Negen vragen over het conflict tussen de bisschoppen en het Stichtingsbestuur
Wat zijn de oorzaken van het conflict tussen de bisschoppen en het stichtingsbestuur? Welke belangen spelen er? 'Zowel aan de universiteit als in het umc moeten onafhankelijk onderwijs en onderzoek mogelijk blijven', aldus voorzitter Loek Hermans. Een overzicht in negen vragen.
- Waarom worden de universiteit en het Radboudumc bestuurlijk uit elkaar gehaald?
Het Radboudumc en de Radboud Universiteit hebben op dit moment een gezamenlijke raad van toezicht: het bestuur van de Stichting Katholieke Universiteit of het Stichtingsbestuur. De leden van dat bestuur zijn als ‘bestuurders van de rechtspersoon’ verantwoordelijk voor hetgeen zich afspeelt binnen de universiteit en binnen het umc en moeten tegelijkertijd toezicht houden op die organisaties.
‘Dat vereist een zeer moeilijke taak als bestuurder’, zegt voorzitter van het Stichtingsbestuur Loek Hermans. ‘Wij zijn eindverantwoordelijk voor alles wat gebeurt. Bij een procedure kan een rechter altijd zeggen: “u had maar moeten zorgen dat” en vul de rest zelf maar in. Anderzijds staat een goede toezichthouder op gepaste afstand.’
Daarnaast willen de twee instellingen niet te afhankelijk zijn van elkaar. Op dit moment is het Radboudumc financieel en juridisch verbonden aan de universiteit, en vice versa. ‘Stel dat het Radboudumc of de universiteit een lening heeft waarvoor een hypotheek wordt aangegaan, dan is de andere partij daar ook aansprakelijk voor’, zei een woordvoerder van de universiteit daar eerder over tegen Vox.
Begin 2019 maakte het Stichtingsbestuur daarom bekend dat het ziekenhuis en de universiteit op bestuurlijk vlak een toekomst zonder elkaar onderzochten. ‘Radboud Universiteit en Radboudumc willen meer ruimte krijgen om zelfstandig strategische afwegingen te maken en daarvoor de verantwoordelijkheid te dragen’, stond in een gezamenlijk persbericht.
Ondertussen is duidelijk hoe de bestuurlijke splitsing eruit moet zien: de universiteit en het Radboudumc zullen worden ondergebracht in twee aparte rechtspersonen en in plaats van één raad van toezicht voor beide instellingen, krijgen universiteit en umc in de toekomst een eigen raad.
- Betekent dit dat de wegen van de universiteit en het Radboudumc scheiden?
Absoluut niet, benadrukken Daniël Wigboldus, voorzitter van het college van bestuur van de universiteit en Bertine Lahuis, bestuursvoorzitter van het Radboudumc, in koor. Ten eerste is er de medische faculteit, die niet kan bestaan zonder het umc of zonder de universiteit.
Lahuis geeft aan dat universiteit en umc twee verschillende werelden zijn, maar benadrukt dat samenwerking voor beide partners een onbetwiste meerwaarde biedt.
‘Juist door de ontvlechting zijn we gaan nadenken over hoe we in de toekomst nog meer kunnen samenwerken’, zegt Wigboldus.
Op welke manier dan wel? Lahuis geeft een voorbeeld. ‘Wij zijn in deze regio buitengewoon sterk in artificial intelligence. Dat is bij uitstek een strategisch onderwerp dat we samen oppakken.’
Wigboldus: ‘Het Donders Instituut is wereldtop op het gebied van neurowetenschappen en levert een bijdrage aan artificial intelligence. In het instituut leveren zowel mensen van het umc als van de universiteit dagelijks gezamenlijk een bijdrage aan het vermeerderen van kennis. Dat zijn de dingen die we samen doen en die we moeten blijven doen.’
- Waarover gaat het conflict tussen de bisschoppen en het Stichtingsbestuur?
Daarin spelen twee dingen. Ten eerste weigeren de bisschoppen sinds vijf jaar nieuwe leden van het Stichtingsbestuur te benoemen met als reden dat zij niet katholiek genoeg zouden zijn. Ten tweede is er onenigheid over het nieuwe bestuursmodel in het kader van de ontvlechting van universiteit en ziekenhuis.
Voor meer informatie, lees het artikel ‘Stichtingsbestuur stapt naar rechter na conflict met bisschoppen.’
