Moe van het mastergedoe

31 mrt 2015

Universiteiten vechten om de masterstudent. Maar waarom zijn die aanmeld- en toelatingsprocedures van selectieve masters dan zo ontmoedigend en omslachtig? Student en Vox-medewerker Linda van der Pol zweet peentjes.

Zoveel masters, zo weinig tijd. Foto: Marjolein van Diejen
Zoveel masters, zo weinig tijd. Foto: Marjolein van Diejen

Chaos in het huis (beter: de kamer) van ondergetekende. Naast gebruikelijke boeken, kleding en ongecategoriseerde objecten liggen tafel en vloer bezaaid met brochures van universiteiten, aanmeldingsformulieren voor specifieke masterprogramma’s en een schaarse aanbevelingsbrief. In theorie hadden vriend F. en ik inmiddels twee kinderen, een hond en een hypotheek – in praktijk sprokkelen we de laatste puntjes van onze bachelor bijeen en zoeken, in een finale poging gelukkige langstudeerders te worden, naarstig naar een duale master.

‘Laat maar komen’ dacht ik, en ze kwamen

Vooral ik, van nature twijfelaar én uitsteller, zweet peentjes. Ik kies uiteindelijk voor een onderzoeksmaster in Utrecht, maar raak al snel verstrikt in de combinatie van een vroege aanmelddeadline (1 april), tig lopende verzoeken bij de examencommissie en bedes om referenties. De Volkskrant kopte in februari dat universiteiten wedijveren om de masterstudent. ‘Laat maar komen’ dacht ik, en ze kwamen.
Een aantal jaar geleden nog ondenkbaar, nu harde realiteit: posters van Amsterdamse universiteiten in onze Refter en billboards van de Universiteit Twente in de binnenstad. In het collegejaar 2012-2013 werd de ‘harde knip’ landelijk ingevoerd: pas na afronding van álle vakken van je bachelorprogramma kun je instromen naar een master. Dat zou studenten niet meer als makke lammetjes doen instromen in de meest voor de hand liggende masters – het moest vanzelfsprekend worden goed na te denken over je studiekeuze – en stad en richting te heroverwegen. Universiteiten springen daar tactisch op in en vissen in elkaars vijver: zo proberen zij elkaars, soms nadrukkelijk ‘excellente’, studenten aan te trekken.

Pasfoto
Juist voor selectieve masters (waarvoor de meest intelligente, gemotiveerde en geschikte studenten gezocht worden) is de aanmeldings- en toelatingsprocedure op het eerste gezicht echter omslachtig en inefficiënt – en daarmee allesbehalve een lokkertje of uithangbord. Zo besluit F. zich, godzijdank wél ruim op tijd, in te schrijven voor Journalistiek en Media aan de Universiteit van Amsterdam. Hij krijgt opdracht de volgende documenten te verzamelen, op grond waarvan de selectieprocedure plaatsvindt:

1) een pasfoto
2) een motivatiebrief
3) een curriculum vitae
4) twee referentiebrieven
5) een gecertificeerde kopie van zijn cijferlijst (inclusief verantwoording indien zijn gemiddelde onder de 7,0 ligt)
6) een overzicht van nog af te ronden vakken, inclusief scriptietitel
7) een bachelorscriptie, essay of paper
8) maximaal drie representatieve voorbeelden van tot dusver gemaakt werk
9) een verantwoording in het geval van eventuele studievertraging

De portiers heten alle studenten welkom. Foto: Marjolein van Diejen
De portiers heten alle studenten welkom. Foto: Marjolein van Diejen

De master is populair, de plaatsen zijn schaars: er worden dit jaar zo’n 120 aanmeldingen verwacht terwijl maar 32 studenten aangenomen worden. Deze happy few doorstaan zowel de dossiercheck als een gewichtig sollicitatiegesprek waarbij een docent alsmede enkele journalisten aanwezig zijn. Mirjam Sprengers, coördinator van de opleiding, beaamt dat de toelatingsprocedure flink wat tijd en inspanning vergt van de student. Toch is de methode erg belangrijk om het kaf van het koren te scheiden: ‘We zoeken studenten die goed in het programma passen én zeer gemotiveerd zijn, want dit is een zware, duale opleiding. Deze selectieprocedure is een goede indicator van de kwaliteit van een student. Bovendien zorgt hij voor een hoog rendement: per twee jaar valt hier misschien één student uit.’ Zo pik je een student die op alle slakken zout legt of aan het handje genomen moet worden, er al vroeg uit. ‘Laten we eerlijk zijn: als je mij belt met de vraag of je in de gevraagde motivatiebrief van 300 woorden, ook 303 woorden mag gebruiken, dan hoor je niet thuis op deze opleiding.’

Haarkleur, neuskromte en afmetingen van voortanden kunnen onmogelijk meegenomen worden in de selectie

Toch lijken sommige eisen overdreven. Is uitleggen waarom je studievertraging opliep een uitwas van het rendementsdenken? Nee: vanwege de opbouw is uitlopen binnen het masterprogramma geen optie, dus wil men zeker weten dat je het aankunt. Vooruit… Maar een pasfoto, really? Haarkleur, neuskromte en afmetingen van voortanden kunnen onmogelijk meegenomen worden in de selectie. ‘Natuurlijk selecteren we niet op uiterlijk,’ reageert een medewerker van de Amsterdamse Graduate School of Humanities enigszins verontwaardigd, ‘We vinden het fijn te weten welk plaatje bij welke gegevens hoort.’ Op mijn vraag of ik de foto dan ook achterwege mag laten, antwoordt ze bevestigend. ‘En succes nog met je aanmelding!’

