‘Je mag echt wel spreken van een fantastische doorbraak.’ Dit zegt hoogleraar Carsten Dominik in reactie op de deze week gepubliceerde vondst van een nieuwe planeet met mogelijk leven.

Carsten Dominik, hoogleraar gespecialiseerd in exoplaneten in Amsterdam, was tot voor kort bijzonder hoogleraar in Nijmegen. Evenals zijn vakgenoten noemt hij de publicatie deze week in Nature van het grootste belang. Een team astronomen bevestigt hierin de vondst van een zusje van de aarde in een nabijgelegen sterrenstelsel.

Dat er planeten rondtollen waar leven mogelijk is, is niks nieuws. Bijzonder aan deze vondst is de relatief nabije ligging: Proxima-b ligt weliswaar ver weg – op 40 biljoen kilometer van de aarde – maar het is dichterbij dan ooit. Dominik: ‘Dit is de planeet het dichtst bij de aarde waar leven mogelijk is. Een meer nabije planeet met mogelijk leven zullen we niet vinden.’ De nabijheid geeft het vakgebied een geweldige impuls, zegt Dominik.

Bemande reis
In de media wordt al gespeculeerd over een bemande reis naar Proxima-b: die duurt weliswaar eeuwen, maar een geheel zelfvoorzienende ruimtekolonie zou er voet aan wal kunnen zetten, in elk geval de verre nakomelingen van de eerste bemanning. Een onwaarschijnlijk scenario, zegt Dominik, wijzend op proeven met gesloten ecosystemen die nooit langer dan een paar maanden in takt bleven. ‘We kunnen nog niet eens naar Mars.’

Dominik wil de pijlen allereerst richten op een nieuwe generatie ruimtetelescopen, die meer licht kan werpen op onder meer de dampkring rondom het zusje van de aarde. Daarna valt te denken aan onbemande sondes. ‘Die zijn kleiner dan een bemande vlucht en daardoor veel sneller, denk aan een reis van 25 jaar. Een mooi vooruitzicht, deze doorbraak geeft ons vak nieuwe ruimte om hierover na te denken.’