- Waarom wil het stichtingsbestuur, los van de benoemingen, de macht van de bisschoppen inperken?
Dat is een heikel punt. De drie bestuurders geven aan dat ze interessante discussies voeren met de bisschoppen. ‘Maar we moeten waken dat de ontwikkeling van de universiteit en het ziekenhuis niet in het gedrang komt’, zegt Hermans. Hij geeft een voorbeeld uit het Radboudumc. ‘Als je een discussie voert over een transgendercentrum, dan is er een kans dat vanuit de kerk wordt gezegd “dat moet helemaal niet”. Als de bisschoppen de meerderheid zouden hebben in het stichtingsbestuur, dan zou het umc mogelijk geremd worden op dat terrein. Dat vinden wij zeer onwenselijk.’
Die vrees leeft op wel meer punten. ‘Zowel aan de universiteit als in het umc moeten onafhankelijk onderwijs en onderzoek mogelijk blijven’, zegt Hermans.
Volgens Lahuis is dat onvoldoende geborgd als alle leden van de raden van toezicht worden benoemd door de bisschoppenconferentie. ‘Dat gaat conflicteren met onze maatschappelijke opdracht en dat kan en willen we niet.’
Wigboldus: ‘Omdat we naar twee raden van toezicht gaan, hebben we meer goede mensen nodig dan nu het geval is. We willen dat op een goede en zorgvuldige manier invullen. Dat maakt het nu ook urgent: het is een voorwaarde om tot een goede splitsing te komen.’
- Waarom willen universiteit en ziekenhuis de bisschoppen niet helemaal buitenspel zetten?
‘Omdat wij een bijzondere universiteit en ziekenhuis zijn met een duidelijke katholieke achtergrond’, zegt Hermans. ‘Die moeten we op zo’n manier invullen dat het in deze tijd past. Daarom vinden we het prima dat de bisschoppen nog één persoon in het stichtingsbestuur mogen benoemen. Dan hebben we vier personen in elke raad van toezicht die voldoen aan de algemene vormen van toezicht, en voor die vijfde persoon kunnen de bisschoppen hun specifieke eisen inbrengen.’
De bisschoppen brengen in discussies een breder perspectief mee dan wat specifiek op dat moment speelt, zegt Wigboldus. ‘Dat is heel belangrijk in discussies over onderwijs en patiëntenzorg. Mede daarom moeten we de identiteit die ons vormt een goede plaats geven in ons toezicht. Ook in de toekomst.’
- Waarom treedt het Stichtingsbestuur met dit nieuws naar buiten?
Toen de gesprekken tussen bisschoppen en stichtingsbestuur nog aan de gang waren, wilden de bestuurders hier niet over communiceren – ondanks herhaaldelijk aandringen van Vox. ‘Een broedende kip mag je niet storen’, aldus Hermans.
Dat het stichtingsbestuur nu toch met het nieuws naar buiten treedt, is volgens Hermans geen truc om extra druk te zetten op de bisschoppen: ‘Dat heeft tot nog toe tot weinig resultaat geleid’, zegt hij. ‘We hebben voortdurend geprobeerd om eruit te komen, maar dat is niet gelukt. Dat kunnen we niet blijven accepteren.’
‘Wij zijn op ieder moment bereid tot overleg, maar er moet wel beweging mogelijk zijn’
Is het Stichtingsbestuur op dit moment dan niet on speaking terms met de bisschoppen? ‘Als je zelf naar de Ondernemingskamer stapt, dan is de andere partij niet bereid om voluit te praten’, zegt Hermans. ‘Wij zijn op ieder moment bereid tot overleg, maar er moet wel beweging mogelijk zijn. Nu moet het echt tot besluitvorming komen. Soms moet je doorbijten.’
- Speelt dit probleem ook aan andere katholieke universiteiten?
Zeker. Ook bij Tilburg University, die andere Nederlandse katholieke universiteit, hebben bisschoppen al benoemingen tegengehouden in het stichtingsbestuur. ‘Het aantal leden dat wordt afgewezen door de kerk is vele malen groter dan het aantal leden dat uiteindelijk wel in het stichtingsbestuur mag’, zei voormalig rector Emile Aarts daarover in augustus 2019 aan ScienceGuide.
‘We hebben contact gehad met Tilburg en andere katholieke instellingen’, zegt Hermans, ‘maar die hebben allemaal een net iets andere situatie dan wij.’
