Om een echte Nijmegenaar te worden moet je meer doen dan een keer midden op het Keizer Karelplein eindigen na een nachtje stappen, of de Vierdaagse lopen. Als je deze zeven tips volgt, ben je al een heel eind.

1. Krijg de onnavolgbare Nijmeegse tongval onder de knie. Dat lukt heus niet als je in studentenwijken als Oost of Bottendaal woont. In volkswijk het Waterkwartier daarentegen proate se wel Nimweegs. De Wolfskuil of Grootstal zijn goede alternatieven.

2. Ga voetbal kijken in het Goffertstadion. Het rood, zwart en groen van NEC (N-E-C, dus niet nek!) is de trots van de stad. En vanaf dit seizoen zijn we weer terug op het hoogste niveau! Dus pak een wedstrijdje van Eniesee mee in de Bloedkuul.

3. Luister naar muziek van Ronnie Ruysdael, Eddie en Alex van Halen, Sieneke en De Staat. Stuk voor stuk zijn het grote namen, maar ze halen het niet bij Frank Boeijen. De bekende zanger is dé muzikale trots van Nijmegen. Kijk wel even verder dan ‘Kronenburg Park’ en ‘Zwart wit’.

4. Breng een bezoekje aan Café ’t Paleis. Dit café in de Priemstraat is de meest Nijmeegse kroeg van de stad. Wie weet loop je zelfs Frank Boeijen tegen het lijf!

5. Geef af op alles wat aan de verkeerde kant van de Waal ligt. Het Sonsbeekpark? Bah. De Rijnkade? Bah. En die in het geel-zwart spelende voetbalclub hoeven we niet eens te noemen. Je bent pas thuis als je de Waalbrug over bent. Mocht je nu denken ‘hoe zit het dan met Nijmegen-Noord’, dan ben je op de goede weg. Die vraag stellen echte Nijmegenaren zichzelf namelijk ook al jaren.

6. Doe boodschappen bij Henniesee. De Jan Linders buurtsuper van Hennie, gelegen aan de Weurtseweg, is de bekendste winkel van Nijmegen. Kom effe kieke of er iets voor je ligt, en scoor gelijk een sjaaltje van NEC.

7. Hoor de klokken van de Sint Steven slaan. De bekende kerk in het hartje van de stad mag niet ontbreken op dit lijstje. Breng haar dus vooral eens een bezoekje, al mot je krupe of op blote voeten gaon, zoals het Nijmeegse volkslied gaat.