Literatuurcriticus Wam de Moor overleden

14 jan 2015

Maandag overleed literatuurcriticus Wam de Moor (78). Van 1974 tot aan zijn pensioen was hij docent aan de Radboud Universiteit. ‘Hij had een warmte die zo vaak ontbreekt aan de universiteit omdat ieder voor zichzelf werkt.’

Wam de Moor met het boek Ik probeer mijn pen dat hij schreef met Fernand Lodewick en Kees Nieuwenhuijzen in 1979. Foto: Commons.wikipedia.org
Wam de Moor (links) met het boek ‘Ik probeer mijn pen’ dat hij schreef met Fernand Lodewick en Kees Nieuwenhuijzen in 1979. Foto: Commons.wikipedia.org

‘Ach, Wam.’ Het is de eerste reactie van oud-Letterendocent Hans Ester op de dood van literatuurcriticus Wam de Moor. De Moor overleed maandag op 78-jarige leeftijd. ‘Arme Wam. Je denkt altijd dat zo iemand honderd wordt.’

Wam de Moor werkte van 1974 tot aan zijn pensioen als docent aan de Radboud Universiteit. Een groot aantal jaren was hij collega van Hans Ester, die eveneens doceerde en recensies schreef. ‘Wam was een bijzonder mens. Hij had een warmte die zo vaak ontbreekt aan de universiteit omdat ieder voor zichzelf werkt.’

De Moor zocht verbindingen, wilde krachten bundelen. In de beginjaren werkten de verschillende kunstopleidingen op de universiteit langs elkaar heen: muziek, theater, overdrachtskunde. Ester: ‘Daar hebben we eenheid in gebracht. Die samenwerking was een kolfje naar de hand van Wam. Hij moet af en toe een koude douche hebben gehad op de universiteit, als hij erachter kwam dat die uit losse republiekjes bestond.’

Student-correspondent
De Moor begon zijn eigen schrijverij in 1957. Hij was student-correspondent voor De Gelderlander. In 1959 schreef hij voor die krant zijn eerste recensie. Midden jaren zestig begon hij aan zijn scriptie over J. van Oudshoorn. Hij promoveerde in 1982 op die auteur aan de universiteit van Leiden en publiceerde diens biografie. Voor De Tijd schreef hij inmiddels recensies.

In Nijmegen doceerde hij over literatuur. Ester: ‘Wam was altijd gericht op het overdragen van betrokkenheid op zijn studenten. Hoe konden die studenten er later voor zorgen dat leerlingen in hun klassen plezier kregen in het lezen van de boeken die verplichte kost waren voor hun lijst?’ De Moor richtte er zelfs een tijdschrift voor op: Tsjip. Over literatuuronderwijs.

‘Wam heeft zo ontzettend veel gedaan’, vervolgt Ester. ‘Hij richtte een club op binnen Letteren. Ik zat in het bestuur. We organiseerden lezingen met een lunch.’ De Moor schreef samen met Ester een boek over de Tweede Wereldoorlog. ‘Toen heb ik gemerkt hoe enorm efficiënt hij werkte. Ach, hoeveel mensen hij niet heeft aangezet tot het schrijven van boeken.’

Met zijn boekrecensies maakte hij niet alleen vrienden. A.F.Th. van der Heijden joeg hij tegen zich in het harnas. Evenals W.F. Hermans. In een interview in het tijdschrift Literatuur zei De Moor daar in 1994 over: ‘Ik heb me niet erg geliefd gemaakt, en daar ben ik de laatste jaren zeer blijmoedig onder. Het heeft me vroeger enorm gestoord hoor, en ik vrees ook dat het mijn carrière beïnvloed heeft. Maar tegenwoordig denk ik: ik ben wie ik ben, en als ik niet beval, beval ik niet – het zij zo.’

De Moor werd nooit hoogleraar. ‘Dat had eigenlijk wel gemoeten’, zegt Ester. Maar zijn collega werd niet altijd voldoende gewaardeerd voor wat hij deed, vermoedt Ester. ‘Het was een ontzettend vriendelijk mens.’ Thuis in Nijmegen woonde hij tussen de boeken. Die stonden zelfs in de badkamer en in het toilet, weet Ester. ‘Ach, Wam.’ / Annemarie Haverkamp

0 reacties

  1. Pien van Gaalen schreef op 15 januari 2015 om 18:22

    Een sympathieke en bezielende docent is heengegaan. Wat heb ik plezier beleefd aan zijn colleges literatuurdidactiek.
    Zoveel enthousiasme; uitzonderlijk!

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!