Mezen moeten de eikenprocessierups van de campus verjagen

20 mei 2020

Corona of niet, de bestrijding van de eikenprocessierups op de campus gaat onverminderd door. Nieuw in de bestrijding van de jeukende rupsen zijn vijftig nestkastjes voor kool- en pimpelmezen.

Nog even en het is weer zover: het moment waarop eikenprocessierupsen massaal brandharen ontwikkelen – tussen half mei en begin juli. Geen leuk vooruitzicht: wie in aanraking komt met de harige rups, kan binnen acht uur last krijgen van jeuk, rode bulten en – erger nog – ontstekingen.

Door de relatieve rust op de campus zullen dit jaar wellicht minder meldingen van overlast binnenkomen bij het Universitair Vastgoed Bedrijf, denkt medewerker Evelien Ketel. Toch gaat de bestrijding van de rups onverminderd voort. ‘We willen de overlast voor de mensen die er wel zijn, waar mogelijk voorkomen’, zegt ze. ‘Ook om de verspreiding voor de komende jaren te beperken, blijft bestrijding noodzakelijk.’

Kool- en pimpelmezen

De directe bestrijding van de rups gebeurt op dezelfde manier als vorig jaar. Na een aantal inspectierondes over de campus worden de nesten met behulp van een hoogwerker en grote stofzuigers verwijderd. ‘Biologische bestrijdingsmiddelen voor preventieve bestrijding zetten we niet in’, aldus Ketel. ‘Deze zijn niet alleen schadelijk voor eikenprocessierupsen, maar ook voor andere insecten. Dat is niet goed voor de biodiversiteit.’

Koolmees in een nestkastje. Foto: Wikimedia commons

Wel is er een nieuw wapen in de strijd tegen de rups: verspreid over de campus werden 50 nestkastjes opgehangen voor koolmezen en pimpelmezen, waarvan bekend is dat ze eikenprocessierupsen eten. Zo vermindert het aantal rupsen dat zich in de toekomst kan voortplanten. ‘Een aantal kasten is al in gebruik genomen door mezen’, weet Ketel.

Rest de vraag hoe effectief de nestkastjes zijn in de bestrijding van de rupsen. ‘Het effect hiervan zal nog niet direct zichtbaar zijn en is vooral gericht op de langere termijn’, zegt Ketel.

Bloemenweides

Naar de directe effecten van de nestkastjes wordt geen onderzoek gedaan, maar wel naar de biodiversiteit op de campus, in de werkgroep biodiversiteit die onder leiding staat van hoogleraar Dierecologie Henk Siepel. ‘De bevordering van het aantal dieren- en plantensoorten op de campus is een middel om op termijn de rupsen te bestrijden’, zegt Ketel. ‘Een meer biodiverse campus trekt insecten aan die de rupsen kunnen bestrijden. Sluipwespen gebruiken rupsen bijvoorbeeld als broedplaats voor hun eitjes; ze leggen er hun eitjes in. De larven van de wesp gebruiken de rups vervolgens als voedsel.’

‘De larven van de sluipwesp gebruiken de rups als voedsel’

De werkgroep biodiversiteit denkt mee over oplossingen en maatregelen ter vergroting van de biodiversiteit op de campus. Zo zijn de afgelopen jaren bloemenweides ingezaaid door medewerkers van het UVB en terreinbeheer. Op één locatie is zelfs een speciaal bloemenmengsel ingezaaid om een zogenaamde keverbank te creëren, die de natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups naar de campus moet lokken. Ketel: ‘Helaas hebben we nu te maken met een droog voorjaar, waardoor het groeien en het ontkiemen beperkt is.’ Of de keverbank een effect heeft op het aantal rupsen, is dus nog even afwachten.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!