Minder regeltjes in nieuwe bijstandsproef

27 okt 2017

De Radboud Universiteit en de gemeente Nijmegen slaan de handen ineen voor een proef met soepelere regels omtrent de uitkering voor bijstandsgerechtigden. Het doel is niet alleen om hen sneller aan het werk te krijgen – ook de stress van het regeltjesoerwoud moet omlaag.

Wie de afgelopen maanden de Stadswinkel bezocht om een paspoort aan te vragen heeft de wervingsposters misschien wel zien hangen. De gemeente Nijmegen was op zoek naar werklozen met een uitkering die wilden deelnemen aan een experiment in samenwerking met de RU. De inzet: soepelere regels voor het krijgen van een uitkering.

Een proef met de bijstandsuitkering? Dat klinkt als een basisinkomen, toch? Geconfronteerd met deze vraag kiest RU-socioloog Niels Spierings zijn woorden zorgvuldig: ‘Het basisinkomen heeft veel media-aandacht gehad, en daarom wordt de link vaak gelegd. Toch is dit écht iets anders.’ János Betkó, beleidsadviseur bij de gemeente en promovendus van Spierings, vult aan: ‘Zodra het ‘b-woord’ valt worden gelijk allerlei politieke stellingen betrokken. Daar zitten we niet op te wachten.’

Geen basisinkomen dus. Maar daarom niet minder interessant, betogen Spierings en Betkó, die de proef in de kantine van het gemeentehuis toelichten. Vanaf 1 december worden de regels voor drie- tot vierhonderd Nijmeegse bijstandsgerechtigden voor twee jaar versoepeld. De verwachting is dat de soepelere regels zorgen voor een snellere doorstroming naar een baan, en bovendien een positief effect hebben op de mentale en fysieke gesteldheid van de deelnemers. Extra voordeel: ook voor de wetenschap kan het experiment een belangrijke toevoeging blijken – nog niet eerder is op deze schaal onderzoek gedaan naar soepelere bijstandsregels.

Wantrouwen

Het experiment is de uitkomst van een langslepende politieke procedure, die al in 2015 van start ging toen de GroenLinks-fractie in de gemeente een voorstel indiende voor een experiment. Pas afgelopen juli kreeg de gemeente ook daadwerkelijk groen licht van de overheid om met een proef van start te gaan. Spierings en collega-socioloog Maurice Gesthuizen waren toen al benaderd om het experiment in goede, wetenschappelijk verantwoorde banen te leiden. En Betkó is als extern promovendus verantwoordelijk voor de precieze uitvoering.

Toen GroenLinks en de SP eind 2015 met concrete moties kwamen, stemde een groot deel van de gemeenteraad vóór. Het huidige stelsel is te veel gebaseerd op wantrouwen, zo is het idee. Uitkeringsgerechtigden mogen nauwelijks geld bijverdienen zonder daarvoor te worden ‘gestraft’ met een korting op de uitkering. Daarnaast moeten ze deelnemen aan werkbegeleiding, waarbij ze onder andere worden verplicht aan hun sollicitatievaardigheid te werken en sollicitatiebrieven te versturen. Regelmatig verdwalen werklozen in het oerwoud aan plichten, toeslagen en kortingsregels, waardoor hun situatie er alleen maar hopelozer op wordt. Betkó: ‘Neem het verhaal van een werkzoekende die een paar dagen te laat was met het opsturen van een formulier en direct een boete van €150,- op de deurmat zag vallen. Zo help je die mensen niet vooruit.’

Voor de deelnemers aan het experiment wordt het regime een heel stuk relaxter. De deelnemers aan het experiment mogen de helft van het geld dat ze naast de uitkering verdienen houden, tot een maximum van 200 euro per maand. Dit bedrag wordt vervolgens niet op de uitkering gekort. Daarnaast worden de participanten onderverdeeld in drie onderzoeksgroepen, met elk andere regels ten aanzien van werkbegeleiding. Eén groep krijgt volledige vrijstelling van werkbegeleiding, één groep krijgt verplichte werkbegeleiding, maar mag zelf bepalen hoe deze wordt ingevuld, en één groep krijgt verplichte werkbegeleiding, zoals altijd.

Minder denkruimte

Het experiment is weliswaar fijn voor de deelnemers, maar de bedoeling is ook dat het meetbare resultaten oplevert. De gemeente trekt in totaal zo’n 750 duizend euro uit voor het onderzoek. Daar komen eventueel nog een paar ton aan Europese subsidie bij. Een hele smak geld, maar desalniettemin een goede investering, legt wethouder Jan Zoetelief over de telefoon uit. ‘Voor de deelnemers is het een kans om aan zelfvertrouwen te winnen en weer mee te doen aan het sociale en maatschappelijke leven. Als hun waardigheid daarmee weer toeneemt, dan hebben we al flinke stappen gemaakt.’