Voor studenten die hun bachelor al aan de UvA volgden, is de procedure iets eenvoudiger: in plaats van twee referentiebrieven mogen ze gewoon twee telefoonnummers van UvA-docenten achterlaten, dan wordt het verder intern geregeld. En leuren met gecertificeerde cijferlijsten, stempels en handtekeningen van het secretariaat is ook niet nodig: de sollicitatiecommissie logt zélf wel even in op SIS.

48 uur
Mocht er hier en daar een inschrijving afketsen, heb ik dan een streepje voor (of ten minste iets lossere dossiereisen) voor een Nijmeegs masterprogramma? In tegenstelling tot veel andere universiteiten heeft Nijmegen te kampen met een krimp na de bachelorfase: er is een aanzienlijke uitstroom van bachelorstudenten, tegenover minder instromers. In het recent gepubliceerde Strategisch Plan 2015-2020 stelt de Radboud Universiteit zich het volgende ten doel: ‘De masteropleidingen bieden specialisaties waarin de unieke expertise van de onderzoekers herkenbaar aanwezig is. Het duidelijk geprofileerde aanbod van masteropleidingen ondersteunt de ambitie dat de instroom in masteropleidingen van buiten de Radboud Universiteit minimaal de uitstroom vanuit de bachelor compenseert.’
Het lijkt een slimme strategie de toelatingsprocedure dusdanig te versimpelen, dat Nijmegen aantrekkelijker wordt ten opzichte van vergelijkbare programma’s aan andere universiteiten. Zo simpel is het echter niet: de aanmelddeadline ligt voor eigen bachelorstudenten twee maanden later, maar het aan te leveren dossier blijft aanzienlijk.

Tegenwoordig gaat het bij ons ook al een stuk sneller en word je persoonlijk begeleid door een recruitement and admission officer, die de student ‘warm houdt’

Wel zet de universiteit in op het verkorten van de wachttijd, met name voor internationale studenten, vertelt Margot van Mulken, decaan van de letterenfaculteit en voorzitter van stuurgroep ‘Verbeteren Masterinstroom’. ‘Vroeger kon het wel een half jaar duren voor je definitief toegelaten was, terwijl het in Wageningen soms in 48 uur geregeld was. Tegenwoordig gaat het bij ons ook al een stuk sneller en word je persoonlijk begeleid door een recruitement and admission officer, die de student ‘warm houdt’.’ Instroom wordt verder bevorderd door een sterker marketingbeleid én meer onderscheidende programma’s, uitstroom wordt tegengegaan door eigen studenten te benadrukken dat ze ook voor hun master welkom zijn in Nijmegen. Van Mulken: ‘Zij hebben soms het gevoel dat andere universiteiten blijer zijn met hun komst dan wij, wat absoluut niet waar is. Dat proberen we uit te dragen.’

Masterdag bezoeken betekent vooral veel presentaties aanhoren. Foto: Marjolein van Diejen
Een masterdag bezoeken betekent veel presentaties aanhoren. Foto: Marjolein van Diejen

Aan de toelatingsprocedure rondom de selectieve master wordt echter niet getornd: een versoepeling zou zelfs kunnen leiden tot mínder instroom. ‘Misschien is het hier en daar een beetje overdreven te noemen en je moet een flinke hobbel nemen voor je eenmaal bent aangemeld, maar het is goed dat er eisen gesteld worden: in een selectieve master wil je écht alleen gemotiveerde mensen hebben. Die hobbel zorgt bovendien voor een stukje aantrekkelijkheid: deze master is selectief, en daarmee exclusief. Sommige studenten zijn daar juist naar op zoek.’

Universiteiten strijden met elkaar om de masterstudent, maar dat wil niet zeggen dat ze oogjes dichtknijpen tijdens de aanmeldingsprocedure: fraudegevoelige documenten (cijferlijsten) vragen nu eenmaal om handtekeningen. En referentiebrieven leren vaak meer over een student dan een curriculum vitae. Wellicht een zure appel om doorheen te bijten, maar dan sta je wél, met een paar handjesvol even gemotiveerde studenten, aan de poort van exclusiviteit.

En F. en ik? Wij hebben ons door de papierwinkel heen gewerkt. Nu wachten we af en doen schietgebedjes met knikkende knietjes en zweet op onze bovenlip. / Linda van der Pol 

MASTERINSREOOM Het aantal studenten dat de master aan een andere universiteit volgt dan de bachelor, steeg afgelopen jaren flink. Waar in 2011 nog 2.923 studenten overstapten, nam dit aantal in 2014 met ruim tweeduizend studenten toe tot 4.955. Dit vormt 12,9 procent van de totale masterinstroom in het wetenschappelijk onderwijs. Met name de studentenaantallen van de TU Delft, UvA, Erasmus Universiteit en Universiteit Leiden stegen. Maar niet iedereen plukte de vruchten van deze mastermobilisatie: de Radboud Universiteit, Rijksuniversiteit Groningen, Universiteit Twente en Universiteit Maastricht zagen meer studenten gaan dan komen (Bron: universiteitskoepel VSNU).

Dit artikel staat ook in Vox 7

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!