Niet naar Spanje of Italië? Dan maar les over Nederlandse dialecten
Veel Nederlanders verkiezen deze zomer de Limburgse heuvels en de Friese meren boven de stranden van de Costa Brava en de bergtoppen van de Franse Alpen. De zomerse taalcursussen van Radboud in'to Languages worden daarom ingewisseld voor webinars over Nederlandse dialecten. Hoogleraar Marc van Oostendorp trapte de reeks vandaag af.
Ongeveer 350 mensen keken vandaag naar de eerste webinar, waarin hoogleraar Nederlands en Academische communicatie Marc van Oostendorp een inleiding gaf in de Nederlandse dialecten. Van woensdag tot en met vrijdag geeft In’to Languages korte colleges over de dialecten van Limburg, Nijmegen en de Waddeneilanden. ‘We willen iets laten zien van de talenrijkdom van Nederland’, aldus Van Oostendorp.
Het gaat erom dat Nederlanders die in eigen land op vakantie gaan iets meer begrip tonen voor elkaars taal. ‘Als je kunt laten zien dat je geïnteresseerd bent, staat iedere deur net iets wijder open’, zegt Van Oostendorp. Vloeiend een dialect beheersen zit er met drie colleges van drie kwartier natuurlijk niet in.
In de webinars komen een paar belangrijke don’ts voorbij. In Nijmegen gebruik je bijvoorbeeld geen ‘houdoe’ en mag je al helemaal niet zeggen dat Nijmeegs op Arnhems lijkt. Op Ameland wordt men weer boos bij de suggestie dat Amelands een Fries dialect is. In Limburg vlaai bestellen waar ‘vla’ op de kaart staat is ook taboe.
Bezjoer
Dat dialecten leven onder Nederlanders bleek voor Van Oostendorp toen hij een kaart van afscheidsgroeten in Nederland tweette. Een lawine van boze tweets volgde: wie zegt er nu ‘bezjoer’ in Zuid-Holland of ‘’t goei’ in Drenthe? ‘Die Twitteraars kunnen ook wat leren van de webinars’, zegt Van Oostendorp. ‘Ze denken vaak dat hun eigen dialect altijd hetzelfde blijft, terwijl dialecten door de tijd heen zijn veranderd.’ Het kaartje uit de tweet is gebaseerd op dialecten in de jaren dertig.
‘Dialecten zijn misschien wat uitgevlakt, maar ze verdwijnen nooit helemaal’, zegt Van Oostendorp. ‘Mensen wisselen met een taal niet alleen informatie uit, ze laten ook horen wie ze zijn. Zolang het belangrijk is waar je vandaan komt, blijven die verschillen bestaan. Juist de kleine verschillen zijn belangrijk – een Nijmegenaar kan zich makkelijker afzetten tegen Arnhem dan tegen Groningen.’
‘Een Nijmegenaar kan zich makkelijker afzetten tegen Arnhem dan tegen Groningen’
Sterker nog: volgens Van Oostendorp is er sprake van een ‘dialectenrenaissance’ in Nederland. Onder het mom van regionale cultuur wordt dialect weer belangrijker, is het idee. Van Oostendorp: ‘Vroeger gebruikte je dialect alleen om met elkaar te praten, niet om de Bijbel te vertalen of films te maken.’
Aan het einde van het inleidingscollege beantwoordt Van Oostendorp vragen van kijkers. Op één vraag kan hij niet ingaan: Is het patat of friet? ‘Ik voel me niet helemaal veilig om die vraag te beantwoorden.’
De webinars over Limburg, Nijmegen en de Waddeneilanden vinden plaats van woensdag tot en met vrijdag. Gratis aanmelden kan via deze link.
Niet naar Spanje of Italië? Dan maar les over Nederlandse dialecten – Rein Wieringa schreef op 4 november 2020 om 13:38
[…] Veel Nederlanders verkiezen deze zomer de Limburgse heuvels en de Friese meren boven de stranden van… […]