De universiteit doet extra geld in de pot waaruit ze studenten ondersteunt die studievertraging oplopen. Het zogeheten profileringsfonds wordt opgehoogd met ruim een ton tot 2,3 miljoen euro. Hoewel het gaat om een simpele inflatiecorrectie zijn leden van de Universitaire Studentenraad blij met het nieuws.

Ga je een bestuursjaar doen, heb je een functiebeperking of ben je topsporter? Dan kan je in aanmerking komen voor een beurs van de universiteit. Elke universiteit moet volgens de wet een fonds oprichten om studenten die studievertraging oplopen te ondersteunen. Ook mantelzorg, artistieke activiteiten, een buitenlandverblijf, ziekte of zwangerschap kunnen een reden zijn om aanspraak te maken op dit zogeheten profileringsfonds. Zo’n beurs levert de student per verwachte maand studievertraging 289,26 euro op.

Probleem: het profileringsfonds is niet meer groot genoeg om alle studenten die in aanmerking komen te ondersteunen. Om die reden klopten Lara Mascini, politiek commissaris van het Bestuurlijk Overleg Studentenverenigingen, Savannah Mellendijk (SOFv) en Xander van Ulsen (asap) aan bij het college van bestuur. ‘Het fonds stond al tien jaar vast op 2,2 miljoen euro per jaar’, zegt Mascini. ‘Na een tijdje was het plafond bereikt.’ Met name het potje voor bestuursbeurzen werd te klein.

Mooi gebaar

Eind mei beloofde collegevoorzitter Daniël Wigboldus om het fonds met 104.000 euro op te hogen. Dat bedrag is bestemd voor studenten die studievertraging oplopen door persoonlijke omstandigheden of bestuurswerk. Het potje voor kunstenaars, topsporters of studenten die naar het buitenland gaan blijft even groot als voorheen.

‘Een mooi gebaar van de universiteit’, vindt Mascini. ‘Dankzij de ophoging blijft het mogelijk om nieuwe initiatieven te starten, zoals het oprichten van een vereniging. De universiteit laat hiermee zien dat ze actieve studenten waardeert.’ Dat is extra bijzonder in een tijd waarin het hoger onderwijs steeds minder te besteden heeft, aldus Mascini.

Meegroeien

Martijn Gerritsen, woordvoerder van de universiteit, geeft aan dat het om een inflatiecorrectie gaat. ‘Op deze manier kunnen toekomstige studentbestuurders een even hoge vergoeding krijgen als de studenten van vandaag.’ Daarom past de universiteit de hoogte van het fonds vanaf nu elke twee jaar opnieuw aan. Dit jaar betaalt de universiteit de ophoging uit het bestemmingsfonds, een reserve voor onverwachte uitgaven.

Hoe lang studenten met studievertraging hiermee vooruit kunnen, is de vraag. Liefst zien Mascini, Mellendijk en Van Ulsen dat het profileringsfonds meegroeit met het aantal studenten. Gerritsen kan nog niet zeggen of de universiteit ook daarin mee zal gaan.