‘Nederlanders hebben de neiging elkaar op te zoeken, net als internationale studenten’
Als onderdeel van het vernieuwde internationaliseringsbeleid dat de Radboud Universiteit in 2018 introduceerde, ontwierpen verschillende opleidingen een Engels traject. Bijna vijf jaar later is dat nog altijd een uitdaging voor de studieverenigingen van die opleidingen.
Nu de Radboud Universiteit steeds meer Engelstalige opleidingen aanbiedt, nemen studieverenigingen een toenemend aantal internationale studenten op. Dat is niet altijd makkelijk, constateren drie bestuursleden. Ondanks de internationalisering is het aantal Nederlandse leden doorgaans een stuk groter dan het aantal internationale leden, en groepjesvorming ligt op de loer. ‘Rekening houden met zowel Nederlandse als internationale studenten is een hele opgave’, zegt Rinke Angevaare (21), bestuurslid intern bij GSV.
Internationaliseringsbeleid
De afgelopen vijf jaar heeft de Radboud Universiteit internationale studenten en werknemers geworven, internationale samenwerkingen opgebouwd en Engelstalige opleidingen ontwikkeld. Die veranderingen zijn stuk voor stuk onderdeel van het vernieuwde internationaliseringsbeleid dat de universiteit in 2018 introduceerde.
Duitse penningmeesters
Het aantal internationale studenten dat zich bij een vereniging aansluit, is lang niet altijd een goede graadmeter voor de internationalisering van een vereniging. De studievereniging van psychologie, SPiN, telt veel algemene leden, onder wie veel internationale studenten. Maar van de actieve leden komt slechts 30 procent uit het buitenland, en een groot deel van die internationals is Duits.
‘De laatste vier penningmeesters waren allemaal Duits, dus er is een lopende grap dat mensen die zich met cijfertjes bezighouden altijd Duitsers zijn’, vertelt SPiN-bestuurslid Jana Schneider (21 en Duits). Deze Duitse dominantie heeft volgens Schneider niet per se invloed op het internationaliseringproces, en kan de vereniging ten goede komen. ‘Ik vind het juist goed dat Duitsers onderdeel uitmaken van het bestuur, want de taalbarrière tussen Nederlands en Duits is niet zo groot.’
‘Het is moeilijk om meer en sneller te internationaliseren’
CognAC, de studievereniging van de Engelse opleiding Artificial Intelligence, trekt ongeveer hetzelfde percentage internationale studenten als de opleiding zelf. ‘Ik denk dat onze vereniging momenteel voor 25 à 30 procent bestaat uit internationals, vooral Oost-Europeanen’, zegt CognAC-bestuurslid Olivier Timmermans (21). Hoewel alle commissies van CognAC toegankelijk zijn voor internationals, heeft de vereniging een speciale internationale commissie opgericht. Die heeft tot nu toe vooral als doel om internationale studenten kennis te laten maken met de Nederlandse cultuur en hen te helpen integreren.
Een soortgelijke trend is zichtbaar bij GSV, de gezamenlijke studievereniging voor de Nederlandstalige opleiding Geschiedenis en de in 2019 ingevoerde Engelstalige opleiding Comparative European History (CEH). ‘Als bestuur streven we naar inclusiviteit’, zegt Angevaare van GSV. Dat is niet altijd even makkelijk: ‘De groep CEH-studenten is aan het groeien, maar nog steeds vrij klein in vergelijking met de Nederlandse opleiding. De twee groepen zijn dus behoorlijk ongelijk, en daardoor is het heel moeilijk om meer en sneller te internationaliseren.’
Elkaar opzoeken
Schneider benadrukt dat internationalisering niet iets is dat zomaar gebeurt, puur en alleen omdat je ernaar streeft. Het contact tussen Nederlanders en internationals loopt namelijk niet altijd zoals gepland. ‘Nederlanders hebben vaak de neiging elkaar op te zoeken, net als internationale studenten dat met elkaar hebben’, legt Timmermans uit.
Dat soort groepsvorming kan ertoe leiden dat Nederlandse studenten uit gewoonte Nederlands blijven praten, ook tijdens Engelstalige activiteiten. Daarom denken Angevaare en de andere bestuursleden dat een groter aantal actieve internationals bij activiteiten en in commissies kan leiden tot meer inclusie. De verwachting is dat Nederlandse studenten makkelijker zullen overschakelen naar het Engels wanneer internationals zichtbaarder aanwezig zijn.
‘Nu activiteiten weer fysiek zijn, staan meer mensen ervoor open om lid te worden van een studievereniging’
Volgens Timmermans, Angevaare en Schneider heeft de coronaperiode de internationalisatie geen goed gedaan. ‘Ik denk dat studenten die zijn begonnen in 2020 en 2021 – zowel Nederlands als internationaal – verder van de verenigingen af staan dan studenten uit andere jaren’, zegt Angevaare.
Schneider voegt daaraan toe dat de terugkeer naar het normale ritme enorm heeft geholpen. ‘Nu activiteiten weer fysiek zijn, staan meer mensen ervoor open om lid te worden van een studievereniging, en zijn er meer momenten om elkaar te ontmoeten.’