Aan de Belgische KU Leuven hadden de bisschoppen lange tijd 13 procent van de stemmen in het hoogste bestuursorgaan, tot in 2012 beslist werd om hen nog slechts een adviesfunctie te geven. ‘Dat hebben we als voorbeeld genoemd, maar daar wilden de bisschoppen niet aan’, zegt Hermans.
- Als in de toekomst nog maar één lid van de raad van toezicht door de bisschoppen wordt benoemd, is de Radboud Universiteit dan nog een katholieke universiteit?
Daar bestaat geen enkele twijfel over, zegt Wigboldus. Het aantal benoemingen in de raad van toezicht staat volgens hem los van de vraag of de Radboud Universiteit een katholieke universiteit wil zijn. ‘We zijn ontstaan en opgericht als een katholieke universiteit en dat willen we ook blijven. Overeenkomstig deze traditie voelen medewerkers en studenten zich betrokken bij elkaar, bij de samenleving en bij de wereld. Tegelijk is de Radboud Universiteit al vanaf de oprichting een universiteit die altijd verder heeft gekeken dan alleen die katholieke bril. Ik zal er aan bijdragen dat dat altijd zo blijft.’
Wigboldus: ‘Als college van bestuur zijn wij er heel erg van bewust dat aan onze campus verschillende ideeën en meningen leven over in hoeverre wij een katholieke universiteit zijn, moeten zijn en willen zijn. Het gesprek gaande houden over wat onze katholieke identiteit voor ons betekent, ook naar de toekomst toe, is en blijft belangrijk.’
- En is het Radboudumc dan nog een katholieke instelling?
Ook het Radboudumc voelt zich nog steeds nauw verwant met die katholieke identiteit’, zegt Lahuis. ‘De katholieke identiteit betekent voor ons vooral de vertaling naar persoonsgerichtheid, medemenselijkheid, oprechte aandacht en zorg voor kwetsbaren. Die vind je terug in onze zorg, ons onderwijs en onderzoek, hoe wij als mensen en medewerkers binnen het umc met elkaar omgaan, maar ook met belangrijke thema’s zoals ethiek.’
Lahuis benadrukt dat het Radboudumc niet van plan is om van koers te veranderen op ethisch vlak. ‘Met bijvoorbeeld euthanasie en transgenderzorg houden wij ons nu ook al bezig. Het is onmogelijk om dat als umc in Nederland anno 2020 niet te doen. De vraag is: hoe verhoud je je tot die thema’s? Dat is een moderne vertaling van de katholieke identiteit.’
Klaas Landsman schreef op 26 maart 2020 om 17:04
Het voorstel van Daniël Wigboldus om een katholieke universiteit te blijven (maar tegelijk de invloed van de bisschoppen te beperken) heeft alleen zin als dit predikaat ook inhoud heeft en geeft. Daarvoor lijkt me het minste dat de universiteit statutair de katholieke catechsimus onderschrijft. Daarin staat bijvoorbeeld dat “de geweldige ellende waaronder de mensen gebukt gaan, en hun neiging tot het kwaad en de dood niet te begrijpen zijn zonder deze in verband te brengen met de zonde van Adam [die, zoals eerder vermeld staat, hierbij door de duivel werd verleid] en het feit dat hij op ons een zonde heeft overgedragen waarmee wij allen besmet zijn bij de geboorte .” (versie 1997, paragraaf 403, nog steeds bindend). Ik zie niet hoe iemand vanuit dit geloofsartikel enige vorm van wetenschap kan bedrijven (behalve theologie) en heb al eerder in de Vox aangegeven dat de structuur van de katholieke kerk, gebaseerd als die is op dogma, autoriteit, en hiërarchie, haaks staat op de wenselijke aard van een universiteit, die een vrijplaats moet zijn en beschaafde vormen van rebellie tegen wetenschappelijke en alle andere dogma’s juist moet aanmoedigen. Als ik mag anticiperen wat het CvB en het Stichtingsbestuur hierop zouden kunnen antwoorden, ligt de basis van de katholieke grondslag van de RU niet in het aanhangen van de bewuste geloofsartikelen maar in de geschiedenis van de universiteit en met name in haar oprichting in 1923 vanuit de katholieke emancipatiebeweging. Aangezien mijn overgrootvader Piet Aalberse (1871-1948) een van de belangrijkste voorvechters van deze beweging was (overigens zonder betrokkenheid bij de