Dossier

Liveblog: Lees hier het dagboek van de hoogleraar die de Tour fietst

27 jul 2019

Van 6 tot en met 27 juli rijdt hoogleraar Epidemiologie Bart Kiemeney de Tour de France om geld in te zamelen voor kankeronderzoek. Voor Vox houdt hij een dagboek bij.

27 juli: Rambouillet – Parijs

We waren niet om 01.00 uur, maar om 02.15 uur bij het hotel. Vanwege een kort bezoekje aan de McDonalds bij een benzinepomp en de nodige aquaplaning. 5 uur lang noodweer onderweg. Na een snelle douche om 02.30 uur in bed en om 05.30 uur er weer uit. Niet grappig.

Na het ontbijt nog eens 2 uur verplaatsing richting Parijs. Nog steeds in stromende regen. Jammer, maar overall gaan we niet klagen over het weer tijdens deze Tour.

Bart Kiemeney op de Place de la Concorde in Parijs. Foto: privé

Onze etappe vandaag is kort. 73 in plaats van 128 kilometer. Wij kunnen niet acht keer over de Champs-Elysées. Die is nog niet verkeersvrij. Wij doen het één keer. Daar staat tegenover dat wij gisteren en eergisteren veel langere en zwaardere etappes hebben gehad vanwege de aanpassingen in de echte Tour.

Als we starten met de etappe is het ineens droog. Geweldig. Parijs is natuurlijk niet handig om te fietsen. Stoplichten. Druk verkeer. Afzettingen vanwege de wekelijkse ‘gele hesjes’ demonstraties. De Tour de France-route die tegen het verkeer ingaat, enzovoort.

Foto: Bart Kiemeney.

De ontvangst op de Champs-Elysées maakt veel goed. Juichende familie en vrienden met spandoeken (vooral voor de drie Belgen bij ons). Voor mij waren mijn vrouw, dochters en schoondochter ‘s ochtends overgekomen met de Thalys. Na foto’s voor de Arc de Triomphe, een lunch bij een brasserie en veel uitzoekwerk / gedoe met bagage in verschillende busjes nemen we afscheid van elkaar. Iedereen trots en voldaan. Maar op de vraag wie bij de volgende editie weer meedoet, blijft het stil.

26 juli: Albertville – Val Thorens

Dat was de laatste Alpenetappe. Zwaar. 133 kilometer maar. Maar wel met 4.200 hoogtemeters. Over de Cormet de Roselend (eerste categorie; 20 kilometer klim tot 1.950 meter; vanaf het stuwmeer geweldig mooi), een col van de tweede categorie (10 kilometer klim met een zeer gevaarlijke afdaling: profs pas op morgen) en een klim van 33 kilometer (geen typefout!) naar Val Thorens (buitencategorie, 2.365 meter, continu over een drukke autoweg). De laatste was vooral mentaal zwaar. 33 kilometer is gewoon te veel.

Wel superleuk dat Laszlo, een Radboudcollega van de EOV, me 5 kilometer voor de top stond op te wachten om het laatste stuk mee te fietsen. Wie weet hoelang hij daar al stond te wachten want heel veel puf had ik niet meer. Bij de top kregen Laszlo en ik een biertje van een paar verbaasde Nederlanders (“de hele Tour?”). Eén kilometer voor de top werden we ook nog getrakteerd op een hoosbui. In mijn koffer zitten de vieze natte kleren van gisteren nog; er komt nu nog een setje bij.

Het grote baalmoment van vandaag had ik vanmorgen. Net voor de Tour had ik van mijn oudste dochter en haar vriendin een leren armbandje gekregen met de tekst “Jij kan dit”. Bij alle zwakke momenten hoefde ik alleen maar naar mijn rechterpols te kijken om weer op mijn tanden te kunnen bijten. Vanmorgen keek ik naar mijn pols, geen armband. Ik moest hem kwijt zijn geraakt bij de startplek. Ik kon zelf niet meer terug. Meteen Marcel gebeld, een van de begeleiders. Ik hoefde hem niet uit te leggen hoeveel emotionele waarde het had. Ik had het bandje in Parijs symbolisch terug willen geven aan mijn dochter om haar te helpen met een uitdaging voor haar (“Nu jij”). Marcel reed meteen terug naar de startplek (en verstoorde daarmee de gehele pauzeplanning). Maar niks te vinden. Echt balen, maar het is niet anders.

Ondertussen is het noodweer en zitten we in een busje voor een verplaatsing van 5 uur naar Auxerre (we rijden net de gehele reclamekaravaan voorbij). ETA 01.00 uur vannacht. En de wekker gaat gewoon weer af om 5.30 uur. We hebben tenslotte nog één etappe naar Parijs. Niet echt vakantie, zo’n Tour.

25 juli: Saint-Jean-de-Maurienne – Tignes

Gisteravond wilde de chauffeur van het busje eerst de lange verplaatsing naar het hotel doen en daarna pas eten. Wij wilden het graag anders, maar ja. Uiteindelijk zaten we pas om 22.45 uur aan tafel. Rond middernacht op mijn kamer. Zeer slecht geslapen daardoor.

Vanmorgen ging het vanaf de start al omhoog en ik voelde dat ik papbenen had. Dat zou een lange dag gaan worden. Mijn slechtste dag tot nu toe. Helaas stonden er wel de nodige cols op het programma. Twee van de derde, een van de tweede, een van de eerste en een van de buitencategorie (de Col de L’Iseran, met 2.770 meter het dak van deze Tour en wat mij betreft de mooiste col tot nu toe: morgen kijken naar de Tour!).

