Na een kwarteeuw aan de bètafaculteit gaat Noud van der Velden met pensioen
Zonder Noud van der Velden had de iconische Slinger van Foucault in het Huygensgebouw er waarschijnlijk heel anders uitgezien. Als Hoofd Huisvesting & Logistiek leidde hij allerlei innovatieve projecten binnen de bètafaculteit. Na een kwarteeuw gaat hij met pensioen.
Naast de Slinger van Foucault, bij de ingang van het Huygensgebouw, poseert Noud van der Velden voor de Vox-fotograaf. De locatie is niet toevallig gekozen: als Hoofd Huisvesting & Logistiek zorgde hij ervoor dat de installatie een prominente plaats in het hoofdkwartier van de bètafaculteit kreeg.
Het idee voor de installatie kwam van enkele natuurkundigen. Het bouwpakket kochten ze zelf bij een Amerikaans bedrijf, Van der Velden ging samen met de architect op zoek naar een leuke en veilige plek. Die vonden ze bij de ingang, erop lettend dat de installatie geen mensen in een rolstoel zou hinderen op weg naar de lift.
Het onderhoud bestaat uit een jaarlijkse controle van de staalkabel zodat de bal niet naar beneden valt, legt Van der Velden uit. ‘Laatst kregen we nog een vraag om informatie van een Londens museum dat overweegt een zelfde installatie op te hangen.’
Koningin Beatrix
Vlak voor de eeuwwisseling werkte Van der Velden bij een Nijmeegs ingenieursbureau toen hij in De Gelderlander de advertentie voor zijn huidige baan las. ‘Onderweg naar mijn werk fietste ik elke dag langs de bètafaculteit, waar toen nog een hoog hek omheen stond. Ik vroeg me altijd af wat er zich achter die muren afspeelde.’
Zijn eerste uitdaging was meteen een grote: de verhuizing naar een nieuw gebouw in goede banen leiden. Het nieuwe gebouw werd ontworpen met het oog op 1.200 studenten plus medewerkers. ‘Nu hebben we ruim 3.500 studenten, dat zijn er bijna drie keer zoveel. Het past ook niet heel goed meer.’
Van der Velden zat in de commissie die het architectenteam mocht kiezen. Dat werd AGS Architects uit Heerlen. ‘De architect benadrukte dat het gebouw een open karakter moest krijgen richting de Heyendaalseweg, met een hart in het midden: restaurant Gigabyte, waar iedereen elkaar kan ontmoeten. Dat sprak tot de verbeelding.’
De bouw duurde van 1999 tot 2006. In 2007 opende koningin Beatrix het gebouw door een oranje lint door te knippen waarna de de Slinger van Foucault in beweging kwam. Van der Velden stond erbij en zag dat het goed was.
Gribusruimte
Na de oplevering was er ieder jaar wel weer een hoogleraar die een nieuw lab of een andere faciliteit nodig had. Een bijzonder verzoek kwam van Alex Khajetoorians: een hoogleraar uit Hamburg die graag naar Nijmegen wilde komen, op voorwaarde dat hij een geschikte onderzoeksfaciliteit kreeg. ‘Omdat zijn onderzoek niet verstoord mag worden door trillingen, wilde hij het liefst een zes meter hoge kelder.’
Van der Velden en zijn team gingen een kijkje nemen in Khajetoorians toenmalige lab in Hamburg. ‘Toen dachten we: dat kunnen we in Nijmegen ook realiseren’, zegt hij. ‘Onder onze gebouwen ligt namelijk een oude leidingenkelder. De hoogleraar vond het een fantastische locatie, maar ik vond het meer een gribusruimte, zo diep onder de grond. Na een jaar voorbereiding en een half jaar bouwen hebben we er een heel mooi lab van gemaakt. Vandaag is het een van de zeven labs op de wereld voor dit type onderzoek. Dat is – na het Huygensgebouw – het leukste project waar ik aan heb gewerkt.’
Niet langer het buitenbeentje
Wegens groeiende studenten- en medewerkersaantallen barstte de bètafaculteit – en dus ook het Huygensgebouw – op een bepaald moment uit haar voegen. Als gevolg daarvan moest het onderzoeksinstituut ICIS (Informatica) op een bepaald moment naar Mercator 1 verhuizen. ‘In eerste instantie vonden ze dat niet leuk, maar na verloop van tijd zagen ze wel voordelen aan een eigen locatie. Langzaam maar zeker is Mercator 1 van FNWI geworden, later kwam een deel van Mercator III er ook bij.’
Of de Van der Velden de universiteit de afgelopen kwarteeuw heeft zien veranderen? Na even nadenken zegt hij dat de hiërarchie wellicht is afgenomen. ‘Bij projecten met afdelingen is het niet alleen meer de hoogleraar die bepaalt wat er gebeurt, maar de hele afdeling. En sinds de hekken in 2005 rondom het gebouw zijn verdwenen, is de bètafaculteit niet langer het buitenbeentje van de universiteit. Zelf ben ik ook steeds meer gaan samenwerken met Campus & Facilities (de centrale dienst, red.).’
‘Vroeger werd vaak besloten om meubilair af te danken, tegenwoordig hergebruiken we veel meer’
Ook is zijn afdeling na verloop van tijd duurzamer gaan werken, zegt Van der Velden. ‘Vroeger werd vaak besloten om meubilair af te danken, tegenwoordig hergebruiken we veel meer. In een periode met minder financiën, zoals nu, zal altijd kritischer gekeken worden naar nieuwe projecten, maar uit ervaring weet ik dat er altijd weer een positieve wending komt.’
Nu is het mooi geweest: 67 vindt Van der Velden een mooie leeftijd om meer aandacht te schenken aan familie en kleinkinderen. Wat hij het meeste zal missen aan de universiteit? ‘Toch wel mijn collega’s en de vele fijne samenwerkingen. En de vele verzoeken aan onze afdeling. De nieuwe informaticahoogleraar wil graag een nieuw lab, maar dat is een taak voor mijn opvolger.’