Minister Jet Bussemaker deed gisteren de campus aan. Ze nam een kijkje bij de Radboud Docentenacademie en een tutorproject, dineerde met hoogleraren. Maar – op zich logisch – een flink aantal plekken zag Bussemaker niet. Wellicht moet ze nog eens terug komen: drie plekken waar de minister nog iets kan leren.

Theo Koster, pastor in de Studentenkerk:
‘Ik had haar graag onze huiskamer laten zien. Plekken waar studenten even tot rust kunnen komen, verhalen kunnen uitwisselen, zijn belangrijk maar te dun gezaaid. De minister heeft veel aandacht voor excellentie, voor scoren. Het beleid is gericht op het bezig zijn met het hoofd. Maar om een volwaardig mens te blijven is meer nodig, alleen het hoofd is niet genoeg. Er zijn studenten die om mee te kunnen in de race hun gevoelens uitschakelen, die een burnout hebben of daar op af stevenen. Ik zou de minister het belang van rust en het uitwisselen van verhalen laten zien, en haar vragen een rol te nemen in de ontwikkeling van een klimaat waarbinnen studenten goed in hun vel zitten. Ook daar heeft onze kenniseconomie baat bij.’

Bart Verheijen, promovendus en OR-lid namens PON: 
‘Ik ben nieuwsgierig naar de visie van de minister op de toekomst van de wetenschap en wil graag een reactie op signalen als Science in Transition. Concreet: er ligt een evaluatieprotocol van de KNAW (de Koninklijke Nederlandse Akademie der Wetenschappen, red.), de VSNU en NWO waarin ze ingaan op publicatiedruk. Er wordt voorgesteld de productie van artikelen als op zich staand criterium los te laten. Persoonlijk vind ik dat heel goed: kwaliteit van onderzoek en de verbinding met de maatschappij, daar hoort wetenschap om te draaien. Ook moet er meer aandacht komen voor de begeleiding en scholing van promovendi, bijvoorbeeld de voorbereiding op de arbeidsmarkt.
Ik zou graag van de minister horen hoe zij deze suggesties concreet hoopt uit te werken. Op welke fysieke plek die discussie plaatsvindt, dat is me om het even, als het maar in openbaarheid gebeurt.’

Jip Mennen, studentenraadvoorzitter:
‘Het zou goed zijn om met de minister op bezoek te gaan bij de studentenbalie. Daar stellen de studenten immers hun vragen. En vragen zijn er genoeg: op het moment weet niemand echt waar we aan toe zijn. De studentenbalie doet haar best, wij als studentenraad hebben tijdens de Wat zijn de Plannen-week ons best gedaan, maar het antwoord op veel vragen is toch vaak ‘nu zit het nog zo, maar of dat volgend collegejaar nog geldt is onduidelijk’. Het gaat dan om zaken als het leenstelsel en de OV-kaart. Aankomende studenten moeten voor 1 mei inschrijven, ze kunnen het zich niet permitteren verkeerd te kiezen, maar door beslissingen uit te stellen zet de minister extra druk op de studiekeuze. Het is tijd dat zowel de huidige als aankomende studenten duidelijkheid krijgen.’ / Mark Merks