Minister: ‘Optelsom werkdruk, tijdelijke contracten en corona is te groot’
Academische vorming is meer dan alleen online colleges volgen, weet minister Ingrid van Engelshoven. Tijdens de academisch jaaropening riep ze studenten op om elkaar toch zoveel mogelijk te ontmoeten. Wetenschappers die klagen over werkdruk en onderfinanciering vraagt ze om geduld: dit najaar komen er nieuwe financieringsplannen.
Het was misschien wel de laatste kans voor Ingrid van Engelshoven om als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het academisch jaar te openen op haar alma mater, de Radboud Universiteit. In maart zijn immers verkiezingen. En die mogelijkheid liet ze niet aan haar voorbijgaan, vertelt ze na afloop van haar lezing maandag. ‘Ik wilde dit graag een keer doen, voor mijn ambtstermijn zou aflopen. Als student heb ik hier een fantastische tijd gehad, en daarna heb ik me altijd verbonden gevoeld met zowel de stad als de universiteit.’
Nu staat u hier als minister.
‘Ja. Toen ik hier studeerde had ik niet kunnen dromen dat ik hier ooit in deze functie zou staan. Het is een mooi moment, al had ik liever gehad dat de omstandigheden anders waren.’
U doelt op de corona-maatregelen. In uw lezing riep u studenten op elkaar ook in coronatijd op te blijven zoeken. Maakt u zich zorgen over hen?
‘Eerder hadden we ook al zorgen over stressklachten onder studenten. Hoe dat nu gaat, tijdens corona, zijn we aan het onderzoeken. Zeker voor eerstejaars is het een opgave om een binding te krijgen met hun studentenstad, docenten, en elkaar. Daarom is mijn oproep ook: zorg dat je met elkaar wegen vindt om dat vorm te geven – binnen de huidige regels en beperkingen.’
‘Academische vorming gaat ook om het contact tussen de colleges door’
‘Ook voor de academische vorming van jonge mensen is contact ontzettend belangrijk. Die vorming bestaat uit zoveel meer dan colleges, boeken en tentamens. Dat herinner ik me zelf nog goed. Het gaat ook om het contact tussendoor, zoals met elkaar discussiëren en mensen ontmoeten die andere perspectieven hebben. Gelukkig doet iedereen – van docenten tot college van bestuur – zijn stinkende best om dat mogelijk te maken.’
Onder studenten heerst de angst dat een ‘corona-diploma’ straks minder waard is. Hoe waarborgt u de kwaliteit?
‘Een diploma haal je door tentamens te halen en scripties te schrijven. Die kwaliteitstoets is nog steeds net zo goed als voorheen. Het vraagt alleen een ongelooflijke stap extra van de academische gemeenschap om dat alles in goede banen te leiden.’
Korting op hun collegegeld krijgen studenten niet, zei u tegen de Volkskrant. Komt de basisbeurs wel terug wat u betreft?
‘Het leenstelsel is echt een andere discussie dan wat de gevolgen van corona zijn voor studenten. We hebben in ieder geval gezien dat het sociaal leenstelsel niet heeft geleid tot minder studenteninstroom. Maar je kunt het sociaal leenstelsel niet op zichzelf bekijken. Het hangt namelijk nauw samen met de woningmarkt en arbeidsmarkt, gebieden waarop jongeren het ook lastig hebben. Je moet die driehoek in samenhang bekijken, vind ik.’
Ingrid van Engelshoven
Ingrid van Engelshoven (Delfzijl, 1966) verhuisde als baby met haar Nederlandse ouders naar België, waar ze de lagere en middelbare school doorliep. Als 18-jarige keerde ze weer terug naar Nederland, om in Nijmegen beleids- en bestuurswetenschappen te studeren. Later studeerde ze nog rechten in Leiden. Tijdens haar studie werd ze politiek actief voor D66. Ze was onder andere secretaris van D66-oprichter Hans van Mierlo, partijvoorzitter, en wethouder onderwijs in Den Haag. In 2017 werd ze minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het derde kabinet-Rutte. Van Engelshoven is getrouwd en heeft een dochter, en woont in Den Haag.
Werkdruk
De onderwijsaanpassingen vanwege corona, zoals online colleges, verhogen de werkdruk waar veel wetenschappers al tijden over klagen alleen maar meer. Het leidde tot verschillende acties rondom de academische jaaropening. Zo organiseerden vakbonden AOb en FNV een fietstocht tussen universiteitssteden, samen met WOinActie.