Een groot gedeelte van de dag had ik het gevoel dat ik het niet zou gaan halen. Dat werd pas anders tegen het einde van de Iseran. Net voor de laatste klim sloeg het weer om en begon het stevig te onweren. Juist die klim, in de stortregen, ging uitstekend. Alleen de afdaling was vreselijk. Koud en spekglad. Waarom heb ik geen fiets met schijfremmen gekocht?

Ik kreeg erg leuke reacties op de Avondetappe gisteravond. Van de groep maar ook van de tientallen nieuwe, meestal onbekende, donateurs. Zelfs bij de etappe vandaag werd ik een paar keer toegeroepen vanuit de campers: ‘Kom op Bart! Hou vol’. Ik voelde me bijna een BN’er.

Waardeloze statistieken vandaag: 133 kilometer, aantal hoogtemeters 4.000, maximale snelheid 76,5 kilometer per uur, gemiddelde snelheid 17,4 kilometer per uur (schaam me diep). Nog één echte etappe (die van zaterdag tel ik niet mee). Ik hoop wel met droog weer want lange afdalingen in de regen is echt niet prettig en kost heel veel extra tijd.

24 juli: Embrun – Valloire

Dat was hem dan, de koninginnenetappe. We begonnen er vroeg aan. Om 5.00 uur op, om 5.30 uur ontbijt, om 6.00 uur verplaatsing naar de start in Embrun. Om vervolgens vanaf 7.00 uur te gaan fietsen en na anderhalf uur, inclusief een bergje van de derde categorie, weer langs ons hotel te komen. Niet echt efficiënt, maar ja, dat is wielrennen sowieso niet.

Michiel, de man van collega Tineke, zou vandaag meefietsen. Michiel is een echt oermens en heeft meer het niveau van de jonge goden in onze groep dan van de oude gekken, waartoe ik behoor. Ik heb hem alleen bij de eerste pauze nog even gezien. Hij heeft ongetwijfeld de etappe ‘even afgeraffeld’.

Op de top van de Izoard.

Echt schitterende etappe trouwens. Door de imposante Franse Alpen. Jammer dat we zoveel moesten klimmen. De Col de Vars en de Izoard waren loodzwaar. Dus ik vreesde de Galibier wel een beetje. Net als mensen van de Avondetappe me zouden komen filmen. Ik had met hen afgesproken een kilometer of tien voor de voet van de Lautaret, die overgaat in de Galibier.

Na even koffie gedronken en wat doorgesproken te hebben ging ik weer op pad. Ik zag toen pas op waarschuwingsborden langs de weg dat de Lautaret en de Galibier om 18.00 uur zouden worden afgesloten. Oops. Dat betekende in straf tempo de Lautaret op en hopen dat ik (en de NOS-mensen) op tijd zouden zijn om de Galibier nog op te mogen. Dat lukte maar ik had er wel een jasje voor uit moeten doen. Ik dacht dat me dat wel op zou breken op de Galibier. Maar gelukkig bleek die makkelijker dan verwacht. De camera cirkelde om me heen en op de top volgde nog een interview. Ben benieuwd hoe het eruitziet op televisie. En natuurlijk of het wat donateurs oplevert.

Vandaag dus 208 kilometer, 20,0 kilometer per uur gemiddeld, ruim 4.600 hoogtemeters. Morgen weer een boel klimmen, maar wel minder kilometers. Er is tenslotte maar één echte koninginnenetappe.

23 juli: Pont du Gard – Gap

Het was gelukkig minder warm vandaag. 39 in plaats van 40 graden Celsius. Weer Online had een matige zuidwestenwind voorspeld. En wij moesten van Pont du Gard noordoost naar Gap. Perfect dus. Nou, ze mogen die Jan Pelleboer van Weer Online wel naar huis sturen. 200 kilometer wind tegen. Geen harde wind maar toch. En omdat ik ‘s ochtends voor vertrek nog een interview had met Omroep Gelderland zat ik vanaf het begin alleen.

Alles bij elkaar dus toch nog een pittig tochtje. Wel hele mooie stukken in de etappe. Net na de lunch fietsten we door een vallei met grote lavendelvelden. Daarna door de schitterende Gorges de Meouse. Ik zat zo te genieten dat ik vergeten ben om foto’s te maken. Ik heb nu met twee Tours en diverse vakanties al zeker 10.000 km door Frankrijk gefietst en de schoonheid blijft verbazen.

Foto: Bart Kiemeney.

Verder stond vandaag alles in het teken van drinken en verkoeling zoeken. En van mijn rugzak. Die had ik in het busje gelegd dat bij de lunch zou zijn maar daar zat hij niet meer in. Omdat er vandaag ook een fiets van een trailer is gestolen dacht ik dat mijn rugzak ook weg was. Met mijn dure brillen, portemonnaie enzovoort. Op het eind van de dag bleek dat iemand hem in een ander busje had gezet. Pffff.

