Met acht skeletten naar het EK in Oostenrijk

20 feb 2023

Lucas Boer maakt de beste dierenskeletten van Nederland, hij won er al diverse prijzen mee. Afgelopen week was de conservator van het Nijmeegse Museum voor Anatomie en Pathologie in Oostenrijk om mee te doen aan het Europees Kampioenschap voor taxidermisten. Vox volgde hem. 'Net niet goed genoeg, helaas.'

De beurshal is gevuld met honderden opgezette dieren. Tijgers, roofvogels, eekhoorns, pauwen, uilen, moeflons, een slapende pitbull, een ordinaire lapjeskat. Lucas Boer (34) loopt er in zijn lange jas van schapenwol kalmpjes tussendoor. Je zou kunnen zeggen dat hij zich thuisvoelt in dit rariteitenkabinet. In Nijmegen is hij conservator van het anatomisch museum in het Radboudumc: elke dag wordt hij omringd door preparaten gemaakt van menselijk materiaal. Hier in Salzburg zijn het overleden dieren.

‘Ik leer hier wel veel van hoor’

Boer houdt halt bij twee skeletten van raven die met elkaar in gevecht zijn. Hij schudt zijn hoofd: ‘Net niet goed genoeg, helaas.’ De skeletten maakte hij zelf, maar er hangt inmiddels een rood lintje aan. Dat betekent dat de jury hem niet de allerhoogste score heeft toegekend. Een blauw lintje zou beter zijn. Ofwel: Lucas Boer is niet de beste skeletteur van Europa. En daarom was hij nu juist naar deze wedstrijd in Oostenrijk gekomen, om wél met die titel naar huis te gaan.

Het is voor het eerst dat Boer meedoet aan het Europees Kampioenschap voor taxidermisten (dierenpreparateurs). Eerder werd hij al wel Nederlands kampioen. ‘Dat is op zich niet zo heel onhaalbaar, want er zijn weinig skelettenbouwers.’ De meeste taxidermisten gaan voor dieren met huid en haar, hij legt zich toe op wat er overblijft: het geraamte.

‘Kijk, dit is de man die wel gewonnen heeft’, zegt hij met een hoofdknik naar een jongen die een kop kleiner is dan hij en vriendelijk terug groet. Iedereen kent elkaar hier in dit walhalla voor preparateurs. De winnaar maakte een skelet van een meerkoet die uit het water opstijgt. Hij komt uit Hongarije. ‘Ik leer hier wel veel van hoor’, zegt de teleurgestelde conservator. ‘Hij heeft zijn vogel heel mooi tegen een achtergrond gezet, dit stuk zou je zo in een museum kunnen plaatsen. Mijn skeletten staan vrij degelijk in een glazen bak. Maar zijn skelet is ook echt heel goed gemaakt. Het gaat om de houding van de vogel.’

Drie weken voor het EK (Mook, 29 januari)

Die houding! Daar heeft Lucas Boer het meeste denkwerk aan besteed. ‘Een vogel op een stokje maken kan iedereen’, zegt hij terwijl hij voorovergebogen staat over twee skeletten die ooit toebehoorden aan twee inmiddels overleden raven. Wat hij wil bereiken, is dat de vogels voor de toeschouwer nog lijken te leven. Je ziet ze als het ware om elkaar heen cirkelen in de lucht. Waar vechten ze om? Een stukje brood misschien. ‘Ik wil altijd dat er een vorm van interactie is tussen de dieren.’

Lucas Boer legt thuis de laatste hand aan zijn kraaien, samen met preparateur Sophie Kiela. Foto: Duncan de Fey

Zijn werkkamer thuis in Mook bestaat uit een bescheiden houten tafel met een schemerlamp en een vitrinekast vol skeletten. Het roze stoeltje komt van de kringloop. Op een schap onder de zoldering, tussen nog meer geraamtes, staat de koker met daarin zijn doctorsdiploma van de Radboud Universiteit. In 2019 promoveerde hij op de teratologische collecties in Nederlandse musea, dat zijn preparaten van pasgeboren baby’s met afwijkingen. Boer legde een bijzondere opleidingsroute af: hij begon op de mavo, doorliep het middelbaar en hoger laboratoriumonderwijs, schreef een brief aan het museum met de vraag of hij daar met zijn prepareerervaring iets kon doen en is nu dus gepromoveerd conservator.

Het skeletteren bleef hij altijd doen – als kind sleepte hij al dode dieren mee naar huis – alleen breidde hij zijn vaardigheden uit met het maken van menselijke preparaten.

‘Raven hebben een relatief eenvoudig skelet’, vertelt hij. De ribben zijn vrij fors, het zijn grote vogels. Alken daarentegen zijn veel moeilijker te maken. Juist daarom heeft hij ook drie van deze zeevogels gebouwd als inzending voor het EK. ‘Als een raaf een puzzel van 500 stukjes is, is een alk een puzzel van 5000 stukjes. Snap je? Zo’n vogel zit veel ingewikkelder in elkaar.’ Hij wijst op de flinterdunne gebogen botjes die de ribbenkast van een alk vormen.

‘Zodra ik begin te snijden, zie ik ze als een object’

De lange pijpbeenderen van de vogel moet hij bovendien meerdere keren doorspuiten met perslucht om het vet eruit te krijgen. ‘Anders worden de botten niet mooi wit. Zeevogels zijn altijd erg vet doordat ze vis eten.’

