Mensen die veel lezen, kennen de grammaticale regels beter

09 dec 2020

We lezen minder boeken en kranten dan ooit. Dat is niet goed voor onze grammaticale kennis, ontdekte Saoradh Favier in haar promotieonderzoek. 

Netflix, Whatsapp, Facebook – nieuwe media slokken meer en meer van onze tijd op, en dat gaat ten koste van het klassieke lezen op papier. Waar in 2013 nog bijna 70 procent van de Nederlanders dagelijks een krant of tijdschrift las, was dat vorig jaar minder dan de helft, volgens onderzoek van boekenkenniscentrum KVB Boekwerk. Ook het aantal mensen dat elke week een boek leest, is in tien jaar tijd met een zesde gedaald, tot 43 procent. Bij jongeren is dit effect nog sterker.

Die zogenoemde ontlezing heeft negatieve gevolgen voor ons begrip van grammaticale regels, ontdekte Saoradh Favier (29) van het Max Planck Instituut. Morgen promoveert de taalkundige op dit onderzoek.

Boekenwurm

In een serie experimenten zag ze dat mensen die meer leeservaring hebben, de grammaticale regels beter kennen. Haar proefpersonen waren 160 studenten van mbo-, hbo- en wo-instellingen. In een van Faviers lab-onderzoeken moesten zij door koptelefoons naar zinnen luisteren en aangeven of deze grammaticaal correct waren of niet. ‘Het gaat dan om zinnen als “Samen hebben hun gevoetbald” of “Dit is groter als mij”, vertelt Favier via de telefoon. Wat bleek? Hoe meer iemand een boekenwurm is, hoe beter diegene in staat is om dit soort grammaticaal incorrecte zinnen te detecteren.

‘Als je mensen zelf vraagt hoeveel ze lezen, overschatten ze dat vaak’

Dat klinkt misschien voor de hand liggend, geeft de geboren Britse toe, maar veel experimenteel bewijs was er tot nog toe niet voor dit verband – zeker niet voor het Nederlands. ‘Bovendien is het lastig om een begrip als leesvaardigheid goed te kwantificeren. Als je mensen zelf vraagt hoeveel ze lezen, overschatten ze dat vaak.’

Saoradh Favier. Foto: MPI

Daarom kwam Favier met een serie aan toetsen die samen een nieuwe, objectievere maat van leesvaardigheid vormen. Het ging onder andere om tests van woordenschat en spellingsvaardigheden, want daarvan is bekend dat ze verbeteren naarmate iemand meer leest. Ook bekendheid met auteursnamen nam ze mee. Hierbij moesten proefpersonen aangeven of een bepaalde schrijversnaam al dan niet fictief was.

Favier: ‘Hoe meer iemand leest of met boeken in aanraking komt – al is het maar via recensies in de krant – hoe hoger diegene scoort op zo’n auteurstest.’ 

Oogbewegingen

Grammaticale vaardigheden zorgen er niet alleen voor dat je zij/hun- of dt-fouten sneller herkent, maar ook dat je zinnen die je hoort efficiënter kunt verwerken. Dat ontdekte Favier in een vervolgexperiment. Daarin liet ze de beste en slechtste 25 procent ‘leesvaardigen’ uit het eerste onderzoek luisteren naar zinnen. Tegelijkertijd zagen de proefpersonen plaatjes op een scherm en werden hun oogbewegingen gemeten met een eye tracker.

Favier geeft een voorbeeld. ‘De zinnen waren passief geformuleerd, denk aan “Het raam werd inderdaad gebroken door een stier”. Terwijl die zin uitgesproken werd, kregen de deelnemers afbeeldingen te zien van bijvoorbeeld een raam, bad, riem en stier.’ Het interessante was dat veel proefpersonen onbewust al naar het plaatje van de stier bleken te kijken voordat dat woord (altijd het laatste in de zin) überhaupt uitgesproken was. De groep leesvaardige deelnemers deed dit ook nog eens tientallen milliseconden sneller dan de slechtere lezers, en had het vaker bij het juiste eind.

‘Literatuur dompelt je onder in grammatica’

Goede grammaticale kennis helpt dus om te voorspellen wat iemand gaat zeggen, concludeert Favier in haar proefschrift, en dat maakt het verwerken van zinnen efficiënter. ‘Hierdoor houden je hersenen meer capaciteit over om de inhoud te verwerken van wat iemand zegt. Dat is vooral nuttig als deze complex is, denk bijvoorbeeld bij de uitleg van leerstof op school of de universiteit.’

Slag om de arm

Hoogleraar Nederlands en academische communicatie Marc van Oostendorp, niet betrokken bij de promotie, noemt het onderzoek desgevraagd een ‘knappe studie’ die goed en degelijk uitgevoerd is. ‘Vragen die na een eerste experiment overbleven, onderzocht ze steeds in een volgend experiment. Zo zou je in de studie waarin mensen grammaticale fouten moesten detecteren nog kunnen zeggen dat mensen die meer lezen gewoon hogere normen hanteren. Dus zonder dat ze per se echt beter hoeven te zijn in grammatica. Maar later laat ze vergelijkbare effecten zien in ‘gewonere’ taaltaken.’

‘Dit onderzoek is heel nuttig als eerste stap’

Toch houdt Van Oostendorp nog wel een slag om de arm over de conclusies die getrokken kunnen worden uit het proefschrift. ‘Er is duidelijk een correlatie tussen leesvaardigheid en kennis van syntax, maar de vraag is of er ook sprake is van een causaal verband.’ Je kunt namelijk redeneren dat mensen die makkelijk omgaan met taal ook meer lezen.  ‘Het proefschrift roept dus een hoop nieuwe vragen op voor vervolgonderzoek, maar dat doet elke goede studie. Dit onderzoek is heel nuttig als eerste stap, en past in een patroon van resultaten van eerder werk.’

Leesonderwijs

Wat dat betreft zijn Faviers bevindingen voor de hoogleraar een extra argument dat er meer aandacht moet komen voor leesonderwijs. ‘Daar strijd ik al jaren voor. Los van grammaticale vaardigheden weten we dat lezen namelijk ook veel andere positieve effecten heeft: op woordenschat, inlevingsvermogen en abstract denken, bijvoorbeeld.’

Favier hoopt dat haar onderzoek uiteindelijk ook in de praktijk van pas gaat komen. Na haar promotie wil ze haar kennis inzetten voor groepen die Nederlands als tweede taal leren maar nog niet kunnen lezen en schrijven.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!