Zelfvertrouwen en waardigheid zijn niet het enige wat voor de uitkeringsgerechtigden te winnen valt. Betkó en Spierings baseren hun onderzoek op de zogeheten bandbreedte-theorie. In 2013 publiceerde een groepje Princeton-economen een paper met de simpele titel ‘Poverty impedes cognitive function’: armoede hindert cognitieve functie. Het in het paper gelanceerde idee was al even eenvoudig, maar daardoor niet minder invloedrijk. Armoede neemt zoveel van je cognitieve capaciteit in beslag, dat je minder denkruimte over hebt om uit het financiële dal te klimmen. Daardoor nemen armen vaak beslissingen die hen op de lange termijn niet vooruit helpen.

Door de uitkeringsregels te versoepelen neemt de denkruimte voor armen weer toe, zo verwachten Betkó en Spierings. Betkó: ‘Daarom verwachten we een positief effect op gezondheid, plus betere financiële beslissingen door onze deelnemers.’ Spierings: ‘Plus natuurlijk dat de ruimte om bij te verdienen extra motivatie geeft om op zoek te gaan naar werk. Dat draagt weer bij aan het terugdringen van de werkloosheidscijfers.’ Het zou de onderzoekers dan ook verbazen als de werkzoekenden er niet op vooruitgaan tijdens de proef. ‘Maar we weten het niet zeker, dus is het goed om het nog eens op een betrouwbare manier te testen’, aldus Spierings.

Unieke proef

Het is volgens Spierings niet zo gek dat de universiteit wel oren had naar een samenwerking met de gemeente: ‘Experimenten naar het gedrag van uitkeringsgerechtigden onder verschillende omstandigheden zijn op zich al eerder gedaan. Maar daarbij ging het meestal om een kunstmatige proef bij honderd psychologiestudenten, bij wijze van spreken.’

De Nijmeegse bijstandsproef onderscheidt zich doordat hij plaatsvindt in een realistische situatie – de bijstandsgerechtigden bevinden zich niet in een lab, maar in hun gewone, dagelijkse leven. Zulk onderzoek is uniek, zover Betkó en Spierings weten. ‘Alles gaat volgens verantwoorde wetenschappelijke principes’, aldus Spierings. ‘Dus met een gerandomiseerde verdeling van proefpersonen over de groepen en een controlegroep waarvoor de normale regels gelden.’ Betkó: ‘Het kost natuurlijk ook veel tijd en geld. Al die bijstandsgerechtigden doen vrijwillig mee. Als de gemeente hier niet zoveel geld voor vrij zou maken, zou dit onderzoek op deze schaal onmogelijk zijn.’

Extra interessant is dat niet alleen Nijmegen een experiment met de bijstandsregels uitvoert. Ook de gemeentes Wageningen, Deventer, Tilburg en Groningen starten met een proef. Spierings: ‘Iedere gemeente legt weer net wat andere accenten in het onderzoek. Straks kunnen we een deel van de gegevens uit alle steden bundelen, maar ook juist kijken naar het effect van de subtiele verschillen tussen de experimenten.’

Over ruim een maand, op 1 december, gaat de proef van start. Tot 1 oktober 2019 gelden dan de nieuwe regels voor de deelnemers. En dan? Betkó: ‘Welk vervolg de proef krijgt hangt af van de resultaten. Blijken de soepelere regels echt heel succesvol, dan laat het Rijk de proef misschien verlengen.’ Wethouder Zoetelief houdt die boot echter nog even af. ‘We hebben natuurlijk net een nieuw kabinet. Het is de vraag of zij zover willen gaan om de regels te veranderen. Het wordt afwachten.’

2 reacties

  1. Evelien Wekker schreef op 28 oktober 2017 om 00:20

    Een zeer goed plan om deze onderwerpen te onderzoeken en ook erg interessant!
    Hopelijk wordt er evenredig aandacht besteed aan niet-financiële zaken. Er is sinds de crisis een toegenomen aversie tegen uitkeringsgerechtigden ontstaan in de maatschappij die ook steeds vaker wordt geuit. Dat levert ook stress op, naast de stress van de plichten, en het toeslagen- en kortingsregelsoerwoud. Als de gemeente/het rijk ook hieraan iets zou kunnen doen, dan zou dat ook zeker bijdragen aan de waardigheid en het zelfvertrouwen. Een (Sire) reclamecampagne over bv. de waarde en het belang van vrijwilligerswerk. Want zelfs als je dat in ruime mate doet, neemt “betaaldwerkend” Nederland daar tegenwoordig geen genoegen meer mee!
    Wel goed om te weten dat armoede invloed heeft op je cognitieve functies. Kan ik dat terecht aanhalen als ik bij cognitiefilosofie onverhoopt een onvoldoende haal….

  2. Janos Betko schreef op 30 oktober 2017 om 08:57

    Dag Evelien, er wordt zeker aandacht besteed aan niet-financiële zaken. Onder andere naar stress, welzijn, gezondheid, en de mate waarin mensen deel (kunnen) nemen aan het maatschappelijk leven. Juist omdat we dit soort gegevens ook belangrijk vinden, verzamelen we ook gegevens door het afnemen van interviews bij de deelnemers (4x in totaal per persoon).

    Overigens zijn dit soort “niet-financiële zaken” ook best financieel. Zorg is duur. Als het experiment een effect zou laten zien op hoeveel zorg mensen gebruiken, kan een eventuele besparing meegenomen worden in de (politieke) afweging of het zin heeft de bijstand anders in te richten.

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!