Medezeggenschap slaat alarm over werkdruk: ‘Mensen vallen om’
Op de Gezamenlijke Vergadering van de Radboud Universiteit maakten leden van de medezeggenschap gisteren een statement over de torenhoge werkdruk. ‘We krijgen steeds meer signalen dat mensen aan het omvallen zijn.' Het college van bestuur gaf aan de zorgen te delen en op zoek te gaan naar oplossingen.
De Gezamenlijke Vergadering van de Radboud Universiteit begon gistermiddag op een ongebruikelijke manier: voor de gebruikelijke agenda werd afgewerkt, vroeg voorzitter van de Ondernemingsraad (OR) Ezra Delahaije het woord om een statement te maken over de werkdruk die medewerkers van de universiteit ervaren tijdens de coronacrisis.
Aanleiding was een brief die de Ondernemingsraad onlangs had ontvangen van een afdeling van de universiteit. Daarin stond onder andere dat de werkdruk door de coronacrisis momenteel zo hoog is, dat het onderwijs in het gedrang komt. ‘Van afdelingen, docenten, onderzoekers en andere medewerkers horen wij dat zij moeten snijden in onderwijs, onderzoek en andere taken’, aldus Delahaije. Hij riep het college van bestuur op om op korte termijn een beleid te ontwikkelen dat mensen met tijdelijke contracten hulp kan bieden, en om hierover binnen de VSNU een standpunt uit te dragen.
Voorzitter van de Universitaire Studentenraad Daan Willems vulde aan dat het voor docenten een moeilijke periode is. ‘Dit heeft voor studenten ook grote implicaties voor het onderwijs. De werklast moet omlaag, maar op onderwijs aan een universiteit kan niet gekort worden.’
‘Geen goede uitweg’
Namens het college van bestuur gaf voorzitter Daniël Wigboldus aan de zorgen van de medezeggenschap te delen. ‘Wij zien die werkdruk ook toenemen. We zetten ons met z’n allen in om de kwaliteit van het onderwijs zo hoog mogelijk te houden. We zeggen tegen decanen en directeuren dat ze moeten prioriteren welke taken wel en welke niet uitgevoerd moeten worden’, aldus Wigboldus. ‘Als college van bestuur geven we dit aan voor de hele universiteit, maar ik hoop dat deze gesprekken ook worden gevoerd tussen leidinggevenden en werknemers.’
‘We mogen onszelf niet over de kop jagen’
Toch benadrukte Wigboldus dat er inzake werkdruk geen goede uitweg bestaat. ‘We hebben met z’n allen een verantwoordelijkheid om de minst slechte uitweg te kiezen. Natuurlijk willen we voor studenten de kwaliteit van het onderwijs zo hoog mogelijk houden, net als het onderzoek. Maar dat moeten we doen zonder onszelf over de kop te jagen. We zullen soms moeten kiezen.’
Onderwijsassistenten
OR-lid Sven Meeder brak een lans voor wetenschappers die nu extra tijd moet besteden aan onderwijs, waardoor hun onderzoek in het gedrang komt. ‘Zij vragen zich af wat dat betekent voor hun kansen om een vaste baan of een beurs te krijgen in de toekomst. Wordt daar nog een oplossing voor gezocht, eventueel na de coronacrisis? Dat zou de werkdrukgevoelens van nu voor een deel kunnen verlichten.’
Rector Han van Krieken reageerde dat het college zich ook in Den Haag, binnen de VSNU en de KNAW en in gesprekken met NWO, sterk maakt voor dit onderwerp. Niet alleen binnen het onderwijs, maar ook voor onderzoekers. ‘We moeten elkaar een beetje comfort geven. Besluiten die we nu nemen mogen niet al te hoge consequenties hebben voor het carrièrepad van mensen. Voor mensen die een tenure track volgen, moeten we meer kijken naar kwalitatieve criteria, niet naar het aantal artikelen in toptijdschriften. Gelukkig hebben veel leidinggevenden dat door.’
‘Wie met kleine kinderen thuiswerkt, heeft het op dit moment het zwaarst’
Op de vraag van Maaike Vink van de USR of er meer onderwijsassistenten kunnen worden aangenomen, had het college geen eenduidig antwoord. Vicevoorzitter Wilma de Koning zei dat ze daarover geen garanties kon geven. Volgens Van Krieken is het financieel geen issue om extra assistenten aan te nemen. ‘Iedereen die daar behoefte aan heeft, kan mensen aanstellen. Maar studenten die ondersteunen moeten ook geïnstrueerd worden. Dat maakt het ingewikkeld.’
Vicevoorzitter Wilma de Koning beloofde wel te kijken naar regelingen die thuiswerken makkelijker kunnen maken, nu privé en werk door de coronamaatregelen vaker in elkaar overlopen. ‘Dat geldt zeker voor de groep die met kleine kinderen thuiswerkt, die heeft het op dit moment het zwaarst.’
Boetekleed
Dat de werkdruk hoog is, bleek eerder al uit de resultaten van de personeelsenquête, die in oktober werd afgenomen. De toch al hoge werkdruk van medewerkers van de Radboud Universiteit was tijdens de coronacrisis nog verder gestegen.
In een toespraak op de nieuwjaarsrede trok Wilma de Koning dan ook het boetekleed aan. ‘We hadden iets willen doen aan de werkdruk en dat is ons niet gelukt’, zei de afscheidnemende vicevoorzitter toen. Wel beloofde de Koning dat een commissie op zoek zou gaan naar manieren om de druk van de ketel te halen voor personeel in tijden van afstandsonderwijs.
Eva schreef op 26 januari 2021 om 18:12
Hopelijk komt er ook een regeling voor promovendi en jonge onderzoekers die door de lockdown hun onderzoek echt niet kunnen uitvoeren (labs beperkt open, respondenten en proefpersonen niet beschikbaar, observaties in het veld zijn bijv lastig uit te voeren). Contractverlenging is lastig voor deze groep omdat het vaak gaat om subsidies met beperkte looptijd (mede) verstrekt door externe financiers.
Michelle schreef op 27 januari 2021 om 15:15
Voor onderwijsondersteuners bij de faculteiten komen er alleen maar zaken bij en gaat er niets af. Iedere afdeling binnen de RU probeert op volle kracht door te gaan en er is geen centrale regie op wat er vanuit CvB en Radboud Services naar de faculteiten komt. Het gevolg is dat alle lopende processen doorgang blijven vinden en dat er daarnaast een hele hoop extra werk op de faculteiten afkomt vanwege de coronacrisis. Vanuit centraal is er niemand die prioriteert, niemand die zeg ‘nee’ of ‘dat doen we dit jaar even niet’. Alles moet kennelijk doorgang vinden waardoor juist de ondersteuners in de knel komen omdat zij niet in de gelegenheid zijn om nee te zeggen. Werkdrukverlichting zou m.i. kunnen beginnen met kritisch te kijken naar wat echt prioriteit heeft en wat niet. Het CvB zou daar het voortouw in kunnen nemen.