Liegen voor de wetenschap op Lowlands
Een leugentje om bestwil: wie goed onderzoek wil doen naar (on)eerlijk gedrag kan zelf óók niet helemaal eerlijk zijn tegen zijn respondenten. Radboud-wetenschappers Tjits van Lent en Thijs Verwijmeren experimenteerden dit weekend met de waarheid. Plaats van handeling? Muziekfestival Lowlands.
Lianne Verweij en Maarten Levert hebben wel zin om een gokje te wagen: het Nijmeegse stelletje staat in de rij voor het wetenschapscasino, een van de tien experimenten waar bezoekers van Lowlands Science aan mee kunnen doen. ‘Voor de wetenschap’, zegt Lianne. ‘Om te winnen’, aldus Maarten.
Wat het motief ook is: de wetenschap is hoe dan ook gebaat bij de deelname van de twee aan het experiment. Maar wat het wetenschappelijke doel precies is? Lianne en Maarten halen hun schouders op. ‘Dat weten we eigenlijk nog steeds niet’, zeggen ze als ze naar buiten komen.
Wat ze in het wetenschapscasino hebben gedaan is grofweg het volgende: Lianne, speler één, werpt een dobbelsteen – haar vriend kan haar worp niet zien. Zij schrijft het geworpen getal op een briefje en geeft dat door aan vriend Maarten. Hij werpt ook, en schrijft zijn aantal op hetzelfde briefje. Komen de getallen overeen, dan maakt het duo kans op een prijs. Dat procedé herhaalt zich tien keer.
Leugentje
‘We lichten bezoekers bewust niet in over het doel van ons experiment’, zegt onderzoekster Tjits van Lent. De tekst bij de ingang van Lowlands Science, die rept van een onderzoek naar het nemen van risico’s in gezelschap, is dan ook een ‘covertekst’, aldus Van Lent. Een verzinsel dus, dat ook gebruikt werd in het persbericht over Lowlands Science. Het echte doel, dat is geheim en kan ze ons alleen vertellen als wij het niet onthullen terwijl het experiment nog loopt – het hele Lowlands-weekend.
‘Waar we onderzoek naar doen’, zegt Van Lent ‘is (on)eerlijk gedrag.’ Maar, legt ze uit, dat is nogal een beladen onderwerp. ‘Kennen mensen onze werkelijke interesse, dan beïnvloedt dat de onderzoeksresultaten. Niemand staat graag te boek als leugenaar.’ Het doel heiligt de middelen: een leugentje voor de wetenschap. Uiteindelijk controleert Van Lent hoe vaak er gelogen is door de uitkomsten van alle dobbelspelletjes te vergelijken met wat statistisch aannemelijk is.
Stomp
De crux van het experiment zit ‘m erin dat de respondenten niet van elkaar weten wat ze gooien – en dus ook niet of het genoteerde aantal ook écht gegooid is. Speler 2 – in dit geval Maarten – kan opschrijven wat hij wil. Gevraagd naar zijn eerlijkheid in het spel, schiet hij in de lach. ‘Ik heb twee keer gelogen. Of drie keer misschien.’ Zijn vriendin kijkt hem vol ongeloof aan.
Rationeel gezien heeft Maarten natuurlijk groot gelijk, legt Van Lent uit. Hij speelt immers om te winnen, en door zes in plaats van drie keer hetzelfde cijfer op te schrijven, maakt hij meer kans op een prijs. ‘Hoewel hij natuurlijk ook elke keer had kunnen liegen, dat was nóg economischer geweest.’
‘Liegen is niet altijd egoïstisch’
Onderzoeker Van Lent – officieel is ze nog twee weken student aan de research master behavioural science – lijkt overigens niet verbaasd als we haar vertellen dat haar respondent heeft gelogen. ‘Ik kan natuurlijk niks over individuen zeggen. Maar we verwachtten al dat mensen die elkaar kennen, vaker liegen als ze samenwerken. Dat noemen we in-group favoritism.’ In deze context is het liegen juist niet egoïstisch, stelt Van Lent. ‘Je doet je vriend of vriendin er eigenlijk juist een plezier mee.’
Dat lijkt Lianne echter nog niet zo op te vatten, want ze geeft haar vriend een kleine stomp op zijn schouder. Lachend: ‘Ik weet niet wat dit over de relatie zegt.’