Na aankomst in Gap na 200 kilometer, 2.200 hoogtemeters en 25,2 kilometer per uur gemiddeld nog een verplaatsing van 1 uur naar het hotel. Morgen de Koninginnerit van Embrun naar Valloire (208 kilometer) over een col van de derde categorie, de Col de Vars (eerste categorie; 2.109 meter), de Col d’Izoard (buitencategorie; 2.360 meter) en de Galibier (buitencategorie; 2.642 meter. Een beetje nerveus zijn we daar wel voor. Goed dat we allemaal nog zo fris zijn na twee van deze koele dagen….

22 juli: Nîmes – Nîmes

Vandaag ‘Just a day at the office (but without airco).’ Op het heetst van de dag was het 40 graden Celsius. Dan wordt een makkelijke etappe van 177 kilometer over glooiend terrein van Nîmes naar Nîmes toch nog best afzien. De bidons zijn te snel leeg. En dan kom je bij de pauzeplaats en is er weer niks kouds te drinken. Heel de dag water of cola van 40 graden! Echt smerig. En in eten heb je al helemaal geen zin terwijl je weet dat je niet zonder kan.

Foto: Bart Kiemeney.

Vandaag fietste Sjef, mijn fietsmaat uit Haps, weer mee. Beresterk. Maar ook Sjef had ‘s middags last van de warmte, terwijl hij toch wel wat gewend is. Het was leuk om eens over de Pont du Gard te fietsen. Mooie plaatjes. Verder een etappe om snel te vergeten. Veel te veel drukke provinciale wegen.

177 kilometer dus. Gemiddeld 28,1 kilometer per uur (dat kan er eindelijk een beetje mee door). Hoogtemeters: 1600. Maximaal tempo 40.7 kilometer per uur. Morgen meer klimmen en meer kilometers in die hitte. Ik weet waarom ik dit doe. Maar anders….

21 juli: Rustdag

Echt een rustdag vandaag. Was ook wel nodig. Gisteravond kwamen we pas tegen middernacht in het hotel aan na een lange verplaatsing. Vanmorgen uitgeslapen tot 8.30 uur. De tijd genomen voor ontbijt, fiets gepoetst, even later alweer lunch (met een klein groepje) in een veel te duur restaurant aan het strand, een korte duik in de Middellandse Zee, Tour gekeken in het centrum van Montpellier (mooi!) en weer diner in de buurt van het hotel. Ik voel me al een beetje schuldig over zoveel inactiviteit. Gelukkig zagen we vanmiddag wel dat ook de profs de etappe van gisteren, en speciaal de 18 procent steile Mur de Péguère, lastig vonden.

Ondertussen zie ik dat al meer dan 460 mensen mijn actie voor het Radboud Oncologie Fonds hebben gesteund. Geweldig. Het is me gelukt om de eerste paar honderd donateurs een persoonlijk bedankje te sturen. Sinds de start van de Tour is dat helaas niet meer mogelijk. Mijn excuses. Maar bij dezen mijn grote dank aan iedereen.

Morgen de normaal gesproken makkelijke etappe van Nîmes naar Nîmes. Alleen de weersverwachting (38 graden) kan de 177 kilometer nog wel lastig maken.

20 juli: Limoux – Prat d’Albis

Dat was de laatste Pyreneeënetappe. Behoorlijk zwaar. 197 kilometer met 4.000 hoogtemeters over de Col de Montsegur (tweede categorie), Port de Lers (eerste), de Muur van Péguère (eerste) en de Prat dAlbis (eerste). Als je ooit in de buurt bent van die Muur, niet doen. Niet zo erg als die Col de Chevrères vorige week maar wat mij betreft toch goed voor een negatief reisadvies. Steil kreng.

Verder geen rare dingen vandaag. Perfect weer, supermooie omgeving. Een beetje sneu voor de dame in onze groep. Ze kwam te laat aan bij de derde col en mocht niet meer naar boven van de politie. Daardoor was ze pas om 20.45 uur aan de voet van de vierde col. Te laat om daar nog naar boven te gaan. Ook mijn slapie is vandaag afgestapt. Hij had te veel last van zijn knie om de Muur op te kunnen. Er zijn er nu al zes die niet alles hebben gefietst (één flierefluiter met een aparte planning, één ongeluk, twee zitvlakproblemen, één knie en één tijdprobleem).

Na afloop van de etappe eten we in Foix, aan de voet van de laatste col. In ons stinkende kloffie. Daarna nog een verplaatsing van 2,5 uur naar een hotel in Montpellier. Morgen RUSTDAG!

19 juli: Tarbes – Tourmalet

Vandaag de veertiende etappe van Tarbes via de Soulor (klim van eerste categorie) naar de top van de Tourmalet (klim van de buitencategorie). Kort (117 kilometer) maar wij maken hem natuurlijk weer wat langer (136 kilometer) want we moeten ook de Toumalet weer af.

Wat zal ik ervan zeggen? Het was zwaar. Eerst 12 en dan nog eens 20 kilometer klimmen bij 32 graden kost best wel wat energie en zweetdruppels. Helaas zat ik ook weer eens op de VIP-tribune bij een zwaar ongeluk. In het begin van de Tourmalet stonden alle campers (het is één lang lint) aan de linkerkant van de weg. De afdalingskant dus. Wielrenners die terugkomen van de top scheren met 60 tot 80 kilometer per uur langs de campers. Net voor mij komt plotseling een jongetje achter een camper vandaan iets te ver de weg op. Twee Spaanse wielrenners kunnen hem niet meer ontwijken en klappen hard op het asfalt. Een van hen, of wat er nog van over is, schuift nog zeker 30 meter door en komt letterlijk tot stilstand tegen mijn voorwiel.

