De inperking van het demonstratierecht op de campus leidt tot onduidelijkheid en gaat veel te ver. Dat zeiden leden van de medezeggenschap vanmiddag tegen het college van bestuur in een extra ingelaste Gezamenlijke Vergadering. ‘We gaan kijken in hoeverre de burgemeester de tijd rijp acht om tot een normalisering over te gaan’, zei rector magnificus José Sanders.

Het belangrijkste agendapunt van de extra ingelaste Gezamenlijke Vergadering betrof de inperking van het demonstratierecht op de campus. Demonstraties op de campus zijn sinds twee weken alleen toegestaan op parkeerplaats A7, naast de rotonde op Heyendaalseweg. Die beslissing werd genomen door burgemeester Hubert Bruls. Een besluit dat vragen oproept, zei universitair hoofddocent Staatsrecht Rian de Jong hierover eerder tegen Vox.

Posters verwijderen

Ook volgens ondernemingsraadslid Juliette Alenda-Demoutiez leidt de beslissing van de burgemeester tot onduidelijkheid. ‘De ene dag horen actievoerders van beveiligers dat ze niet mogen flyeren, de andere dag is het wel weer toegestaan.’ Ook vertelde Demoutiez dat een beveiliger aan medewerkers van de Faculteit der Sociale Wetenschappen had gevraagd om posters van muren te verwijderen. ‘Dit soort beperkingen zijn in strijd met onze academische vrijheid.’

Dat de nieuwe maatregelen rondom demonstreren op de campus tot de nodige verwarring leidden bij beveiliging en politie, bleek eerder ook bij een korte bijeenkomst van pro-Palestijnse demonstranten in het Erasmusgebouw.

Vicevoorzitter Agnes Muskens antwoordde dat het demonstratierecht een groot goed is, maar dat de inperking ervan een gevolg is van de bezetting van TvA 1 en van de vernielingen die in het gebouw zijn aangebracht. ‘Veiligheid van alle medewerkers en studenten is voor het college van bestuur heel belangrijk, we vertegenwoordigen de hele academische gemeenschap’, zei Muskens, die ook begrip vroeg voor de interventies van beveiligers. ‘Voor hen is dit ook een nieuwe situatie, zij zijn niet gewend om dit soort afwegingen te maken.’

Normalisering

Namens de Universitaire Studentenraad zei Rebecca van Eijden dat de vernielingen in TvA 1 weliswaar te ver gingen, maar dat ze niet in verhouding staan tot de inperking van het demonstratierecht. ‘Die gaat veel te ver. Ik vind het dan ook teleurstellend dat jullie zeggen achter de beslissing van de burgemeester te staan en dat actievoerders moeten demonstreren op een plek waar ze niet gezien of gehoord kunnen worden.’

‘Ik vind het teleurstellend dat jullie zeggen achter de beslissing van de burgemeester te staan’

Rector magnificus José Sanders benadrukte de inperking van het demonstratierecht door de burgemeester inderdaad te begrijpen, aangezien de acties van de pro-Palestinademonstranten tot schade en verstoring van onderwijs en onderzoek hebben geleid. Daarbij gaf ze ook aan te zien dat de maatregelen de protestacties drastisch hebben ingeperkt. ‘Nu gaan we kijken in hoeverre de burgemeester de tijd rijp acht om tot een normalisering over te gaan.’

Categorisch

Eerder in de vergadering kwam de open brief aan bod die vijftien Nederlandse rectoren onlangs in Trouw publiceerden, waarin ze opriepen om de banden met Israëlische instellingen niet categorisch te verbreken. Volgens leden van de medezeggenschap had de open brief tot heel wat onduidelijkheid onder studenten en medewerkers geleid, omdat de boodschap ervan in strijd leek met beleid dat eerder door de Radboud Universiteit was aangekondigd.

Door de vele revisierondes, gaf Sanders toe, had de brief inderdaad aan helderheid verloren. ‘Wat we in die brief schreven, is dat we niet categorisch de banden met welk land dan ook willen doorsnijden, behalve als de Rijksoverheid daar om vraagt. Dat is iets anders dan dat we de banden niet zouden willen verbreken, zoals sommige media (waaronder NOS en Vox, red.) ervan hebben gemaakt.’

Interne communicatie

De rector magnificus verwees nogmaals naar de adviescommissie die internationale samenwerkingsverbanden moet gaan wegen. ‘Die moet er voor de start van het nieuwe academische jaar staan’, zei Sanders. Ook probeert het Nijmeegse college van bestuur in gesprek te gaan met de Israëlische partnerinstellingen, maar een afspraak maken is tot nog toe niet gelukt.

‘Onze interne communicatie had beter gemoeten’

Leden van de medezeggenschap betreurden het dat ze niet op voorhand geïnformeerd waren over de publicatie van de brief en dat hierover geen mail was gestuurd naar studenten en medewerkers. ‘We hadden duidelijker moeten maken hoe de brief zich verhoudt ten opzichte van onze eerdere communicatie (over de adviescommissie, red.)’, stak Sanders de hand in eigen boezem. ‘En onze interne communicatie had ook beter gemoeten.’

Gesprek met decaan

Tot slot kwam de beslissing van de afdelingen Sociale Geografie en Milieu om de samenwerking met Israëlische instellingen niet langer te steunen nog kort aan bod. Gesprekken tussen beide vakgroepen en het college van bestuur hebben nog niet plaatsvonden. ‘Ik neem aan dat de decaan hierover met de afdelingen in gesprek zal gaan’, aldus Sanders. ‘Als het tot een gesprek komt met een van onze Israëlische partneruniversiteiten, dan zullen we dit ook ter sprake brengen.’