Studenten zijn meer gestrest en hebben meer depressieve klachten door de coronamaatregelen, schrijft minister Van Engelshoven vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. Studentenvakbonden trekken aan de bel: ‘We moeten oppassen dat er naast de coronacrisis ook nog eens een welzijnscrisis ontstaat onder jongeren.’

In de Kamerbrief van minister Ingrid van Engelshoven (OCW) staan de eerste resultaten van de zogeheten coronamonitor in het mbo en hoger onderwijs. Deze coronamonitor is gebaseerd op verschillende onderzoeken die gehouden zijn onder universiteiten, hogescholen en mbo’s, waarbij is gekeken naar de kwaliteit van het onderwijs, de werkdruk onder medewerkers en het welzijn van studenten.

Veel stress en eenzaamheid bij studenten

De minister ziet dat het welzijn van studenten achteruit is gegaan, dat terwijl studenten vóór de coronacrisis ook veel stress en druk ervoeren. ‘Ze hebben moeite met de eenzaamheid en zelfregulatie die het onderwijs op afstand van ze vraagt’, schrijft Van Engelshoven. De minister stelt ook dat veel studenten thuis studeren lastig vinden, meer depressieve klachten hebben en dat er veel zorgen zijn over hun toekomstige studieverloop.

De resultaten sluiten aan bij onderzoek dat momenteel loopt op de Radboud Universiteit, onder leiding van hoogleraar Religiewetenschap Hans Schilderman. De meeste recente meting daarvan, in september, liet zien dat 90 procent van de studenten haar medestudenten mist. Ook is drie op de vijf ontevreden over de kwaliteit van hun onderwijs.

De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) trekt om al deze zorgen aan de bel. ‘Studenten mogen niet de rekening betalen van de coronacrisis. En we moeten oppassen dat er naast de coronacrisis ook nog eens een welzijnscrisis ontstaat onder jongeren’, zegt voorzitter Lyle Muns.

Menno Uphoff, voorzitter van studentenvakbond AKKU, herkent deze problemen. ‘We zien dat veel studenten tegen een halve burn-out aanlopen. Dat is ook niet zo vreemd. De studentenkamer van 14 vierkante meter is hun hele leefwereld geworden. Ze missen het sociale contact. Dat is niet vervangbaar door een online Zoom-gesprek of digitaal college.’ Daarnaast maken studenten zich volgens hem zorgen over eventuele studievertraging en de daarbij behorende kosten, omdat bijvoorbeeld stages niet doorgaan.

Meer fysieke colleges

In de coronamonitor komt ook naar voren dat de werkdruk onder docenten hoger is geworden en er – net als onder studenten – zorgen zijn over de kwaliteit van het onderwijs. Zo is het voor docenten moeilijker om een aansluiting te vinden bij studenten.

Voor dit laatste heeft Uphoff een oplossing: ‘Het invoeren van extra fysiek onderwijs. Hierdoor zien studenten elkaar weer, zijn ze hun kamer uit en is het voor docenten fijner om college te geven.’ De universiteit huurt bijvoorbeeld al zalen bij de Vereeniging, maar Uphoff denkt ook aan een rouleringssysteem. ‘In kleinere zalen kunnen groepjes elkaar wekelijks afwisselen. Hierdoor hebben studenten vaker fysiek college en is er meer interactie mogelijk met de docent.’