De drie boegbeelden van deze laatste actiegroep, de hoogleraren Remco Breuker (Leiden), Ingrid Robeyns (Utrecht) en Rens Bod (Amsterdam), publiceerden bovendien een aanklacht tegen de organisatie en financiering van universiteiten: ‘40 stellingen over de wetenschap’. Robeyns overhandigde het boek maandag hoogstpersoonlijk aan de minister, voorafgaand aan de jaaropening. Een van de belangrijkste eisen van de actievoerders is een miljard euro aan extra structurele investeringen in de wetenschap.
Vorig jaar gaf u al toe dat deze investering nodig is. Toch staat dat miljard wederom niet op de begroting die het kabinet over drie weken met Prinsjesdag presenteert, liet u weten.
‘Nee.’
Waarom niet? Iedereen lijkt het erover eens dat er geld bij moet.
‘Als kabinet proberen we te voorkomen dat we economisch verder in het moeras zakken. Het is alle hens aan dek om te zorgen dat mensen gezond blijven én zoveel mogelijk hun baan behouden. De universiteit staat niet op het punt van faillissement, het is een instelling waarvan de publieke financiering doorloopt. In de culturele sector, waarvoor ik ook verantwoordelijk ben, is meer aan de hand. Daar moeten we de nood het eerst lenigen.’
‘Ja, er zal ook geld bij moeten’
‘Tegelijkertijd: door corona staat de hoge werkdruk en het probleem van tijdelijke contracten op universiteiten wel heel helder op het netvlies, hoe cru dat ook klinkt. Niemand betwist dit. Voor jonge onderzoekers is hard werken niet het probleem, maar de dagelijkse onzekerheid of ze morgen nog wel een contract hebben. Daar komt de coronacrisis nu bij. Die optelsom is te groot. Daarom doen we nu ook onderzoek naar een andere bekostiging van universiteiten. Voor de verkiezingen moet er een basis liggen voor een toekomstbestendiger financieringssysteem.’
De verkiezingen zijn pas in maart. Kunt u al een tip van de sluier oplichten?
‘De resultaten komen dit najaar, maar het is in grote lijnen wel duidelijk waar het heen gaat. Er zal een grotere vaste voet moeten komen (financiering die niet afhangt van studentenaantallen, red.). Ook is er een betere balans nodig tussen de eerste geldstroom (middelen die rechtstreeks van het ministerie komen, red.) en de tweede (die via NWO-projectaanvragen verdeeld wordt, red.), en minder concurrentie tussen instellingen om studentenaantallen. En, ja, er zal ook geld bij moeten.’
‘Met elkaar kan dat leiden tot meer vaste contracten en minder werkdruk. Met een grotere vaste voet kunnen ook kleinere opleidingen, bijvoorbeeld talenstudies, makkelijker blijven bestaan, ook als hun studentenaantallen laag zijn.’
Dat het anders moet en met een ruimer budget, is al langer duidelijk. Voordat deze adviezen en plannen concreet zijn uitgewerkt zijn we zo een jaar verder, na de volgende kabinetsformatie. Kan het niet sneller?
‘Ik snap die vraag heel goed. Dit soort complexe processen kost tijd, anders gebeuren er ongelukken. Daarnaast: ik loop lang genoeg rond in Den Haag om te weten dat je alleen tijdens kabinetsformaties afspraken kunt maken over dit soort grote systeemwijzigingen.’
‘Vergeet niet dat er wel degelijk is geïnvesteerd. Het kabinet heeft deze regeerperiode een half miljard extra geïnvesteerd in wetenschap. En in de Voorjaarsnota hebben universiteiten er een half miljard euro bijgekregen, als compensatie voor de stijgende studentaantallen. Een half miljard is geen klein bier.’
Bisschoppenconflict
Het conflict tussen het stichtingsbestuur (de toezichthouder van de Radboud Universiteit en het Radboudumc) en de bisschoppenconferentie is minister Van Engelshoven niet ontgaan. Het stichtingsbestuur eist al jaren minder invloed van de Rooms-Katholieke Kerk op benoemingen. Onlangs moest een rechter van de Ondernemingskamer de patstelling doorbreken, hij gaf het bestuur gelijk.
De minister kan zich volledig vinden in het standpunt van de toezichthouder. ‘Ik vind het niet meer passen bij deze tijd dat de Kerk mede bepaalt wie op de universiteit – die publiek bekostigd onderwijs verzorgt – aangesteld wordt of deze bestuurt.’