Loten maakt comeback in hoger onderwijs
Een nieuwe wet gaat loten voor populaire opleidingen weer mogelijk maken, al mogen ze ook blijven selecteren. Zwakke studenten uitsluiten van loting? Daar ziet minister Dijkgraaf niets in, bleek dinsdag in de Tweede Kamer.
Dinsdagavond sprak de Tweede Kamer over een wetsvoorstel dat al lange tijd in de maak is. Sinds 2017 is loting afgeschaft in het hoger onderwijs. Het blinde toeval mocht geen rol meer spelen in de toelating tot opleidingen met een beperkt aantal plaatsen; de opleidingen moesten hun studenten selecteren op basis van talent en motivatie.
Straks krijgen ze de keuze: zo mogen ze blijven selecteren, maar krijgen ze ook de mogelijkheid hun plaatsen te verloten onder alle aspirant-studenten. Opleidingen mogen die twee methoden ook mengen: eerst de meest geschikte studenten selecteren en dan loten onder de rest.
Niet in problemen
Het wetsvoorstel zelf kwam dinsdagavond geen moment in de problemen. De linkse oppositiepartijen zijn weliswaar tegen selectie in het hoger onderwijs en zouden liever alleen maar loten, maar zij beschouwen het wetsvoorstel wel als een stap in de goede richting.
Andere partijen, zoals VVD en PVV, vinden selectie juist rechtvaardiger dan loten. Maar regeringspartij VVD wil ook dat opleidingen daarin eigen keuzes kunnen maken en dat blijft met deze wet zo.
Wel hebben VVD, CDA en ChristenUnie samen een amendement op het wetsvoorstel ingediend. Ze willen net iets meer mogelijkheden voor de opleidingen. Daar pleitten de universiteiten en academische ziekenhuizen overigens ook voor. Voorafgaand aan het loten moeten de opleidingen niet alleen de beste kandidaten kunnen selecteren, maar ook de zwakste kandidaten kunnen afwijzen. Loten doe je dan alleen in de middengroep.
Gedachtefout
Minister Dijkgraaf ziet dat niet zitten. Tegen de Kamer zei hij dat het een gedachtefout is om de studentenpopulatie te zien als ‘bel-kromme’ met absolute toptalenten aan de ene kant en een groep achterblijvers aan de andere. Volgens de minister kun je wel een ‘kleine topgroep’ onderscheiden, maar volgt daarna een groep waarin nauwelijks een zinnig onderscheid te maken valt. ‘Als je daar dus een stukje van af gaat snijden, heb je eigenlijk geen enkel idee wie je daarmee precies uitsluit.’
Een principieel bezwaar had hij ook. Bij de huidige selectie voor fixusopleidingen krijgen de studenten een rangnummer. Iedereen kan dus worden toegelaten, als genoeg mensen aan de bovenkant alsnog afhaken en bijvoorbeeld een andere opleiding kiezen of een tussenjaar nemen. Dat verandert zodra je een groep aspirant-studenten afwijst: die hebben dan helemaal geen toegang meer.
Kansengelijkheid
In het debat kruisten de politici verder vooral de degens over de vraag wat woorden als kansengelijkheid en diversiteit nu precies betekenen. Is het erg als bepaalde groepen studenten minder vaak door de selectie komen?
Zohair El Yassini (VVD) ziet het probleem niet en wil dat inzet en talent de doorslag geven bij de toelating tot studies als geneeskunde. Met name linkse partijen hebben minder vertrouwen in de selectieprocedures en vrezen dat die de ongelijkheid vergroten. Zij beargumenteerden dat sommige jongeren makkelijker bijles kunnen volgen, of hulp krijgen van hun ouders bij het schrijven van een motivatiebrief.
In gesprek
Die discussie zal nog wel even voortduren, zeker na het scherpe rapport van de Onderwijsinspectie dat afgelopen vrijdag verscheen. Dijkgraaf beloofde op dat rapport terug te komen. Een van de conclusies is volgens hem ‘dat we veel meer met de instellingen in gesprek moeten gaan’ over een verstandige inzet van selectie en loting.
Als de wet wordt aangenomen, heeft dat op zijn vroegst over een jaar gevolgen. De selectieprocedures voor studiejaar ’23/’24 zijn al van start gegaan. Bovendien moet de Eerste Kamer er ook nog over stemmen.