Minder medicatie voor zwangere vrouwen dankzij onderzoek Radboudumc
Zwangere vrouwen die wel eens trombose of een longembolie hebben gehad, blijken vaak onnodig veel medicatie te krijgen. Dankzij een onderzoeker van het Radboudumc gaat dat nu waarschijnlijk overal in de wereld veranderen.
Internist Saskia Middeldorp van het Radboudumc stoorde zich jarenlang aan het feit dat met het voorschrijven van de medicijnen overal totaal anders werd omgegaan. ‘In ziekenhuis A krijg je de ene dosering, in ziekenhuis B een heel andere. Niemand wist eigenlijk wat goed was, het was een loterij hoe je werd behandeld’, vertelt de hoogleraar en hoofd van de afdeling interne geneeskunde.
Uit haar onderzoek blijkt dat zwangere vrouwen die wel eens trombose of een longembolie hebben gehad in veel ziekenhuizen dubbel zo veel antistollingsmiddel krijgen als nodig is. Dat is niet alleen onnodig duur, maar zorgt ook voor meer bijwerkingen en maakt het lastiger om tijdens de bevalling een ruggenprik te kunnen geven.
Verstopt bloedvat
De vrouwen krijgen antitstollingsmedicatie omdat ze, als ze al eens een verstopt bloedvat hebben gehad door een bloedstolsel, relatief veel kans maken om tijdens de zwangerschap of de kraamtijd weer een bloedprop in ader of longen te krijgen. Niet voor niets zijn trombose en longembolie de belangrijkste doodsoorzaken bij zwangere vrouwen.
Een dagelijkse injectie met antistollingsmiddel heparine voorkomt een nieuwe trombose goeddeels, maar hoeveel heparine nodig was, wist niemand. De dosis werd soms wel, soms niet overgenomen van de gebruikelijke dosis bij mensen die bijvoorbeeld een operatie ondergaan, terwijl een zwanger lichaam de medicijnen heel anders verwerkt.
‘Antistollingsmiddel is geen prettig middel’
Middeldorp volgde daarom in negen landen 1100 vrouwen tijdens hun zwangerschap en de zes weken na de bevalling. De helft kreeg een lage dosering, de andere helft een dubbele dosis. De kans op opnieuw een bloedprop bleek bij beide groepen even groot, wat betekent dat de dosering dus omlaag kan. Goed nieuws, zegt Middeldorp, die tien jaar aan het onderzoek werkte, ‘want het is geen prettig middel’.
Voor vrouwen in de kraamtijd, dus in de eerste weken na de bevalling, bleek de hogere dosering wél beter dan de lage hoeveelheid. In die periode is de kans op een nieuwe trombose het hoogst. Waardoor dat komt, is nog niet precies duidelijk.
Nieuwe trombose
Uit het onderzoek van Middeldorp, nu gepubliceerd in het toonaangevende medisch vakblad The Lancet, bleek ook dat 2 tot 3 procent van de vrouwen ondanks het medicijn tóch een nieuwe trombose krijgt. ‘Ook dat is heel fijn om te weten, omdat je dat de patiënt dan ook kunt vertellen.’
De lage dosering zal nu naar verwachting van Middeldorp, die zelf in diverse (internationale) commissies zit die behandelprotocollen maken, zeer waarschijnlijk de standaard worden in de hele wereld.
Dit artikel van Eric Reijnen Rutten verscheen eerder in de Gelderlander.