Het aandeel vrouwelijke hoogleraren in Nijmegen is in 2022 iets gegroeid. Dat blijkt uit de Monitor vrouwelijke hoogleraren. De daling van het jaar daarvoor is weer goedgemaakt, al blijft het streefcijfer van 36 procent in 2025 ver weg.

In 2021 daalde het percentage vrouwelijke hoogleraren in Nijmegen met een procentpunt tot 29 procent. Het streefcijfer van 36 procent in 2025, door de Radboud Universiteit zelf gesteld, leek zo buiten bereik te raken.

Maar het vrouwelijk hooglerarencorps is in 2022 weer wat gegroeid, tot ruim 31 procent (exclusief het Radboudumc). Dat blijkt uit de jaarlijkse Monitor vrouwelijke hoogleraren van het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH). Ook in de andere wetenschappelijke functies is een stijging van het aandeel vrouwen te zien, meldt de universiteit.

Beter dan gemiddeld

Nijmegen scoort beter dan gemiddeld. Landelijk is slechts 27,6 procent vrouw, zo staat te lezen in de monitor. En dit jaar is het aandeel vrouwen met slechts 0,9 procent toegenomen, bleek in september al.

Dat tempo is te laag en tegen het zere been van het LNVH en de invloedrijke actiegroep Athena’s Angels. Ze doen een oproep voor een nieuw streven: evenveel vrouwelijke als mannelijke hoogleraren in 2036. In het huidige tempo ligt dat punt op z’n vroegst in 2041. Volgens berekeningen van de LNVH moeten er tweehonderd vrouwelijke hoogleraren extra worden aangesteld.

Het jaar 2036 is niet zomaar gekozen. Dan is het vierhonderd jaar geleden dat de eerste vrouwelijke student, Anna Maria van Schurman, werd toegelaten aan een Nederlandse universiteit. Met het kabinet liepen al gesprekken over een ‘Anna Maria van Schurman Impuls’, maar die zijn afgebroken toen het kabinet viel.

Leiding

De monitor gaat ook in op vrouwen in bestuurlijke posities aan de universiteiten. Het percentage vrouwelijke decanen is de afgelopen vijf jaar bijvoorbeeld meer dan verdubbeld van 15 naar 34 procent. In de colleges van bestuur bezetten vrouwen 18 van de 41 posities (tegen 14 vrouwen in 2018).

Opvallend is het verschil tussen onderzoek en onderwijs. Slechts één op de vier directeuren van onderzoeksinstituten is een vrouw. Dat ligt anders bij instituten voor onderwijs: die hebben in meer dan de helft van de gevallen een vrouw aan het roer.