Mannelijke wetenschappers zijn erg te spreken over hun eigen werk, schrijven Amerikaanse onderzoekers. De afgelopen tweeënhalve eeuw citeerden ze zichzelf anderhalf keer zo vaak als vrouwelijke wetenschappers.

Onderzoekers van onder meer Stanford University bestudeerden 1,5 miljoen publicaties, over de periode van 1779 tot en met 2011. Daaruit bleek: mannen citeren maar liefst 56 procent vaker uit eigen werk dan hun vrouwelijke collega’s.

De laatste twintig jaar kwamen de mannelijke wetenschappers pas echt op stoom. Toen citeerden ze zeventig procent vaker uit eigen werk dan vrouwen, ondanks het feit dat het aantal vrouwelijke wetenschappers de laatste jaren is toegenomen. Sociologen en moleculair biologen deden het meest aan zelfcitatie, historici en classici het minst.

Niels Spierings, gendersocioloog aan de Radboud Universiteit, is niet heel verrast. ‘Eerder onderzoek op carrièregebied laat ook zien dat vrouwen zich gemiddeld minder snel naar voren schuiven dan mannen. En als ze het al doen, wordt dat vaak negatiever geïnterpreteerd. Een vrouw wordt in zo’n geval eerder gezien als kenau, een man als sterke leider.’

Hoe dat er in Nijmegen aan toe gaat, durft Spierings niet te zeggen, daar heeft hij zelf geen systematisch onderzoek naar gedaan. Persoonlijk let hij wel op met het aantal zelfcitaties in zijn werk. ‘Natuurlijk bouw je voort op wat je hebt gedaan, maar het draait niet om mijn ego. Ik wil juist erkennen wat andere wetenschappers die mij inspireerden hebben gevonden.’

Managementwetenschapper Inge Bleijenbergh, gespecialiseerd in gender in de wetenschap, kan zich ook vinden in het onderzoek. ‘Dit onderzoek laat zien dat er zelfs een gender bias zit in iets ogenschijnlijk neutraals als citatiescores. Blijkbaar hebben mannen minder de neiging zichzelf te corrigeren in het doen van zelfcitaties dan vrouwen. En is de omgeving meer geneigd het van mannen te accepteren, denk aan co-auteurs en editors van tijdschriften.’

Maar, waarschuwt ze, dat betekent niet dat vrouwen in dit opzicht meer op mannen moeten gaan lijken. ‘We kunnen beter het meetsysteem aanpassen en voor zelfcitaties corrigeren.’ / m.m.v. HOP, Irene Schoenmacker