Mannen verdienen op de universiteit nog altijd meer dan vrouwen, ook als ze hetzelfde werk doen. Maar waarom?
Mannelijke wetenschappers verdienen op de Radboud Universiteit nog altijd fors meer dan vrouwen. Dat is niet verrassend, aangezien hoogleraren vaker man zijn. Maar dat is niet de enige verklaring. Spelen ook vooroordelen over vrouwen een rol?
De Radboud Universiteit draagt, volgens haar eigen motto, bij aan een gezonde, vrije wereld met gelijke kansen voor iedereen.
Toch is de loonkloof tussen haar mannelijke en vrouwelijke wetenschappers, in de periode van 2015 tot 2021, nauwelijks gekrompen. Verdienden mannen in 2015 13 procent meer dan hun vrouwelijke collega’s, in 2021 was dat nog altijd 12 procent. Dat komt neer op een (bruto) salarisverschil van maandelijks 669 euro.
Hiërarchische ladder
Dat blijkt uit onderzoek van socioloog Babette Pouwels (Bureau Pouwels) dat de universiteit vorige maand publiceerde. Pouwels werd door de universiteit ingeschakeld om – met de cijfers uit 2015 in de hand – de ontwikkeling van het beloningsverschil onder de loep te nemen.
Het verschil in salaris is grotendeels te verklaren doordat mannen gemiddeld hoger op de hiërarchische academische ladder staan. Nog altijd zijn de vrouwen binnen het hooglerarencorps fors in de minderheid (29 procent eind 2022).
Maar ook als je inzoomt op de zogenoemde functiecategorieën (hoogleraren, universitair hoofddocenten, enzovoort) bestaan er verschillen. Gemiddeld is de loonkloof binnen functiecategorieën 4 procent. Bij hoogleraren is dat verschil de afgelopen jaren gegroeid tot 7 procent.
Tijdelijk contract
Bijzondere aandacht zou er volgens Pouwels moeten gaan naar docenten, een functiecategorie die voor 61 procent bestaat uit vrouwen. Deze medewerkers hebben veel vaker dan gemiddeld een tijdelijk en/of deeltijd contract. ‘Er is nauwelijks een loopbaanbeleid voor deze medewerkers’, aldus Pouwels. ‘Het gevolg is dat de doorstroom naar hogere posities stokt.’
Een ander opvallend verschil zit ‘m in de toekenning van toelages: een substantiële groep wetenschappers (een kwart van alle hoogleraren) krijgt naast het reguliere loon ook nog een extra bedrag op de rekening gestort, bijvoorbeeld vanwege bijzondere prestaties. Vrouwen krijgen zo’n extra beloning iets minder vaak en als ze hem krijgen, is die gemiddeld 15 procent lager.
Bovendien krijgen mannen vaker een toelage op basis van niet gespecificeerde gronden. Pouwels: ‘Over het algemeen weten we dat, zodra de criteria voor het krijgen van een toelage vaag zijn, de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen groeit.’
De ene faculteit is de andere niet. De loonkloof bij de Faculteit der Rechten is 21 procent en bij Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen 5 procent. De andere faculteiten zitten daartussenin.
Niet illegaal, wel onwenselijk
Pouwels benadrukt dat haar onderzoek gaat over beloningsverschillen en niet over ongelijke beloning. ‘Dat is iets anders. Ongelijke beloning gaat over verschillend belonen voor hetzelfde werk. Dat is bij de wet verboden.’
Dat dáár sprake van is op de Radboud Universiteit, toont Pouwels niet aan met haar onderzoek. ‘Dat mannen vaker in hogere posities werken en daarom meer verdienen, is niet illegaal’, zegt de onderzoekster. ‘Maar het is wel onwenselijk. Het toont aan dat er genderongelijkheid is binnen de organisatie.’
‘Waarom krijgt de ene medewerker wel een bevordering of een toelage, en de andere niet?’
Het zou dan ook goed zijn om dieper te duiken in de onderliggende factoren die de genderongelijkheid op de universiteit verklaren, stelt Pouwels. ‘Waarom krijgt de ene medewerker wel een bevordering of een toelage, en de andere niet? Welke criteria worden daarvoor gehanteerd? En zijn die criteria neutraal?’
Om daar gefundeerde antwoorden op te kunnen geven, zou een onderzoeker individuele personeelsdossiers moeten uitpluizen en daar kwalitatief onderzoek naar moeten doen, stelt Pouwels. Alleen zo kan onderzocht worden of vooroordelen en stereotyperingen een rol spelen in de plaatsing van medewerkers in een bepaalde functie en schaal.