Het is een smerig gezicht. Hij heeft geen vel meer op zijn rug, knie en hand. De ander heeft zijn sleutelbeen gebroken. En wie weet wat nog meer. Het jongetje zit langs de kant van de weg te huilen maar lijkt op het eerste gezicht gelukkig oke. Ongelooflijk eigenlijk. Omstanders bellen de ambulance. Ik besluit maar door te fietsen, want er is publiek genoeg.

Een uurtje later bereik ik de top en start met de afdaling aan de andere kant naar de busjes die beneden op ons staan te wachten. Ik heb de Tourmalet nog nooit zo voorzichtig afgedaald.
Aantal hoogtemeters vandaag: 3300. Gemiddelde niet om trots op te zijn: 19,3 kilometer per uur. Maar goed, ik ben dan ook al een jaartje ouder, nietwaar?

Op de top van de Tourmalet.

Nu nog een verplaatsing van ruim 2 uur naar Carcassonne waar we overnachten. Morgen dan weer een verplaatsing naar Limoux voor de loodzware etappe naar Foix Prat d’Albis, de laatste Pyreneeënnetappe.

18 juli: Pau – Pau (tijdrit)

Gisteravond nog wel even jarig geweest. Heel veel appjes, mails en bij het diner een heuse taart met ‘Joyeux anniversaire’ erop. Met ‘Lang zal hij leven erbij’. Ook Patrick, onze Belgische masseur, is jarig dus we delen de feestvreugde. Met een dubbel gevoel vanwege de toestand van/met Hans.

Verjaardagstaart. Foto: Bart Kiemeney.

 Vandaag de korte tijdrit van 27 kilometer in Pau. Een rustdag dus. Maar met een hotel in Lourdes is het toch nog een halve dag gedoe. Fietsen op de trailers, uur rijden. Kort stukkie fietsen, fietsen op de trailers en weer een uur terug naar Lourdes. Ik stel voorzichtig voor om onze tijdrit in Lourdes te fietsen in plaats van Pau, wat maakt het uit tenslotte, maar de meesten kijken me aan alsof ik na mijn achtenvijftigste levensjaar ook mijn verstand verloren heb. Sommigen vinden het wel een goed plan maar bezwijken onder de groepsdruk. Op het moment dat iedereen de fiets op de trailer aan het zetten is, ben ik al met mijn ‘tijdrit’ rond Lourdes bezig. Schitterend verkeersarm rondje door het dal. Als ik later de appjes vanuit Pau voorbij zie komen, zit ik alweer lang en breed van een latte te genieten op een terras in Lourdes. Eigenwijs? Best wel. Maar ik had mezelf beloofd meer met mijn verstand (dus op behoud) te fietsen.

Fietstocht in Lourdes. Foto: Bart Kiemeney.

‘s Middags eindelijk ook een langere derailleur en grotere cassette op mijn fiets laten monteren door een speciaalzaakje in Lourdes. De spullen hebben we drie dagen eerder telefonisch besteld. Nu heb ik echt geen excuus meer als ik ergens niet boven kom. De eerste test: morgen met de Soulor en aankomst op de Tourmalet. 

17 juli: Toulouse – Bagnères-de-Bigorre

Rare dag vandaag. En niet omdat ik jarig ben. Zo speciaal is dat niet meer als je 59 wordt. Vandaag een uitdagende etappe. Eerst een aanloop van 130 kilometer en dan nog twee zware Pyreneeëncols. In totaal 220 kilometer, want we moeten ook nog ruim 10 kilometer fietsen naar de start net buiten Toulouse. Omdat we de eerste 130 kilometer wind tegen hebben, besluiten nestor Hans (63) en ik om samen te fietsen. Hans is dan wel 63 maar een echte kilometervreter die dingen doet zoals Parijs-Brest-Parijs in 3 dagen (1.200 kilometer).

Net na de eerste pauze gaat het fout. Hans verkijkt zich op een bocht in een afdaling, probeert te corrigeren maar smakt toch hard tegen het asfalt. Ik kan hem nog net ontwijken. Het is meteen duidelijk dat zijn Tour over is. Ik voel dat zijn sleutelbeen gebroken is en waarschijnlijk zijn bekken/heup ook. Hij is hard op zijn hoofd gevallen en verward. De ziekenwagen is er snel. Enkele begeleiders gaan met hem mee naar het ziekenhuis. Supersneu. Ook voor zijn zoon en schoonzoon die samen met hem de Tour fietsten.

‘Het is meteen duidelijk dat de Tour van Hans over is’

Hans en ik waren de eersten in de koers maar nu ben ik zo ongeveer de laatste. Ik ben blij dat Frederique me voorbij fietst, een jonge Belgische amateur. Ik ken hem van de vorige Tour. Frederique neemt me op sleeptouw met 40 kilometer per uur en zo denk ik toch snel bij de lunch te zijn. Niet dus. Die wafelijzers van de organisatie zijn op een plek gaan staan die niet op de route ligt en voordat ik door heb dat er iets mis is, ben ik 5 kilometer te ver gefietst. Dus ook weer 5 kilometer terug. Dat worden er in totaal 230. Niet leuk. 

Gelukkig gaan de Col de Peyresourde en de Hourquette wel oke. De Hourquette is wel lastig fietsen want het is een smalle weg met veel campers en auto’s die omhoog en omlaag willen. We staan regelmatig stil in een file, en ik heb deze Tour nog niet zoveel horen vloeken.

