Met een vergiet op het hoofd de rechtszaal in
Een vergiet dragen op de pasfoto die in je rijbewijs komt. Mag dat? Die vraag stond woensdagavond centraal tijdens een hilarische ‘theatrale rechtszitting’ in LUX. Pastafariër Mathé Coolen vs de gemeente Nijmegen. Juristen en studenten van de rechtenfaculteit speelden de hoofdrollen. Met glans.
Het podium in de benedenzaal van LUX is voor de gelegenheid omgebouwd tot rechtszaal. Compleet met een (geprojecteerd) portret van de koning aan de wand. Roel Schutgens, hoogleraar Algemene rechtswetenschap, is voorzitter en rechter. Samen met twee andere gelegenheidsleden van de meervoudige kamer zal hij straks beslissen of de gemeente Nijmegen in haar recht staat door de pasfoto van pastafariër Mathé Coolen, die uit geloofsovertuiging een vergiet op zijn hoofd draagt, te weigeren.
De zaak is fictief, maar ook weer niet. Al jaren klagen aanhangers van het Vliegend Spaghettimonster gemeentes aan omdat ze vinden dat een vergiet op het hoofd niet geweigerd mag worden. Je mag toch ook met een tulband en een hoofddoek op de foto?
Noedelige Aanhangsels
Coolen – roestvrijstalen vergiet op het hoofd – opent de zitting met een emotioneel pleidooi: ‘Toen ik het zwaar had, raakte ik in contact met het Vliegend Spaghettimonster. Ik voelde zijn Noedelige Aanhangsels al slechts vijf minuten nadat ik het licht had gezien.’ De zaal moet lachen en ook de rechtbank heeft moeite het gezicht in de plooi te houden, maar Coolen gaat onverstoorbaar verder. ‘Ik vind nu mijn troost in een bord spaghetti.’
‘Ik vind nu mijn troost in een bord spaghetti’
Coolens raadsman Derk Venema (in het dagelijks leven juridisch filosoof aan de rechtenfaculteit) volgt met een juridische aanvulling. Volgens zijn betoog is het niet aan de gemeente om te oordelen of een religie echt of nep is. Zo heeft de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster een kerk, een evangelie en een religieus hoofddeksel. De leefregels worden beschreven in acht liever-nietjes. Dit mag dan een melige knipoog zijn naar de tien geboden, maar probeert niet elke religie de andere te bespotten?
Seksclub
Student Ghada Abo El Enin verdedigt de gemeente Nijmegen. Zij stelt dat je niet zomaar elk verzinsel als religie mag erkennen, vanwege de vergaande juridische gevolgen. Zo speelde in het verleden de zaak van Sint Walburga, waar een seksclub zich presenteerde als een zelfstandig kerkgenootschap, louter om te ontkomen aan invallen van de politie. Hoogleraar filosofie Paul Bakker, die haar bijstaat, voegt hieraan toe dat nergens in de heilige geschriften van de pastafariërs staat dat het dragen van een vergiet verplicht is. Dat is wel het geval bij mensen die uit geloofsovertuiging een keppel, hoofddoek of tulband dragen. Het derde liever-nietje van de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster stelt zelfs dat mensen niet zouden moeten worden beoordeeld op hun uiterlijk of kleding.
Terwijl de rechters zich terugtrekken, wordt de zaal, propvol studenten, ook om een oordeel gevraagd. Grofweg de helft vindt dat een vergiet op een pasfoto niet geweigerd mag worden, de andere helft is het eens met de argumentatie van de gemeente.
De uitspraak van de meervoudige kamer luidt als volgt: het beroep van Mathé Coolen wordt ongegrond verklaard omdat de eiser zelf al aangaf dat het dragen van het vergiet losjes interpreteerbaar is. Maar, vinden de rechters, de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster is wel degelijk een religie vanwege het ledenaantal, de aanwezigheid van een Heilige Schrift en morele opvattingen.
De theatrale rechtszitting was de afsluiting van de maand van de ethiek, georganiseerd door Radboud Reflects. Rechters werden gespeeld door Roel Schutgens, hoogleraar Algemene rechtswetenschap, Elke Truijen, rechtenstudent en Theodora van Boven, student religiewetenschappen. Advocaten: Derk Venema, rechtsfilosoof en Ghada Abo El Enin, rechtenstudent. Getuige-deskundigen: Frans Jespers, universitair hoofddocent Vergelijkende godsdienstwetenschap en Paul Bakker, hoogleraar Filosofie.
Peter van der Vorst schreef op 24 november 2016 om 09:52
Dit schept wel een interessant, zij het fictief, precedent. Kledingvoorschriften moeten dus vast staan, en niet ”losjes interpreteerbaar”, in heilige geschriften om onder de vrijheid van religie te vallen. Dan ken ik wel een paar islamologen die betwijfelen of de islamitische kledingvoorschriften wel zo vast staan in de Koran. Dan zouden we daar ook eens eerlijk naar moeten gaan kijken. En nergens in de Tenach of de Koran staat dat je dieren niet verdoofd mag slachten.
Lisa schreef op 25 november 2016 om 09:47
Dit dus! Dit probeer ik nou ook steeds uit te leggen. Probs!
Ruben schreef op 24 november 2016 om 16:41
Je religie moet dus een bepaalde minimale mate van onderdrukking hebben richting haar leden om aanspraak te kunnen maken op wettelijke uitzonderingsposities…
Pasta God schreef op 24 november 2016 om 18:44
Dit stelt mij zwaar teleur