Als de criteria daarvoor niet duidelijk zijn, moet daaraan worden gewerkt, luidt een van de aanbevelingen van Pouwels. Een nieuwe Europese richtlijn over loontransparantie, die in 2026 in werking gaat in Nederland, schrijft bovendien hetzelfde voor. Vanaf dat moment moeten werkgevers transparant zijn over de beloning van vrouwen en mannen, de beloningscriteria die zij hanteren en de genderloonkloof.
Structurele oplossingen
Niels Spierings, hoogleraar Sociologie, zat in de adviescommissie van het onderzoek van Pouwels en onderschrijft de noodzaak voor nader onderzoek naar de loonkloof op de Radboud Universiteit.
Hij wijst erop dat er nog altijd verschillen zijn in de betaling van mannen en vrouwen, die niet verklaard kunnen worden op basis van ‘neutrale’ argumenten, zoals de oververtegenwoordiging van mannen in hogere posities. ‘Dat is schrijnend om te zien.’ Met verbazing kijkt hij naar de toekenning van toelages, die vaak slecht onderbouwd zijn. ‘Dat is een black box.’
‘Leg de verantwoordelijkheid niet bij vrouwen, maar neem structurele maatregelen’
Als het aan Spierings ligt, gaat de universiteit aan de slag om de loonkloof structureel op te lossen. ‘Denk daarbij out of the box en leg de verantwoordelijkheid niet bij vrouwen, maar neem structurele maatregelen. Zijn we bijvoorbeeld bereid om te stoppen met het toekennen van toelagen? Of om het onderscheid tussen hoogleraar 1 en hoogleraar 2 op te heffen (die het onderscheid maken tussen hoogleraren met meer en minder ervaring met bijbehorend salarisverschil, red.)?’
Niet in een la
Een nieuwe universitaire projectgroep, die zich richt op het dichten van de loonkloof, gaat zich over dit soort vragen buigen. Onder leiding van HR-beleidsadviseur Joke Leenders zijn de leden vorige week voor het eerst samengekomen.
De projectgroep moet het college van bestuur advies gaan geven hoe de doorstroom van vrouwen naar hogere posities kan worden aangejaagd, hoe de beloningscriteria en -processen verbeterd kunnen worden en hoe monitoring en transparantie kan worden bevorderd. Volgens Leenders worden alle aanbevelingen die Pouwels doet in haar rapport in overweging genomen. ‘We gaan kijken wat die voor ons concreet zouden betekenen.’
Daarnaast gaan Leenders en haar collega’s zich voorbereiden op de nieuwe EU-wetgeving die op de universiteit afkomt. Die schrijft onder andere voor dat universiteiten jaarlijks moeten rapporteren over de loonkloof. ‘De vraag is hoe we dat het beste kunnen inrichten.’
Volgens Leenders zal het onderzoek van Pouwels niet in een diepe la verdwijnen. ‘We gaan er echt mee aan de slag. Tegelijkertijd kosten besluitvormingsprocessen nu eenmaal tijd. We willen dit heel zorgvuldig doen.’ Voor het eind van het kalenderjaar hoopt Leenders met een plan van aanpak te komen.
Student schreef op 9 juli 2024 om 11:10
Er staat in het artikel niks over een mogelijk verschil in gewerkte uren tussen mannen en vrouwen, is hier iets over onderzocht?
Joke schreef op 9 juli 2024 om 12:40
Zeker, zie de link naar het onderzoeksrapport in het artikel; daar kun je alles in meer detail teruglezen over o.a. omvang van aanstellingen van mannen en vrouwen.
Sven schreef op 9 juli 2024 om 15:43
Ik heb het rapport gelezen. Een mooi en zorgvuldig rapport. Met name interessant is dat ze (zoals ik hoopte) ook hebben gecorrigeerd voor leeftijd binnen een functie. Vervolgens komen ze op de volgende conclusie uit:
“Wanneer binnen functieniveaus vrouwen en mannen van dezelfde leeftijd werden vergeleken, namen de loonverschillen binnen veel functies af en waren salarisverschillen soms ook in het voordeel van vrouwen. Als rekening gehouden wordt met leeftijd, bleef een ‘onverklaard’ salarisverschil bestaan van gemiddeld €30 bruto per maand in het nadeel van vrouwen (een salariskloof van 1%).”
Ik vind de versie die VOX hier presenteert daarom vrij selectief, zowel de titel, als de 12% die meteen wordt genoemd. Het gemiddelde verschil is dus 1%, ofwel 30 euro, als overal netjes voor wordt gecorrigeerd. Wel moet uiteraard worden gezorgd voor gelijk kansen voor mannen en vrouwen om de functie te bereiken die hij/zij wil bereiken, maar dat is een andere (en zeker zo belangrijke) discussie.