb je nodig, mijn sprookje. Want jij bent de enige persoon met wie ik kan praten – over de kleur van een wolk, over het zingen van een gedachte en over het feit dat ik vandaag op weg naar mijn werk elke zonnebloem in het gezicht heb gekeken en ze allemaal met hun zaden naar me zag terug lachen.
[…]
Heb je er ooit bij stilgestaan hoe vreemd, hoe moeiteloos onze levens bijeenkwamen? Waarschijnlijk verveelde God daarboven in de hemel zich en werd hij bekropen door een hartstocht die hij niet vaak ervaart. Het is alsof er in je ziel voor elk van mijn gedachten een plek klaarligt. Toen Monte Christo bij zijn nieuw gekochte paleis kwam zag hij op de tafel onder meer een kistje van lakwerk staan; hij zei tegen zijn eerste bediende, die voor hem uit was gereisd om alles te regelen: ‘Ik wil mijn handschoenen.’ De bediende begon te stralen en deed het overigens weinig bijzondere lakwerken kistje open, en inderdaad: daar lagen de handschoenen.
Wout Waanders is Neerlandicus en maakt stiftgedichten voor Vox: ‘Ik heb gekozen voor de schrijver die het meest romantisch over vrouwen kan schrijven, in mijn optiek, Vladimir Nabokov. Zijn brief aan Vera is interessant, omdat daar duidelijk te zien is dat hij eigenlijk te weinig papier had voor wat hij zijn grote liefde wilde vertellen.