Meningen zijn verdeeld bij eerste bijeenkomst over internationale samenwerking (die vooral over Israël en Palestina ging)
In de eerste van vijf participatiebijeenkomsten over de internationale samenwerkingen van de Radboud Universiteit, wisselden zo'n twintig studenten en medewerkers ideeën uit. De meningen over wat de universiteit moet doen – én over de bijeenkomst zelf – liepen uiteen. ‘Dit is wéér een extra participatiestap die in niets bepalend is.’
Een goede bijeenkomst waarin ‘iedereen kon uitpraten en waar respectvol werd gediscussieerd, ondanks dat mensen van mening verschilden’. Zo omschrijft een arts-onderzoeker van het Radboudumc* de eerste participatiebijeenkomst over internationale samenwerkingsverbanden, die vanmiddag plaatsvond in de Van Agtkamer in het statige Huize Heyendael.
Besloten bijeenkomst
Wat er precies tijdens de participatiebijeenkomst is gezegd, blijft geheim. Van de sessie zijn geen opnames of notulen gemaakt. Ook Vox mocht niet aanwezig zijn, omdat enkele aanwezigen zich daar niet prettig bij voelden. De belangrijkste opmerkingen worden in een later stadium (geanonimiseerd) gedeeld met het college van bestuur, de adviescommissie en de rest van de academische gemeenschap.
Op de bijeenkomst kwamen twintig studenten en medewerkers af, waarmee het maximale deelnemersaantal bereikt was. Hoewel de sessie in principe over alle internationale samenwerkingsverbanden van de Radboud Universiteit ging, stond vooral de vraag centraal wat er moet gebeuren met de banden met Israëlische instituten.
‘Uiteraard gaat het nu vooral daarover, dat is nu eenmaal het meest urgent op dit moment’, zegt een student* na afloop. ‘Maar ik zie deze bijeenkomst ook als weer een extra stap in het participatieproces, dat uiteindelijk toch in niets bepalend is.’
Volgens de student liggen alle feiten al op tafel over de samenwerking met Tel Aviv University en Hebrew University of Jerusalem. Dat zijn twee partnerinstellingen van de Nijmeegse universiteit die nauwe banden hebben met het Israëlische leger, zo blijkt onder andere uit onderzoek van wetenschapper Maya Wind. Wind, maar ook studenten en medewerkers van de Radboud Universiteit, pleitten daarom al maanden voor het verbreken van de banden met deze instellingen. ‘En recent kwam daar het advies van de Tilburgse commissie bij.’
Unicum
De bijeenkomst is op zichzelf een unicum te noemen. Het is na het tentenkamp dat in het voorjaar van 2024 wekenlang op de campus heeft gestaan, tientallen protestmarsen, bezettingen van het Erasmusgebouw en Thomas van Aquinostraat 1, en meerdere opiniestukken (voornamelijk tegen het behouden van de banden) de eerste keer dat medewerkers en studenten van de universiteit in een gemodereerde setting met elkaar in gesprek gaan over de situatie.
Maar daarmee rijst ook de vraag of de bijeenkomsten – in totaal volgen er nog vier – niet een vorm van vertraging zijn waarmee de beslissing over het voortzetten of beëindigen van de samenwerking met Israëlische partnerinstellingen vooruit wordt geschoven. Eerder noemden twee studenten van het Nijmeegse kampement het optuigen van een commissie die internationale samenwerkingsverbanden toetst zelf al een ‘rookgordijn’ en een ‘vertragingsmechanisme waardoor het college van bestuur geen knoop hoefde door te hakken’.
‘Als het gaat over ontwikkelingen op het gebied van chemotherapie, vind ik dat we moeten blijven samenwerken’
Wat de studenten van het voormalige kampement vooral tegen het hoofd stoot, was de recente opmerking van gespreksleider Marcel Becker op Voxweb, dat als zij niet naar de bijeenkomsten zouden komen, ze niet gehoord zouden worden. ‘We laten al maanden onze mening horen, dus die opmerking vonden wij wel gek’, vertelt één van hen, ook aanwezig bij de sessie. ‘Wij geloven dan ook niet dat onze aanwezigheid vandaag echt iets gaat bijdragen aan het uiteindelijke oordeel van de commissie. Het is vooral een statement, om ook hier ons geluid te laten horen.’
Academische vrijheid
Niet iedereen was even blij met de focus op Israël en Palestina in de bijeenkomst. ‘Daar werd naar mijn mening toch te veel op ingezoomd’, vertelt de arts-onderzoeker. ‘Wat mij betreft moet je verder kijken dan het conflict dat nu veel in het nieuws is en waar veel mensen iets van vinden. Het ging ook over dat we juist in andere landen, bijvoorbeeld in Afrika of het Midden-Oosten, gelijkwaardige samenwerkingen aan kunnen gaan. Dat is vaak nog onderbelicht.’
Zelf zegt hij groot voorstander te zijn van het behoud van academische vrijheid en het blijven opzoeken van de dialoog. ‘Het gaat daarbij ook over de eigen morele afweging die een wetenschapper kan maken. Dat we niet samenwerken met Israëlische instellingen op het gebied van het ontwikkelen van explosieven lijkt me logisch. Maar ik vind dat we moeten blijven samenwerken als het gaat over ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld chemotherapie. Dat soort onderzoek zou de politiek moeten overstijgen.’
De overige sessies (waarvan drie Engelstalig) vinden in de loop van deze en komende week plaats. Aanmelden kan niet meer, de bijeenkomsten zijn inmiddels al vol.
* In verband met de gevoeligheid van het onderwerp zijn de geïnterviewden anoniem opgevoerd. Hun namen zijn bekend bij de redactie.