‘De minister moet keuzes maken in de zorg’
Hoe houd je de gezondheidszorg betaalbaar? Rob Baltussen van het Radboudumc werkt aan een methode en tikt minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid op de vingers. ‘De minister durft geen keuzes te maken. Onder druk van de publieke opinie of van een patiënt die aanzit bij De Wereld Draait Door wordt vaak wéér een behandeling vergoed.’ Op 26 januari houdt hij zijn oratie.
Rob Baltussen, hoogleraar Global Health Economics in het Radboudumc, laat aanstaande vrijdag in zijn oratie een cartoon zien waarin minister De Jonge van Volksgezondheid bovenop een hogedrukpan zit. De pan zit vol medische behandelingen, die zo snel in aantal en kosten toenemen dat er stoomwolken uit komen. Intussen doet de minister zijn uiterste best om het deksel op de pan te houden.
De cartoon staat symbool voor de manier waarop de rijksoverheid omgaat met de zorg, aldus de analyse van Baltussen: ze durft geen keuzes te maken tussen welke zorg wel en welke niet wordt vergoed. En dus wordt de zorg over de hele linie slechter: de wachtlijsten worden weer groter, de bewoners van de verpleeghuizen krijgen nog minder aandacht. ‘Aan de ene kant zie je dat er nieuwe, dure medicatie bijkomt, en dat is natuurlijk prachtig, aan de andere kant staat het totale budget vast en moet er dus ergens ook iets vanaf. Maar de minister durft geen keuzes te maken in de zorg. Dat is heel jammer want zo raken we waardevolle zorg kwijt. De zorg wordt als het ware uitgeknepen.’
Ziekenhuizen kunnen met hun vaste budget (dat jaarlijks 2 procent mag groeien) een x-aantal patiënten helpen. ‘Maar als dat percentage is bereikt en het geld dus op is, gaan ze patiënten minder snel helpen. Zo creëer je wachtlijsten.’
‘Een gemiddeld gezin is nu een kwart van het inkomen kwijt aan zorg’
De minister doet wél pogingen om de zorgkosten te beperken. Zo wilde Edith Schippers vijf jaar geleden de dure medicijnen voor de zeldzame ziekten van Pompe en Fabry uit het basispakket halen. ‘Maar onder druk van de publieke opinie of van een patiënt die aanzit bij De Wereld Draait Door wordt toch vaak wéér een behandeling vergoed.’
Spijtig, vindt Baltussen. Want de gezondheidszorg wordt zo veel te duur. ‘Een gemiddeld gezin is nu een kwart van het inkomen kwijt aan zorg. Als we niks doen, wordt dat in 2040 de helft.’
Heel erg duur
Het Zorginstituut Nederland adviseert de minister over wat wel en niet in het basispakket moet. Dat is in feite een adviescommissie van acht personen die hun sporen in de maatschappij hebben verdiend. Op de dag van Baltussens oratie – puur toeval – bespreken die acht personen het duurste geneesmiddel ooit, een medicijn tegen een spierziekte, kosten 250.000 euro per jaar. Wat te doen? Toen het instituut de minister een negatief advies gaf bij de ziekte van Pompe en Fabry viel het hele land over haar heen. Hoe hadden ze het in hun hoofd kunnen halen om die arme mensen dat medicijn niet te gunnen? ‘Maar het instituut beseft: dat medicijn is gewoon heel erg duur, we moeten een keer keuzes gaan maken.’
‘Er zit best veel in het pakket dat er misschien niet in hoeft’
Baltussen wil met zijn onderzoek handreikingen doen om ‘maatschappelijk aanvaardbare keuzes’ te maken. Het zorginstituut werkt graag met hem samen, want dat hoopt op meer draagvlak van burgers. Afgelopen herfst nam Baltussen het initiatief voor het Burgerforum ‘Keuzes in de zorg’. Dat forum, bestaande uit 24 mensen uit alle lagen van de bevolking, overlegde drie weekeinden lang over de vraag welke zorg wel en welke niet thuishoort in het basispakket. ‘Die burgers kwamen blanco binnen. In het begin wilden ze alles vergoeden, maar na die drie weekeinden, toen ze goed waren geïnformeerd, waren ze bereid om keuzes te maken.’ Welke keuzes dat zijn, laat Baltussen nog even in het midden. ‘In mei komen we daarmee naar buiten.’
Sowieso valt er een slag te maken door medicijnen uit het basispakket te halen die mensen makkelijk zelf kunnen betalen, zegt Baltussen. Zoals paracetamol (2,45 euro bij de drogist) of bepaalde vitamines. ‘Er zit best veel in het pakket dat er misschien niet in hoeft. Al moet je dan natuurlijk een uitzondering maken voor chronisch zieken.’
Apothekers
Tegelijk moeten we apothekers ondersteunen die, zoals in het geval van de Haagse apotheker onlangs, bereid zijn zelf goedkopere medicijnen te maken. ‘Nu zitten we als een soort Calimero te kijken naar de grote farmaceutische bedrijven en accepteren we heel veel. Maar we mogen best meer lef tonen als Nederland.’ Neem dat medicijn van 250.000 euro per jaar dat nu op het bordje ligt van het Zorginstituut Nederland. ‘Is dat een rechtvaardige prijs? De farmaceut zegt: we hebben honderden miljoenen geïnvesteerd om dit te ontwikkelen dus we moeten dat bedrag minimaal per jaar vragen om onze ontwikkelkosten terug te verdienen. Maar niemand weet welke kosten ze daadwerkelijk maken. Daar wordt heel vaag over gedaan. Tegelijkertijd maakt die bedrijfstak meer dan gemiddelde winsten. Dus hoezo kan zo’n bedrijf niet anders?’