‘Malaria is gewoon een complexe ziekte’

18 apr 2019

Langzaam maar zeker werken Nijmeegse onderzoekers naar een malariavaccin toe. ‘We moeten eerder denken in stappen dan in doorbraken’, zegt Robert Sauerwein, hoofd van het Nijmeegse malarialab. Vier vragen over de voortgang van het onderzoek.

Al sinds de jaren zestig van de vorige eeuw doen wetenschappers onderzoek naar een vaccin tegen malaria. Een van de onderzoekscentra staat in Nijmegen onder leiding van hoogleraar Medische parasitologie Robert Sauerwein. In de tropische kamers van het malarialab worden 10.000 muggen per week gekweekt. Om de vaccins te testen, laten ieder jaar zo’n zestig proefpersonen zich vrijwillig injecteren met de malariaparasiet.

Tot nog toe is wereldwijd slechts één vaccin goedgekeurd door het Europees Geneesmiddelen Agentschap (EMA), het instituut dat alle geneesmiddelen bestudeert die op de markt komen. ‘De ontwikkeling van het vaccin heeft meer dan dertig jaar geduurd en kwam tot stand door een samenwerking tussen een grote farmaceut en het Amerikaanse leger’, zegt Robert Sauerwein. ‘Helaas is het een matig vaccin: het beschermt slechts 50 procent van de mensen en niet eens zo heel lang.’

  1. Waarom duurt het zo lang om een vaccin te ontwikkelen?

Malaria treft ieder jaar meer dan 200 miljoen mensen waarvan er een half miljoen overlijden, vooral in de tropen. Omdat de doelgroep van malariaonderzoek zich niet in de westerse wereld bevindt – uitgezonderd westerlingen die naar de tropen reizen – is er niet veel geld voor. Mensen in Afrika hebben weinig financiële middelen, dus mag een vaccin niet duur zijn. Dat houdt bedrijven tegen om er in te stappen.

Daarnaast is malaria een complexe ziekte. Muggen dragen de parasiet en bij de mens gedraagt de parasiet zich telkens weer anders in bijvoorbeeld de lever of het bloed. ‘We snappen nog niet helemaal hoe de afweer tegen malaria plaatsvindt’, zegt Sauerwein. ‘Fundamenteel onderzoek daarin is nog niet afgerond. Vaccinonderzoek is daarom vaak een beetje trial-and-error.’

Ten derde worden de richtlijnen voor geneesmiddelenonderzoek alleen maar strenger. Het Nijmeegse lab doet onderzoek op mensen, maar ook op muizen en recent op varkens. Volgens Sauerwein is het tegenwoordig bijna even ingewikkeld om onderzoek te doen op dieren als op mensen. Procedures worden in beide gevallen steeds gedetailleerder, met scherpe afwegingen tussen veiligheid, belasting en opbrengst. Het gevaar is stroperige bureaucratie, wat de voortgang van het onderzoek afremt.

  1. Wat zijn de stappen in het malariaonderzoek?

In het eerste stadium gaan malariaonderzoekers op zoek naar een target waar het vaccin zich op richt: dat kan een eiwit, een pakketje eiwitten of zelfs de hele parasiet zijn. In preklinisch onderzoek – in dieren of in vitro (buiten het lichaam, red.) – moeten ze aantonen dat een vaccin werkt als je maar genoeg immuniteit hebt. In een modelsysteem in het lab moet het vaccin werken en veilig zijn.

Als dat het geval is, wordt de sprong naar de mens gemaakt. In het fase 1-onderzoek moet je aantonen dat het product veilig is. Sauerwein: ‘Je injecteert het vaccin in mensen zonder dat ze daar last van hebben – uitgezonderd een afweerreactie die je kan meten door wat bloed af te nemen. Door proefpersonen te besmetten met malaria kan je aantonen dat het vaccin niet enkel in het lab werkt, maar ook bij echte mensen.’

Als dat goed gaat, wordt het vaccin in Afrika getest bij tientallen mensen en daarna bij honderden mensen in het fase 2-onderzoek. ‘Dat kan het best in het malariaseizoen: hoeveel malariagevallen zijn er bij een groep die je wel hebt gevaccineerd versus een groep die je niet hebt gevaccineerd? Zijn er significante verschillen?’

In fase 3-studies wordt het vaccin op duizenden mensen getest en dat in verschillende landen en onder verschillende omstandigheden. ‘Dat zijn hele grote en dure studies, dus je moet wel zeker zijn dat het vaccin goed werkt.’

Overleeft het vaccin ook die test, dan stap je naar het Europees Geneesmiddelen Agentschap (EMA) met de vraag of zij het willen goedkeuren. Dat is in al die tijd wereldwijd nog maar één keer gebeurd, maar er zitten wel verschillende projecten in de pijplijn.

Bloed van proefpersonen in het malariaonderzoek. Foto: Radboudumc.
  1. Wat is de rol van Nijmegen in het malariaonderzoek?

Het Nijmeegse lab, waar zo’n dertig onderzoekers werken, is vooral bekend om zijn translationeel onderzoek: fundamentele kennis in een product vertalen, dit naar het veld brengen en bevindingen hieruit weer in het vaccin verwerken. ‘Wij werken van molecule to man to population’, zegt Sauerwein. ‘Die drie elementen voeden elkaar. Zo zetten we stappen die de ontwikkeling van nieuwe middelen versnelt.’

Op dit moment bevinden zich drie vaccins van het Nijmeegse lab in de klinische testfase. “In ons laboratorium kunnen we onder zeer gecontroleerde omstandigheden zien of de vaccins werken en veilig zijn. Ze gaan nu naar fase 1-onderzoek. TropIQ, een spin-off van het ziekenhuis op de Noviotechcampus, heeft daarnaast een geneesmiddel ontwikkeld dat de klinische fase ingaat. Waar een vaccin besmetting voorkomt, geneest dit middel mensen die al besmet zijn met malaria. Hopelijk kunnen we de vaccins en het geneesmiddel binnenkort in Afrika testen.”

  1. Zullen Nijmeegse onderzoekers ooit het vaccin tegen malaria ontwikkelen?

‘Natuurlijk heb je een droom,’ zegt Sauerwein, ‘maar hét vaccin bestaat niet – hoogstens is er een goed vaccin. Media vragen altijd of er al een doorbraak is, maar de ontwikkeling van een vaccin gebeurt in stapjes. Er is wel een stip op de horizon waar we naartoe moeten. En als er ooit een vaccin is, dan moeten we weer nieuwe problemen oplossen, zoals opkomende resistentie. Er is geen one size fits all forever.’

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!