Mooi was die introductietijd (2): survival of the fittest
De collegezalen puilen uit, het duurt niet lang meer voor de eerste tentamenweken in zicht komen. De introductie lijkt al lang geleden. Hoe vergaat het de introgroepjes nu? Op verzoek van Vox legden studenten met wegwerpcamera's hun eigen intro vast. Aan de hand van de beelden blikken politicologiestudenten Gail Besselink en Sya Velthuis terug.
Normaal komen Gail Besselink en Sya Velthuis nooit bij Ovum Novum. Maar tijdens de introductie vonden ze zichzelf opeens elke avond terug in sociëteit De Kelder, dansend onder een discobal. ‘Het was er zó gezellig’, zegt Gail. ‘De sfeer was gewoon goed.’ De glazen wijn – tot het randje gevuld voor maar één euro – en de broodjes knak vielen bovendien erg in de smaak.
Sya: ‘Ik heb me in een dronken bui zelfs ingeschreven om lid te worden. Toen ze me later belden, dacht ik: nèh, toch maar niet. Ik heb geen zin in een stomme ontgroening.’
Twintig kindjes
Samen met twee vriendinnen waren Gail en Sya trotse mentormama’s van maar liefst twintig kindjes. Die zoeken elkaar ook nu, ruim een maand later, nog geregeld op. ‘Tijdens de eerste weken sowieso’, zegt Sya. ‘Als je geen introductie hebt gelopen, ben je die eerste periode echt een loner hoor.’ In de gezamenlijke app-groep worden mensen opgetrommeld om bijvoorbeeld naar activiteiten van de studievereniging te gaan. Of er komt een foto voorbij van een in slaap gevallen student in een volle collegezaal, die de avond ervoor iets te hard heeft doorgefeest.
Het feesten, dat was tijdens de introductie van Gail, Sya en hun groepsgenoten al de rode draad. De nadruk lag dan ook meer op het avond- dan op het ochtendprogramma. Sya: ‘Vanaf een uurtje of vijf ’s middags kwamen we los. Dan gingen we naar een of andere eetactie en daarna de stad in.’ Op de dansvloer gaven de mama’s graag het goede voorbeeld: voetjes van de vloer en gáán.
En dan moesten er tussendoor nog sportdagen, opleidingsactiviteiten en introductiemarkten bezocht worden. Het deed niets af aan de goede sfeer in de groep. Tijdens de sportdag was er zelfs nog fanatisme te bespeuren voor een wedstrijdje hoelahoepen en zeilen in een waterbad.
Dat de fysieke gesteldheid er op een gegeven moment bij inschiet, is dan niet zo gek. ‘Tegen de tijd dat we naar het festival gingen, waren we gesloopt’, vertelt Gail. ‘Op zaterdag werd ik zo ziek, dat ik mijn ouders heb gebeld om me op te halen.’ Ze was niet de enige: uiteindelijk haalden twaalf van de twintig ‘die-hards’ het einde van het festival (zie foto hierboven).
Survival of the fittest – het mag dan een term uit de biologie zijn, hij is zeker ook van toepassing op de introductie van politicologie.