Het schoonmaken van een skelet begint met de slacht: al het vlees moet eraf. Dan volgt een proces van laten weken in regenwater, overplaatsen in een emmer met wasbenzine en bleken in waterstofperoxide. Boer draait er zijn hand niet meer voor om. Al geeft hij wel de voorkeur aan kleine, handzame skeletten. Hij prepareerde eens een zebra voor Artis – Boer werkt ook in opdracht van dierentuinen en internationale musea – maar het is wel een gedoe om zulke lange botten in je eigen huis te bleken. ‘Een vogel past in z’n geheel in een emmertje.’

Net als in het anatomisch museum, werkt Boer thuis heel secuur. Niet alleen wil hij een zo mooi mogelijk skelet afleveren, hij wenst er ook iets van op te steken. ‘Bij elk dier dat ik in handen krijg, kijk ik hoe het precies in elkaar zit. Waar de meeste haren groeien, hoe bijvoorbeeld een gordeldiertje vastzit aan zijn schild.’

Dieren zijn niet zo heel anders dan mensen, weet hij inmiddels. Zelfde organen, zelfde afwijkingen, zelfde patronen. Door ze zorgvuldig te bestuderen, begrijpt hij steeds meer van de menselijke anatomie. Een groot verschil is wel dat de dieren die hij ontleedt meestal jong en kwiek zijn – een vogel wordt nu eenmaal geen 89 – terwijl mensen die hun lichaam na hun overlijden afstaan aan de wetenschap meestal oud zijn en allerlei kwalen hebben. Maar met zowel mensen als dieren heeft hij geen moeite. ‘Zodra ik begin te snijden, zie ik ze als een object’, legt hij uit, ‘niet meer als het individu dat ze ooit waren.’

De ravenskeletten zijn verstevigd met wc-rollen voor het transport. Foto: Duncan de Fey

Voor zijn werk maakt hij preparaten van bijvoorbeeld handen voor onderwijs aan geneeskundestudenten. Daarnaast is het Nijmeegse Museum voor Anatomie en Pathologie het enige in Europa waar nog preparaten worden gemaakt om tentoon te stellen. ‘Ik heb onlangs een complete mensenhuid geprepareerd’, aldus Boer. ‘Die hangt nu in ons museum.’

Een week voor het EK (Weurt, 11 februari)

Lucas Boer arriveert in een piepklein blauw autootje op het industrieterrein in Weurt. Op de bijrijdersstoel staat de glazen bak met daarin de twee vechtende raven. Hij heeft ze tijdelijk verstevigd met wc-rollen en tape, zodat ze niet in elkaar storten. Op de achterbank twee andere werken met alken en zeekoeten. En hij heeft het skelet van het gordeldier dat hij ooit maakte er ook maar bij gedaan. Totaal: acht skeletten.

Vanaf hier vertrekt een busje met jonge preparateurs van de Nijmeegse Museumwinkel die ook meedoen aan het Europees Kampioenschap in Oostenrijk – Boer werkt veel met ze samen. Hij laadt zijn verzameling uit en zet de skeletten naast een opgezette kasuaris (loopvogel), een manenwolf, een aalscholver, twee papegaaien en een schattig konijnuiltje. De kunst is nu de complete dierentuin, aangevuld met vijf mensen, heelhuids in Salzburg te krijgen. Voor noodgevallen heeft hij een zakje met houtlijm en een pincet bij zich. Een kunstwerk van een opgezette kraai met daarnaast het skelet van een kraai, dat hij samen met collega Sophie Kiela maakte, schudt vervaarlijk heen en weer als de preparateurs in en uit het busje stappen.

Vlak voor vertrek in de werkplaats van De Museumwinkel in Weurt. Foto: Duncan de Fey

Nerveus is Boer niet voor het kampioenschap, hij hoopt alleen wel dat hij straks met een prijs naar huis gaat. ‘Alleen al vanwege alle uren die ik hierin heb gestopt. En ik moet er een week vrij voor nemen! Maar het is een jurysport, dus je hebt ook te maken met de persoonlijke smaak van de juryleden. Ze letten natuurlijk op de houding van je skeletten en of iets goed gemaakt is, maar soms vinden ze het ene werk gewoon mooier dan het andere of geven ze beginners hogere punten bij wijze van stimulans.’

Op het EK (Salzburg, 18 februari)

Lucas Boer is dus teleurgesteld. Net geen Europese titel voor deze conservator van het Nijmeegse museum. Zijn hoogste puntenaantal was 88, waar hij er 90 nodig had om een podiumplek te behalen. Het zit hem ook niet lekker dat het gordeldier dat hij gewoon nog had staan, hier in Oostenrijk de hoogste punten scoort. Zijn raven werden niet zo goed gewaardeerd als hij had gehoopt. ‘Ik bleek ook twee botjes in de vleugels verkeerd om te hebben geplaatst’, zegt hij licht beschaamd. Hij wijst ze aan op het skelet dat nu voor het publiek is tentoongesteld in de enorme Messe van Salzburg, maar voor de leek is geen ‘fout’ te zien.

‘Vannacht in bed heb ik bedacht wat ik voor het volgende kampioenschap ga maken’

Na een week vol seminars en ontmoetingen met collega’s, wil hij graag naar huis. Vanavond is er nog een afsluitend diner in de romantische stad waar Mozart opgroeide, daarna gaat de hele beestenbende weer terug de bus in. ‘Ik heb een boel ideeën opgedaan’, zegt hij tijdens een laatste rondje langs de meest bizarre opgezette dieren (twee drijvende nijlpaarden, een muskusos). ‘Vooral over houdingen en manieren om skeletten te presenteren. Vannacht in bed heb ik bedacht wat ik voor het volgende kampioenschap ga maken.’

Leuk dat je Vox leest! Wil je op de hoogte blijven van al het universiteitsnieuws?

Bedankt voor het toevoegen van de vox-app!

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!