Na 9 uur en 44 min op de fiets ben ik blij dat ik er ben. 23,5 kilometer per uur gemiddeld, 3.200 hoogtemeters. Bij aankomst horen we dat Hans inderdaad zijn sleutelbeen gebroken heeft, een paar ribben en zijn heup. Vanavond wordt besloten of hij geopereerd moet worden. 

16 juli: Albi – Toulouse

Vandaag appeltje eitje. Makkelijke glooiende etappe van Albi naar Toulouse. Twee colletjes van derde en vierde categorie die je al over bent voordat je beseft dat je aan het klimmen bent. Het stuk door de Tarn, in mijn eentje, is schitterend: nauwelijks verkeer, tussen graan- en zonnebloemvelden, begeleid door miljoenen krekels. Het tweede stuk door de Haute-Garonne is wat drukker. Ik sluit voor dat stuk aan bij een groep van dertien jongedames. Zij rijden de Tour, volledig gesponsored door La Française des Jeux en Skoda, om aandacht te vragen voor een Tour Feminin. Elf Françaises, een Belgische en een Nederlandse (Carolien). Zo is er ook nog een ander Brits groepje van tien dames met hetzelfde doel. Fietsen kunnen ze wel. 

In Toulouse rijden we toevallig langs ons hotel, maar we moeten nog 4 kilometer verder door het drukke verkeer tot aan de streep (en ook weer 4 kilometer terug). In totaal 168 kilometer, 1.900 hoogtemeters, gemiddeld 25,6 kilometer per uur. Morgen is het afgelopen met de rust: er staat een lange, zware bergetappe op het programma met twee cols van de eerste categorie. 

Voor degenen die zich afvragen hoe wij de route weten? Elke dag vóór de etappe worden er door een paar mannen in twee bestelbusjes pijlen gehangen: zij heten les flêcheurs. Die hoeven we dus maar te volgen. Alleen vertrekken ze ’s ochtends vaak pas later dan wij. Daarom heeft iedereen van ons navigatie op de fiets. De officiele gpx-routes kun je gewoon downloaden. Dat moet je wel zo laat mogelijk doen, want de ervaring leert dat er nog veel verandert op het laatste moment. Het valt op dat de route aanvankelijk vaak om dorpen heen wordt gepland, maar er uiteindelijk toch doorheen gaat. Zou dat te maken hebben met een noodzakelijke vergoeding aan de Tourorganisatie?

15 juli: Rustdag

Rustdag. Heerlijk.  In Toulouse. De meesten van ons worden ‘gewoon’ om 5.30 uur wakker maar slapen toch nog even in. Na het ontbijt worden er wat fietsen gepoetst en gerepareerd. Hoewel ik het niet van plan was, ga ik de fiets nog even op naar een goede fietsenmaker. Tevergeefs. Alles is dicht. Verder bestaat de dag uit eten en rusten. Een paar fanatiekelingen gaan nog wel een tocht van zo’n 100 kilometer fietsen. Mijn zegen hebben ze.

Tijdens de rustdag even kijken wat de professionals er van bakken. Foto: Bart Kiemeney.

Een paar achtergronddingetjes:

Kleding: voor degenen die me op foto’s elke keer in hetzelfde tenue zien, maak je geen zorgen. Ik heb vier setjes. Elke twee dagen wordt er gewassen / gespoeld. 

Vervoer: we zijn met vier busjes, waarvan twee met aanhangers voor de fietsen. Die brengen ons naar de start (als het te ver is om te fietsen). Een van die busjes met de monteur blijft op de route rijden voor het geval iemand pech heeft. Een ander busje verzorgt de korte pauzes na 50 en 150 kilometer. Het derde busje regelt de lunch na 100 kilometer. Het vierde busje is verantwoordelijk voor de was, boodschappen enzovoort.

Probleempje: het busje dat de korte stop op 150 kilometer verzorgt, kan niet wachten totdat de langzaamste groep daar geweest is. Dan zitten de andere fietsers die al gefinisht zijn te lang te wachten voordat ze weer terug naar het hotel vervoerd kunnen worden. Gisteren bijvoorbeeld kwam de laatste groep pas om 20.30 uur bij de finish aan. De eersten waren daar al voor 15.30 uur. Daarom laat dat busje op een afgesproken plek wat bevoorrading achter voor die laatste groep. Ik heb wel medelijden met die groep, plus de chauffeur die op hen moet wachten. Ze hebben eigenlijk nooit een moment van rust.

Eten: wat de pot schaft. Maar niks te klagen. Meestal pasta met vlees of vis. Groenten alleen als salade.

Zitvlak: wel een dingetje. Mijn theorie is dat je moet bewegen tussen je broek en het zadel. Niet tussen je huid en de broek. De broek moet dus strak zitten en je moet geen vet op je billen smeren. Maar die theorie wordt niet door iedereen gedeeld. Er zijn er veel die echt last hebben van hun billen, tot bloedens toe. Een van ons is daarom al af moeten stappen. Anderen zijn aan het pappen en nathouden met second skin, pleisters enzovoort.

‘Veel renners hebben last van hun billen’

Ontspanning: nul. Geen tijd om een boekje te lezen of tv te kijken. Tijdens de verplaatsingen lees je en stuur je wat appjes. That’s it. Zelfs van de (echte) Tour krijgen we weinig mee.

