‘Moraal als marketinginstrument is een universiteit onwaardig’
OPINIE - Met Radboud Impact Day degradeert de universiteit morele stellingnames tot instrumenten van zelfpromotie, betoogt filosoof Marc Colsen. De universiteit zou er beter aan doen om potentiële studenten en werknemers voor vol aan te zien en niet te benaderen als consumenten.
Radboud Impact Day is een publiciteitscampagne waarmee de Radboud Universiteit naar eigen zeggen mensen wil aansporen om overconsumptie tegen te gaan. Het bezwaar tegen een dergelijke campagne is niet zozeer dat een universiteit zich zou moeten beperken tot het aandragen van zo objectief mogelijke kennis en dat zij morele stellingnames vervolgens aan anderen zou moeten overlaten, zoals wetenschapsjournalist Enith Vlooswijk in De Volkskrant en Vox betoogt.
Het bezwaar is eerder dat morele stellingnames op deze manier worden gedegradeerd tot instrumenten van zelfpromotie. Potentiële studenten en werknemers prikken door zo’n instrumentalisering heen – althans, het soort studenten en medewerkers waarop de universiteit zou moeten mikken.
In de schijnwerper
Volgens programmadirecteur duurzaamheid Marije Klomp is het doel van de campagne niet om meer studenten te trekken, maar om een jonge doelgroep ’te inspireren iets met duurzaamheid te doen, of dat nou aan de Radboud Universiteit is, of op andere manieren’.De adressanten van de campagne worden kennelijk geacht te geloven dat de Radboud Universiteit niet bezig is met een poging zichzelf in de schijnwerper te plaatsen als de meest duurzame onder de universiteiten: ‘Uiteindelijk gaat duurzaamheid om samenwerking, dan helpt het niet als je in concurrentieposities gaat denken.’ Is dat soms de reden dat aan het slot van filmpje de naam van de universiteit zo nadrukkelijk in beeld komt? En niet bijvoorbeeld ‘Samenwerkende universiteiten in Nederland’?.
Marktplein
De Radboud Universiteit zou er beter aan doen om potentiële studenten en werknemers voor vol aan te zien en niet te benaderen als consumenten. Want dat is wat zij met deze campagne doet: zij benadert mensen als consumenten van moraal en, in het verlengde daarvan, als potentiële consumenten van díe universiteit die erin slaagt zichzelf het luidst aan te prijzen op het marktplein van morele koopwaar.
Maar het soort studenten en medewerkers waarop de universiteit zou moeten mikken is niet in de eerste plaats consument. Een universiteit die academische vrijheid en burgerschap serieus neemt zou daarom niet, zoals in deze campagne, een kant-en-klare boodschap moeten uitserveren en zichzelf daar in één moeite door mee feliciteren. Zij zou datgene moeten doen wat een universiteit al sinds jaar en dag betaamt: prikkelen tot onafhankelijk nadenken en tot getuigen daarvan in woord en geschrift.
Marc Colsen is promovendus bij de Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen