Met de juiste begeleiding kan gen Z zich ontwikkelen tot ‘generatie zelfvertrouwen’
Over de huidige generatie jongeren wordt nog weleens gezegd dat het allemaal 'snowflakes' zijn, alsof ze direct omvallen als je tegen ze blaast. Maar het tegenovergestelde is juist waar, schrijven sociale wetenschappers Eveline Crone en Renske van der Cruijsen in hun nieuwe boek.
Hoe ontwikkelen de hersenen van jongeren zich tijdens de adolescentie? Waarom twijfelen jongeren meer aan zichzelf tijdens hun puberteit? En welke effecten hebben social media op het brein van jongeren?
Al deze vragen worden beantwoord in het boek Generatie Zelfvertrouwen van Eveline Crone en Renske van der Cruijsen. Het boek, deze week verschenen, is het resultaat van jarenlang onderzoek dat de twee sociale wetenschappers deden. Crone is hoogleraar ontwikkelingsneurowetenschappen en werkt aan de universiteiten van Rotterdam en Leiden – ze schreef eerder een bestseller over het puberende brein. Van der Cruijsen, nu universitair docent Orthopedagogiek in Nijmegen, promoveerde twee jaar geleden bij Crone.
Wat maakt jullie zo positief over de huidige generatie jongeren?
Van der Cruijsen: ‘Onze data laat zien dat jongeren veerkrachtig zijn. Ze groeien op in een complexe tijd vol veranderingen en uitdagingen, maar leren daar goed mee omgaan.’
‘Neem de coronapandemie. Daarnaast hebben jongeren te maken met prestatiedruk, de klimaatcrisis en andere spanningen. Jongeren krijgen tegenwoordig overal direct informatie over, wat kan bijdragen aan een zwaarder ervaren realiteit. Toch zien wij dat deze generatie daar goed mee omgaat: de meeste jongeren zijn erg veerkrachtig.’
Bij welke ontdekking dacht je: dit moeten we in boekvorm uitbrengen?
‘Het is al bijzonder dat bepaalde hersengebieden altijd actief worden als je aan jezelf denkt. Uit ons onderzoek blijkt dat deze hersengebieden tijdens de adolescentie harder werken dan in de kinder- of volwassenheid. Dit komt doordat er in die periode veel van je wordt verwacht op het gebied van persoonlijke ontwikkeling. Zo moet je bijvoorbeeld een opleiding kiezen, maar je begint jezelf ook meer te vergelijken met anderen. Dat kan leiden tot een negatiever zelfbeeld. Dit zie je ook terug in de hersenactiviteit.’
‘Een ander resultaat dat ik superinteressant vind, is dat jongeren rond de 15 jaar tijdelijk negatiever over zichzelf denken. Er kan dan echt sprake zijn van een dip in hun zelfbeeld. Dit komt doordat ze realistischer worden over zichzelf, vooral op het gebied van schoolvaardigheden, maar ook op andere vlakken. Wanneer jongeren ouder worden, herstelt dat weer. Die tijdelijke dip gaat samen met een periode waarin de hersenen intensief aan het werk zijn.’
Welke uitdagingen hebben jullie ervaren tijdens het onderzoek?
‘In de loop van de tijd hebben we steeds meer onderzoeksmethoden toegepast. We begonnen met een combinatie van hersen- en gedragsonderzoek. Later zijn we focusgroepen met jongeren gaan opzetten, waardoor we veel meer informatie kregen dan alleen uit vragenlijsten. Dit leverde soms een andere kijk op. Dit was uitdagend, maar gaf uiteindelijk meer duiding voor ons verhaal.’
‘Het is belangrijk dat jongeren autonomie krijgen om zichzelf te ontdekken’
Jullie benadrukken in het boek ook de positieve kanten van social media. Waarom?
‘We willen niet beweren dat social media alleen maar goed zijn. Maar onze data tonen aan dat ze ook een positief effect kunnen hebben op jongeren. Zo kan het bijvoorbeeld ontspanning bieden, het verlaagt voor sommige jongeren de drempel om hun hart te luchten, en sommige overtuigingen zijn gemakkelijker om online uit te dragen dan in real life: je verandert eerder je profielfoto met een regenboogvlag dan dat je er met eentje door de school gaat lopen.’
‘Social media zullen niet meer verdwijnen. In plaats van ons uitsluitend te richten op de negatieve effecten, kunnen we beter de vraag stellen hoe we er het best mee om kunnen gaan. Jongeren hebben social media omarmd, maar ze zijn zich óók bewust van de negatieve kanten ervan.’
Jullie munten een nieuwe term voor de volgende generatie: generatie zelfvertrouwen. Wat is daarvoor nodig?
‘Het is belangrijk dat jongeren autonomie krijgen om zichzelf te ontdekken, en dat ze zich gerespecteerd en gewaardeerd voelen. Hun mening moet serieus genomen worden en ze moeten het gevoel hebben dat ze ergens aan kunnen bijdragen. Dit kan op scholen worden aangewakkerd, maar ook in de opvoeding en op veel andere niveaus in de samenleving. Met de juiste begeleiding kan de volgende generatie zich ontwikkelen tot generatie zelfvertrouwen.’
Welke boodschap hoop je dat jongere lezers meenemen uit je boek?
‘Ik hoop dat het jongeren meer inzicht geeft in wat er precies gebeurt in hun brein. Het kan hen geruststellen dat anderen dezelfde twijfels ervaren. Daarnaast hoop ik dat jongeren zich zullen herkennen in het positievere beeld dat in dit boek geschetst wordt over deze generatie.’