Miljoenen naar Nijmegen voor maatschappelijk relevant onderzoek
Gejuich op de Radboud Universiteit: binnen een nieuw programma van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) zijn vijf ‘Nijmeegse’ onderzoeksvoorstellen goedgekeurd. Het gaat om grote samenwerkingsverbanden die miljoenen euro’s toegewezen krijgen.
Zestig miljoen euro. Dat zit er in de pot die is verdeeld onder verschillende onderzoeksgroepen. Het gaat om geld uit de Nationale Wetenschapsagenda, die in 2015 werd samengesteld na het bevragen van Nederlandse burgers: waar zouden wetenschappers zich volgens hen mee bezig moeten houden?
Goed vertegenwoordigd
Vandaag maakt NWO bekend welke groepen een succesvolle aanvraag hebben ingediend. In totaal werden 17 voorstellen goedgekeurd, die bedragen ontvangen van tussen de één en negen miljoen euro. De Radboud Universiteit is goed vertegenwoordigd: geen enkele andere universiteit is betrokken bij tien succesvolle projecten, waarvan vijf als hoofdaanvrager. Bij de Nijmeegse onderzoekers Marguérite Corporaal, Sharon Kolk, Bert Steenbergen, Willemijn Verkoren en Mariëlle Stoelinga kan vandaag de vlag uit.
Landelijk werden er 325 aanvragen gedaan. Daarvan zijn er 17 gehonoreerd, wat neerkomt op een percentage van 5 procent. Ook in Nijmegen zijn tientallen aanvragen ingediend die niet werden toegekend. De wetenschappers werden geholpen bij het indienen van hun aanvraag vanuit Radboud Innovation en facultaire ondersteuners.
‘Deze aanvraag was echt een team-effort, geen ad-hoc gelegenheidsconsortium’
Essentieel daarbij was dat er samenwerkingsverbanden werden gevormd met partners buiten de universiteit. Neem het onderzoek van Bert Steenbergen naar de vraag hoe burgers kunnen worden gestimuleerd om te (blijven) sporten: in zijn consortium zitten onder meer onderzoekers van de universiteit en Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, maar ook 14 andere organisaties zoals de gemeente Nijmegen en de nationale tennis-, hockey- en voetbalbond.
Gemor
Op Twitter mort de Groningse hoogleraar statistiek Casper Albers over de dominantie van de medische en bètawetenschappen in de toegekende voorstellen. Socioloog Thijs Bol van de UvA laakt het lage honoreringspercentage van 5 procent: ‘306 teams zijn samenwerkingen aangegaan met maatschappelijke en wetenschappelijke partners, hebben overleggen gevoerd, nagedacht over ideeën, zijn op zoek geweest naar cofinanciering. Uiteindelijk voor niks.’
Steenbergen en zijn team gaan onderzoeken hoe je mensen aan kunt zetten tot meer bewegen. ‘Vooral tijdens belangrijke veranderingen in het leven, zoals het krijgen van kinderen, zien we dat de activiteit van mensen vaak vermindert. Dan ontbreekt ze al snel de tijd en energie om bijvoorbeeld te gaan sporten. In dit project gaan we met sportbonden, de fitnessindustrie en gemeentes kijken of we mensen kunnen stimuleren om actief te blijven. Bijvoorbeeld door de stad zo in te richten dat mensen sneller de fiets pakken dan de auto.’
Het NWA-project kwam op het goede moment, vervolgt de hoogleraar waarnemings- en bewegingsstoornissen. ‘We hadden al langer goed contact met de partners in ons consortium, zoals de sportbonden. Zij zoeken naar manieren om hun afnemende ledenaantallen een halt toe te roepen. Daardoor was deze aanvraag echt een team-effort, geen ad-hoc gelegenheidsconsortium. Volgens mij zag de beoordelingscommissie dat ook.’
Met medewerking van Stefan Dormans.
Arne schreef op 12 juni 2019 om 17:16
Sorry, Vox-redactie, maar dit is geen goede titel. Goed onderzoek is sowieso maatschappelijk relevant, ook als het ‘directe rendement’ van dat onderzoek minder duidelijk is. Het klopt dat de NWA zich heel expliciet richt op onderzoek waarvan de maatschappelijke impact meteen zichtbaar is, maar dat maakt ander onderzoek daarom niet minder ‘maatschappelijk relevant’ :-).
Mathijs Noij schreef op 13 juni 2019 om 09:22
Ha Arne, strikt genomen zeggen wij met deze kop natuurlijk niks over al dat andere – meer fundamentele – onderzoek. Maar ik begrijp je punt én dat jij je daar als wiskundige aan stoort.
Arne schreef op 13 juni 2019 om 16:57
@Mathijs: ja, daar ben ik me natuurlijk van bewust. Maar toch.
Idem als je voor de zoveelste keer een collega hoort zeggen ‘Het goede aan mijn werk is dat het ook maatschappelijk relevant is…’ Ook als hij/zij er niet expliciet aan toevoegt ‘want veel fundamenteel onderzoek is dat niét’, dan nog klinkt dat er toch een beetje doorheen. Het wordt op den duur vermoeiend om dat zo vaak te moeten voelen/horen.
Essentieel is vooral dat we ‘maatschappelijk relevant’ zo breed mogelijk interpreteren.
Ik vind overigens dat NWO de nieuwe projecten van de Nationale Wetenschapsagenda goed aangekondigd heeft op haar site en in haar persbericht, met prima formuleringen:
“61 miljoen euro voor samenwerking tussen kennisinstellingen en maatschappelijke partners om urgente vraagstukken te onderzoeken”
en
“Ruim 200 onderzoekers kunnen vanaf vandaag met hun teams aan de slag met interdisciplinair onderzoek waarmee maatschappelijke en wetenschappelijke doorbraken binnen bereik komen.”
Ze passen daar dus wel op met het gebruik van het woordje ‘relevant’ 😉