oprichting van de RKUN, ofschoon hij van 1918-1925 minister was) heb ik hier alle begrip voor, maar sterker dan waar ook bekruipt mij hier het gevoel: “das war einmal”. De RKUN was een product van de verzuiling, een typisch Nederlands verschijnsel waarvan ik, als Jezuïetenleerling, nog net de naweeën heb meegemaakt maar waar mijn ouders nog middenin zaten: zo ontmoette mijn vader de eerste niet-katholiek in zijn leven pas toen hij 21 was en was het huwelijk van zijn zus met een Joodse man een ongekend schandaal. Het katholieke geloof lag als een deken over die generatie, waarvan het doel toch vooral gehoorzaamheid aan de Paus en het episcopaat was en sprake was van groepsvorming in de meest enge zin van het woord; het boek “Moederkerk” van Jos Palm uit 2012, met de veelzeggende ondertitel “De ondergang van Rooms Nederland”, geeft een indringend portret van deze generatie. Fascinerend uit die tijd zijn ook de zogenaamde Katholiekendagen, waarin katholieke hoogwaardigheidsbekleders (allen mannen) letterlijk over de sintelbanen van grote stadions paradeerden om te worden bejubeld – het KDC heeft er beelden van.
Kortom, is deze ontstaansgeschiedenis van onze universiteit nu echt iets om zo trots op te zijn? Dit lijkt me het juiste moment om de katholieke erfenis van de RU geheel af te schudden door de banden met de bisschoppen te verbreken en de leden van het Stichtingsbestuur voortaan door de minister van OC&W te laten benoemen, zoals bij de meeste andere universiteiten. Ik verwacht dat velen met mij een zucht van verluchting zullen slaken zodra ook dit laatste restant van de verstikkende deken die de katholieke kerk ooit over een belangrijk deel van Nederland legde, eindelijk is afgeworpen. Wat emancipatie betreft: de blijvende erfenis van dit verleden is het feit dat in vergelijking met andere Nederlandse universiteiten (m.u.v. Wageningen) vele studenten aan de RU eerste-generatie studenten zijn en het vervult mij iedere keer weer met speciale trots om zo’n student haar of zijn diploma te geven. Dat blijft, maar is inmiddels vooral bepaald door de geografische ligging van de universiteit en niet door een katholiek heden of verleden.
Anoniem schreef op 26 maart 2020 om 19:03
Deze reactie getuigt – ondanks de verwijzingen naar het begin van de vorige eeuw – van bijzonder weinig historisch besef. Wanneer u werkelijk geloofd dat wetenschapsbeoefening niet te verenigen is met de katholieke leer bent u niet goed op te hoogte van de doelstelling van wetenschap, de katholieke leer en de geschiedenis van de universiteit (niet zozeer ‘onze’ universiteit). Denk aan alle wetenschappers die praktiserend katholiek waren maar uitmuntend in hun onderzoek. Ook wil ik u graag wijzen op ‘Fides et Ratio’ van Paus Johannes Paulus II.
Wanneer u spreekt over ‘verstikking’ en de drang de warme omhelzing van de Moederkerk van zich af te slaan, maakt mij dat bijzonder droevig. Het is dan duidelijk dat hier een oudere generatie spreekt die te zeer beïnvloed is door verkeerde ideeën uit de chaos die de jaren ’60 in onze kerkprovincie waren. Waarom is het een verstikking? Enkel wanneer men het secularisme en individualisme omarmt hebt zal men tot die conclusie komen. De katholieke leer maakt het leven zoveel rijker en zoveel mooier. Het geeft betekenis aan het leven die het secularisme en nihilisme nooit zal kunnen geven. Dat goede wetenschapsbeoefening alleen mogelijk is met een seculier wereldbeeld is echt onzin en bovendien doet het vele verdienstelijke wetenschappers te kort.
Klaas Landsman schreef op 29 maart 2020 om 14:49
Zie https://www.nwa-bouwstenen.nl/geloof-en-wetenschap-klaas-landsman-geeft-antwoord-op-vier-nwa-vragen/ voor een korte analyse van de verhouding tussen geloof en wetenschap (uiteraard een onderwerp waar veel meer over gezegd kan worden). Verder reageer ik niet op anonieme reacties (tenzij er een zeer gegronde reden voor anonimiteit is, die in dit geval niet zichtbaar is).