14 juli: Saint-Flour – Albi

Vandaag inderdaad betere dag. Feestdag voor de Fransen. Hersteldagje voor mij. Voor zover mogelijk dan. Ik heb besloten om zo rustig mogelijk te fietsen. Alleen dus. Om mijn hartspier niet te belasten, want een vermoeide hartspier is de oorzaak van mijn papbenen. Schitterende etappe weer, net zoals alle eerdere etappes sinds we in Frankrijk zitten. Met mooi weer. ’s Ochtends nog kil met 6 graden Celsius, ’s middags 32 graden. 218 kilometer genieten tussen Saint-Flour en Albi, bijna helemaal over D-wegen (binnenweggetjes). In alle stilte, zonder fietsers om me heen. De etappe is vlak volgens de organisatie. Maar wel weer met 3.200 hoogtemeters (drie keer Alpe d’Huez). Gelukkig nergens steil, zodat ik echt mijn rust kan nemen. Dat moet ik vaker doen. 

Het eerste blok zit erop. Morgen rustdag. Eindelijk. We zitten drie dagen in hetzelfde hotel in Toulouse. Dat geeft ook rust. 

De voorlopige stand van zaken:

  • 10 etappes, 9 als ik de ploegentijdrit niet meetel
  • 1.860 km
  • Ongeveer 25.000 hoogtemeters
  • Leuke groep
  • Perfect weer
  • Rug en zitvlak houden zich goed
  • Ik ben minder sterk (slim?) dan ik hoopte / verwachtte
  • Als ik het wil halen moet ik meer behoudend gaan fietsen

Morgen wat meer over de logistiek, alles eromheen.

13 juli: Saint-Etienne – Brioude

Experimentje vandaag. Ik heb zulke zware benen dat ik mijn 34-30 niet meer rondkrijg bij beklimmingen van meer dan zo’n 13 procent. En dat zijn er nogal wat. Daarom gisteren mijn vrienden een andere casette laten kopen voor op mijn reservefiets zodat ik met 32-32 kan fietsen. Op mijn ‘zondagse’ fiets past dat niet zonder veel aanpassingen. Op de eerste gruwelijk zware col, de Muur van Aurec-sur-Loire, was ik nog blij met mijn lichte verzetje. Maar gaandeweg krijg ik steeds meer last van mijn rug op de reservefiets. Die heeft gewoon een andere, verkeerde geometrie. Ik besluit om tijdens de lunch dan toch maar weer mijn goede fiets te pakken. Experimentje gefaald.

Foto: Bart Kiemeney

Net voor de lunch komt de snelle groep Sjef en mij voorbij rijden. Een van de jongens rijdt op mijn goede fiets. Wat is dat nu? Het blijkt dat hij is gevallen en zijn frame daarbij heeft gebroken. Balen natuurlijk. Bij de lunch wisselen we weer van fiets (Marc neemt mijn reservefiets, ik weer mijn goede fiets; we zetten zadel en pedalen weer goed). Dat voelt meteen weer een stuk beter. Voor Marc maakt het weinig uit. Die rijdt de Tour zelfs op een omafiets als het moet. 

De slechte benen van gisteren zijn nog niet verdwenen. Ik ben blij dat Sjef erbij is om mij uit de wind te houden. Normaliter zijn wij aan elkaar gewaagd. Vandaag niet! Ik ben blij dat we na 181 kilometer in Brioude zijn (181 in plaats van de officiele 170 omdat wij nog 11 kilometer naar de start moesten fietsen). 

Hopelijk morgen betere dag. Daarna RUSTDAG!

12 juli: Mâcon – Saint-Etienne

Vandaag de achtste etappe van Macon naar Saint-Etienne. Eerst weer een verplaatsing natuurlijk. Maar daarna alleen maar mooie binnenweggetjes door de Beaujolais en de Jura. En vijf colletjes van de tweede en twee van de derde categorie. Helaas papbenen. De vermoeidheid begint nu toch wel echt op te spelen. Gelukkig komen Claire (mijn vrouw) en drie vrienden naar de pauzeplaats en rijden de vrienden samen met mij de laatste 100 kilometer naar de finish. Daar wachten de dames van de vrienden en gaan we samen eten in Saint-Etienne. Leuk. Een van mijn maten (Sjef) blijft achter in Saint-Etienne. Hij fietst morgen nog een dagje mee. De anderen gaan terug naar het vakantieadres. 

Foto Bart Kiemeney.

Uiteindelijk 200 kilometer, bedroevend gemiddelde van 21,6 kilometer per uur. 3.700 hoogtemeters, maximale snelheid 74,4 kilometer per uur. 

11 juli: Belfort – Chalon-sur-Saône

Vandaag de ‘vlakke’ etappe van Belfort naar Chalon sur Saône. Wat ze vlak noemen. 2.500 hoogtemeters. Dat is net zoveel als twee keer de Alpe d’Huez omhoog. Maar dan wel verdeeld over 230 kilometer. De langste etappe van deze Tour. Mooi gebied (Jura) maar wel zwaar. Heel de dag glooiend. Ik heb de snelle groep vanochtend maar snel laten gaan. En heel de dag met het seniorengroepje gereden: Hans (63), Jan (59) en ondergetekende (58,98). 

Ik begin nu toch wel erg vermoeid te worden. En de rustdag is pas maandag. Maar eenderde zit erop. Zeven van de 21 etappes en 1.300 van de 3.500 kilometers. En ik weet waarvoor ik het doe. Er is al 20.000 euro gegeven door jullie. Geweldig. Mag ik jullie vragen de actie (tourdefrancevanbart.nl) te delen met jullie netwerk? Wie weet halen we dan het doel wel. 

10 juli: Mulhouse – La Planche des Belles Filles

Pffff…. 

Wat een dag. Zeven cols. Niet allemaal even zwaar, maar toch. Al je nog eens ooit in de buurt komt van de Col des Chevrères… Links laten liggen! Wat een kreng. En waarom die extra kilometer gravel van meer dan 20 procent bovenop La Planche des Belles Filles gelegd is? Lang niet iedereen kwam daar fietsend boven. Twee van de groep zijn La Planche niet eens op geweest (Al twee uitvallers dus). Maar wat een geweldige dag. Zonnetje, niet te heet. Met dit weer zijn de Vogezen een plaatje. En dan had ik ook nog goede benen, op een van de zwaarste dagen. Genieten.

Dat kwam ook omdat mijn zus en zwager gisteravond plotseling voor mijn neus stonden. Zijn vandaag heel de dag meegeweest met de groep. Hartstikke leuk. En ik denk dat ze ook wel onder de indruk waren van ‘de Tour’. Ook Ken en Leoni van Vox waren er. Speciaal uit Nederland gekomen om een reportage te maken van een oude mafkees die de Tour gaat fietsen. Super. Weet zeker dag ze dadelijk weer met een mooi filmpje komen. 

Op de top van La Planche des Belles Filles.

De statistieken: 179 kilometer, 19,9 kilometer per uur gemiddeld (tja….), maximale snelheid 81,7 kilometer per uur, 4.000 hoogtemeters, 10.000 calorieen. Vanavond maar een bordje extra pakken. Morgen rust. Maar 230 km plus de beetjes.

9 juli: Saint-Dié-des-Vosges – Colmar

De dag voor de dag (die iedereen een beetje schrik aanjaagt). Begon goed. Vanmorgen om 3.30 uur hoorde ik een geluid van mijn telefoon (geluid staat  normaal nooit aan). “Shoot, alweer 5.30” dacht ik. Ik stond al bijna in de douche toen ik de wekker uit wilde zetten en zag dat die nog helemaal niet af was gegaan. Maar daarna niet meer geslapen. 

Schitterende dag vandaag. Zonnetje, 25 graden en bijna heel de dag in mijn eentje door de Vogezen gefietst (eigen tempo). Schitterend met zo’n weer. 180 km, twee cols van de tweede en twee van de derde categorie, 2.300 hoogtemeters, gemiddelde snelheid 25,1 kilometer per uur en maximale snelheid 73 kilometer per uur. Maar ik had al wel mijn lichtste verzet nodig. Dat wordt wat morgen. En dan komen ook nog twee mensen van Vox filmen. Kan ik niet eens stiekem afstappen dus.

Nu verplaatsing van een uurtje naar Mulhouse, de startplaats van morgen. 

8 juli: Reims – Nancy

Het uurtje rijden naar de start vandaag werden twee uurtjes. Onze chauffeur had onbewust tolwegen op Google Maps uitgevinkt. Mooi hoor, binnendoor. Maar beetje lang. 

Toen wij aankwamen stonden alle andere fietsers al een uur in de startblokken. En ze gingen er vol voor. Binnen een paar kilometer moest ik al passen. Dat ging veel te hard. Toen maar met een klein groepje verder gegaan. Zeg maar, de middengroep (de laatste groep kwam vanavond pas om 20.30 uur aan bij het hotel! Best lullig.) Bij de pauze breidde het groepje zich nog uit met een paar snelle jongens die niet continu voluit wilden gaan. Wel fijn want we hadden vandaag van Reims naar Nancy over de volle 220 km wind tegen. Als het morgen ook zo waait gaan we waaiers zien. Altijd spannend.

Wel mooie etappe weer. Superleuk dat al die dorpjes versierd zijn. Boeren bezig zien om grote fietsen van strobalen te maken. Het leeft hier echt. En we worden continu aangemoedigd. 

De benen begin ik langzamerhand wel te voelen. Ben benieuwd hoe dat morgen gaat bij de eerste Vogezenetappe naar Colmar. Nog geen echt zware beklimmingen maar wel behoorlijk wat hoogtemeters. 

7 juli: Brussel – Brussel

Vandaag maar eens met de snelle jongens meegegaan. Dat scheelt: om 16.15 uur binnen in plaats van om 18.30 uur gisteren. Dat geeft een stuk meer rust. Als je binnen bent, tenminste. Onderweg is het aanpoten met de snelheid van al die jonge mannen. Maar het ging uitstekend. Kon zelfs mee kopwerk doen. Op de klimmetjes raakte ik af en toe wat achterop, maar in de afdaling of op het vlakke was ik dan toch wel weer snel bij.

Ondanks die snelheid toch maar een gemiddelde van 28 kilometer per uur over 210 kilometer. Dat komt op de eerste plaats omdat we dwars door Brussel moesten dat vandaag hermetisch was afgesloten voor de ploegentijdrit. We werden overal teruggestuurd. Op de tweede plaats moeten wij gewoon stoppen voor een rood licht en voor verkeer van rechts en moeten we soms over halfbakken Belgische fietspaden omdat we niet over provinciale wegen mogen rijden. Soms is het net een hindernisbaan.