Marcha Rietveld schreef op 26 juni 2020 om 10:42
Het lijkt dhr. Landsman toe dat de universiteit de katholieke cathechismus onderschrijft , hetgeen hij waarschijnlijk in strijd acht met de stand van de wetenschap. Zo begint hij zijn onsympathieke betoog. Vreemd.
Kennelijk vindt hij dat hij aan de juiste kant staat en hij weet zich gesteund door de waan van de huidige tijd met de opinieleiders in de media aan zijn kant.
Dat hij daarbij verwijst naar een diskussie door hem gevoerd over dit onderwerp als leiddraad , ik acht mij zo vrij om te reageren vanuit mijn eigen denken over dit onderwerp.
De nederlandse identiteit is er en, hoewel niet statisch, ontwikkelt deze zich in de loop der eeuwen. Watermanagement: de dijken zijn voor het eerst door katholieke monniken gebouwd, evanals veel wiskundig voorwerk voor latere ontwikkelingen in de door seculieren en calvinisten zo genoemde “donkere” eeuwen., op en vanuit de middeleeuwse universiteiten. Thomas van Aquino.
Beeldend taalgebruik en de mystiek verhouden zich slecht met de exacte wetenschappen.
Er is meer dan exacte wetenschap dat tot wetenschap gerekend mag worden. Vooral ook het gebied van de ethiek en daarin juist de wetenschap van ziekten en de geneeskunde daarvan: het is juist om hierin een katholieke identiteit te bewaren. Als je dit niet wilt, kun je elders werken/studeren of elders je laten behandelen. Met thema’s als euthanasie bij dementen, psychiatrische patienten, abortus en dergelijke .
Herleving van de inmiddels al zo belegen discussie over de verhouding tussen verlichting en religie. Een diskussie die ontaardde in antikatholicisme en antipapisme, dat hebben we al zo vaak over ons heengekregen.
Evert Lamfers schreef op 29 juni 2020 om 12:45
Een benoeming wordt tegengehouden door de bisschoppen omdat de kandidaat niet voor de kerk getrouwd is. Echt waar??? In wat voor eeuw leven wij? En als een vrouwelijke kandidaat is getrouwd met een vrouw, of man met man? “Njet!” in bisschoppentaal, buiten de muren van het bisschoppelijk paleis te horen vrees ik. En de geschiedenis laat het telkens weer zien: wanneer je het over bisschoppen hebt, dan heb je het over hypocrisie. Mooie taal over barmhartigheid en medemenselijkheid, maar ondertussen. Wanneer dat de afwegingen zijn van de bisschoppenconferentie om iemand met mogelijk heel veel bestuurskwaliteiten desondanks tegen te houden dan kan ik me de frustratie van Loek Hermans levendig voorstellen, en zijn variant op “liever Turks dan Paaps” goed indenken. Studenten komen naar Nijmegen studeren in verband met de wetenschappelijke kwaliteit van de universiteit, om de stad of regio, maar omdat de universiteit een katholieke signatuur heeft?? Dat vraag is me sterk af.
Is misschien ook een goed moment om de naam “Radboud” te veranderen, als we toch bezig zijn: Radboud, bisschop van Utrecht (850-917) was om niet te achterhalen reden patroon van katholieke wetenschapsbeoefening. Niet voor de kerk getrouwd, helemaal niet getrouwd zoals al die bisschoppen. Heeft in zijn schooltijd een gedichtje geschreven over een zwaluw, dat waarschijnlijk het oudste gedicht van Nederland is. Verder niets bijzonders. Kortom, een sint van niks. Een universiteit en een academisch ziekenhuis wordt naar je genoemd omdat jouw gedichtje 1000 jaar later ergens opduikt. En als geldschieter wordt hij ook niet geëerd: de vroegere geldschieter van de universiteit, Radboudstichting, is omgedoopt tot de Stichting Thomas More.
Voor deze studenten was het katholieke gevoel er al lang niet meer in Nijmegen – De Roerom schreef op 31 oktober 2020 om 11:55
[…] hetzelfde’, zegt Hamelijnck, ‘maar we uiten het allemaal anders’. Daar komt bij dat het conflict tussen de bisschoppen en de universiteit een bestuurlijke zaak was waar niet iedereen evenveel vanaf weet, zegt Beekhuizen. ‘We […]