‘Soms lijkt het parcours wel een hindernisbaan’

Gisteren waren we te laat in het hotel om mijn cassette nog te verwisselen. Vandaag de steile Muur van Geraardsbergen dus toch maar weer op kransje 25  naar bovengereden. Niet fijn. Die andere jongens hier hebben allemaal 30, 32 of zelfs 34. De meesten omdat ze schrik hebben van La Planche des Belles Filles (een klim van 7 kilometer in de Vogezen, met in de laatste kilometer een hellingsgraad van 24 procent, red.) aanstaande woensdag. Maar goed, net mijn tandje 30 er ook maar eens opgelegd. Hoop dat het genoeg is. 

Gisteren was het heel de dag 35 graden. Ik denk dat ik ongeveer zes bidons van 1,5 liter op heb plus een liter of zo cola. Het criterium is: als je niet af en toe hoeft te plassen drink je te weinig. Vandaag was het maar 19 graden. Ideaal. Eten? Dat wil je niet weten. Zoveel mogelijk. Naast het ontbijt en diner onderweg wafels, peperkoek, bananen, energierepen, pasta, yoghurt, chips, marsen, brood. Zoveel als je naar binnen krijgt zonder misselijk te worden. Elke 50 kilometer staat een van de vier ondersteuningsbusjes op ons te wachten en proppen we onszelf weer vol.

‘Om de 50 kilometer proppen we onszelf weer vol’

We zitten nu weer in een busje, op weg naar ons hotel in Saint-Quentin. Twee uur rijden. Morgenvroeg moeten we dan ook weer anderhalf uur rijden naar de start van de vierde etappe van Reims naar Nancy (we lopen vanaf nu weer synchroon met de echte Tour). Vlakke etappe met maar twee colletjes van de vierde categorie. Voor wat het waard is. Vandaag was ook een vlakke etappe. Maar die had toch ruim 1.800 hoogtemeters. Och, morgen over een week hebben we al een rustdag…

6 juli: Binche – Épernay

Vandaag onze tweede rit gedaan – etappe 3 van de echte Tour. Van Binche in België via 216 supermooie kilometers naar Épernay in Frankrijk. Wat een mooie tocht. Heel de dag glooiende kleine weggetjes tussen wijngaarden en graanvelden. En door leuke dorpjes die allemaal al versierd zijn voor de rit van de profs aanstaande maandag. Op het eind wel nog vijf zeer venijnige colletjes tot 18 procent. Dat gaan de echte sprinters maandag echt niet winnen (tenzij Sagan er nog bij zit).

Vandaag ook heel wat geleerd:

  1. Ik zit niet meer bij de echt snelle jongens (confronterend).
  2. Kransje 25 is echt te klein voor dit werk (overmoed). Vanavond toch maar een andere cassette erop. 
  3. Ik moet meer aan mezelf denken.

We zijn met 23 fietsers, waarvan één vrouw. Superaardige meid maar met het klimmen kan ze niet mee met de mannen. We hebben met vijf mannen besloten om bij haar te blijven. Maar dat betekent wel dat we heel vaak en heel lang moesten wachten en uiteindelijk twee uur later aankwamen dan de ‘snelle’ groep. Dat is allemaal nog tot daar aan toe, maar met de rare planning van onze organisator (die de eerste drie etappes heeft omgewisseld) moeten we nu nog 2,5 uur terugrijden naar ons hotel in Charleroi. Dat betekent dat we niet voor 22.00 uur aan het diner zitten, daarna nog moeten douchen en voor de fiets zorgen, en dan morgen weer om 5.30 uur op. Dat gaat ons zuur opbreken! En dan moeten we morgen na de rit van Brussel naar Brussel weer 2,5 uur terugrijden naar de aankomst van vandaag voor de volgende rit. Belachelijk. Ik moet dus niet meer bij de langzaamste groep blijven, maar mijn eigen tempo volgen.

Maar goed, de eerste echte etappe zit erop. Nog maar negentien te gaan. Eitje….

5 juli: Brussel – Brussel (ploegentijdrit)

Herbeleef hier de Tourstart van Bart Kiemeney.

Foto: Rein Wieringa.

Doneren voor de Tour van Bart kan via deze link.

4 reacties

  1. Leon Leytens schreef op 11 juli 2019 om 10:08

    Beste Bart
    Nu al onder de indruk van jouw prestatie en die van de anderen. Het meest van de gemiddelde snelheid, die ik veel lager had ingeschat dan dat jullie hebben bereikt. Als je een gemiddelde hebt van 19,9 km/u (zeg maar 20 km/u) in zo’n zware etappe als La Planche des Belles Filles, dan neem ik mijn petje af en maak een diepe buiging.
    Het enige nadeel is, dat ik op deze manier nooit het Tourspel ga winnen. Dat is dan wel weer jammer. Succes met het vervolg (mag van mij dus best in een wat rustiger tempo).
    Groet, Leon.

  2. Rion Kiemeney schreef op 17 juli 2019 om 22:58

    Wat vreselijk sneu voor Hans!
    Wens hem heel veel beterschap van ons!
    Wel fijn dat je hem nog snel kon ontwijken…
    Succes weer voor de komende dagen en kijk goed uit…!

    • arie v houten schreef op 27 juli 2019 om 03:37

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!